Iedereen moet voor zichzelf besluiten hoeveel hij wil geven. Je moet van harte geven, en niet omdat het verplicht is. Want God houdt van mensen die met vreugde geven.
God heeft de macht om jullie al het goede te schenken. Hij kan jullie alles geven wat je nodig hebt. Zelfs zo veel dat jullie altijd meer dan genoeg hebben, en veel overhouden om andere mensen te steunen.
Het is God die zorgt voor zaad om te zaaien en brood om te eten. Hij zal er ook voor zorgen dat jullie meer dan genoeg hebben. En dat jullie steeds meer goeddoen voor anderen.
God heeft jullie op veel manieren rijk gemaakt. Nu moeten jullie ook klaarstaan om anderen te helpen. Dan zullen de christenen in Jeruzalem God danken voor de steun die ze via mij van jullie krijgen.
Na het eten nam Jezus een beker wijn. Hij zei: ‘Als ik gedood word, zal mijn bloed vloeien. Maar daardoor zullen jullie gered worden. Dat heeft God beloofd. Deze beker is daarvan het teken.’
Als Gods liefde in ons is, hoeven we niet meer bang te zijn voor zijn oordeel. Volmaakte liefde laat alle angst verdwijnen. Angst betekent dat je bang bent voor Gods straf. Wie daar bang voor is, heeft geen volmaakte liefde in zich.