- De Here is goed, een sterkte ten dage der benauwdheid; Hij kent hen die bij Hem schuilen.
- De Here zal mij beveiligen tegen alle boos opzet en behouden in zijn hemels Koninkrijk brengen. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.
- Leert goed te doen, tracht naar recht, houdt de geweldenaar in toom, doet recht aan de wees, verdedigt de rechtszaak der weduwe.
- De Here verlost de ziel van zijn knechten,
allen die bij Hem schuilen, zullen niet boeten. - Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil,
mijn burcht, ik zal niet te zeer wankelen. - Gods weg is volmaakt;
des Heren woord is zuiver.
Hij is een schild voor allen
die bij Hem schuilen. - Terwijl Hij waakt over de paden van het recht
en de weg zijner gunstgenoten beschermt. - De schrandere ziet het onheil en bergt zich;
de onverstandigen gaan hun gang en moeten boeten. - Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.
- Gij, Here, onthoud mij uw erbarming niet;
uw goedertierenheid en uw waarheid
mogen mij bestendig bewaren. - Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden.
- Daarom is de Here een burcht voor de verdrukte,
een burcht in tijden van nood. - En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.
- Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig!
- Hij bewaart hulp voor de oprechten,
Hij is een schild voor wie onberispelijk wandelen. - Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid. Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij.
- Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil,
mijn burcht, ik zal niet wankelen. - En de Here zeide tot de satan: Zie, al wat hij bezit, zij in uw macht; alleen tegen hemzelf zult gij uw hand niet uitstrekken. Toen ging de satan van des Heren aangezicht heen.
- De Here behoedt de vreemdelingen,
wees en weduwe houdt Hij staande,
maar de weg der goddelozen maakt Hij krom. - Want Gij zegent de rechtvaardige, o Here,
Gij omgeeft hem met welbehagen als met een schild. - Gij toch doet mijn lamp schijnen,
de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren. - Zoekt de Here, alle ootmoedigen des lands, gij die zijn verordening volbrengt; zoekt gerechtigheid, zoekt ootmoed; misschien zult gij geborgen worden op de dag van de toorn des Heren.
Gerelateerde onderwerpen
Veiligheid
Maar wèl getrouw is...
Betrouwbaarheid
Maar wèl getrouw is...
Kwaad
Laat u niet overwinnen...
Vertrouwen
Vertrouw op de HERE...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Woord van God
Want het woord Gods...