- God is getrouw, door wie gij zijt geroepen tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Here.
- Alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend.
- Gij, Here, onthoud mij uw erbarming niet;
uw goedertierenheid en uw waarheid
mogen mij bestendig bewaren. - De weg des Heren is een beschutting voor de oprechten,
maar onheil voor de bedrijvers van ongerechtigheid. - De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
- Zie, ik ga thans de weg van al het aardse; erkent nu met geheel uw hart en geheel uw ziel, dat niet één van alle goede beloften die de Here, uw God, u gegeven heeft, onvervuld gebleven is. Alles is voor u uitgekomen. Zijnerzijds is niets onvervuld gebleven.
- Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil,
mijn burcht, ik zal niet te zeer wankelen. - Want hemelhoog is uw goedertierenheid,
tot aan de wolken reikt uw trouw. - Hij heeft gerechtigheid en recht lief,
de aarde is vol van de goedertierenheid des Heren. - Heel uw woord is de waarheid,
al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig. - Zie, opgeblazen, niet recht, is zijn ziel in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.
- Voorzeker, de Here Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten.
- Bekeert u tot Mij, luidt het woord van de Here der heerscharen, dan zal Ik tot u wederkeren, zegt de Here der heerscharen.
- De Rots, wiens werk volkomen is,
omdat al zijn wegen recht zijn;
een God van trouw, zonder onrecht,
rechtvaardig en waarachtig is Hij. - Het woord is betrouwbaar: immers, indien wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven.
- Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.
- Want wie is God behalve de Here,
wie is een rots buiten onze God? - God is geen man, dat Hij liegen zou; of een mensenkind, dat Hij berouw zou hebben.
Zou Hij zeggen en niet doen, of spreken en niet volbrengen? - Scheurt uw hart en niet uw klederen en bekeert u tot de Here, uw God. Want genadig en barmhartig is Hij, lankmoedig en groot van goedertierenheid, berouw hebbende over het onheil.
- Leer mij, Here, uw weg,
opdat ik in uw waarheid wandele;
verenig mijn hart om uw naam te vrezen. - Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied.
- Gij zult niet doodslaan, gij zult niet echtbreken, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven, eer uw vader en uw moeder, en gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- De Here, onze God, zij met ons, zoals Hij met onze vaderen geweest is; Hij verlate en verwerpe ons niet.
- Een betrouwbaar getuige liegt niet,
maar wie leugens uitblaast, is een vals getuige. - Leugenlippen zijn de Here een gruwel,
maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig.
Gerelateerde onderwerpen
Trouw
Het zijn de gunstbewijzen...
God
De HERE, uw God...
Woord van God
Want het woord Gods...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Bescherming
Doet de wapenrusting Gods...
Bijbeltekst van de dag
Niet ons, o Here, niet ons,maar uw naam geef eer,
om uw goedertierenheid, om uw trouw.