Er is een kind geboren, we hebben weer een koning. Hij zal over ons regeren. En zo zullen de mensen hem noemen: Wijze Bestuurder, Sterke God, Vader voor Altijd, Koning van de Vrede.
Jozef en Maria waren verloofd. Maria werd zwanger van de Heilige Geest, Jezus werd geboren in Bethlehem. Na Jezus geboorte moest Zijn familie vluchten, omdat koning Herodes Hem dood wilde.
Jezus' leven
Jezus groeide op, leerde het vak van Zijn Vader en werd timmerman. Op Zijn dertigste startte Zijn bediening met Zijn doop. Hij ging de woestijn in voor 40 dagen om te vasten en te bidden. Na die tijd deed Hij vele wonderen en liet ons zien hoe wij behoren te leven: liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing (Galaten 5:22-23).
Aanbidding
Jezus leefde in aanbidding en bad regelmatig tot God, Zijn Vader.
Wonderen
Jezus deed vele wonderen, Hij liep bijvoorbeeld over water en genas mensen. Hij vertelde de mensen dat Hij naar de aarde was gekomen om hen te redden, en hoe ze moeten leven: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf.’ (Matteüs 22:37-39)
Gekruisigd en opgestaan
De Joden klaagden Jezus aan, omdat Hij volgens hen had gezegd de Koning van de Joden te zijn. Ze martelden en kruisigden Hem. Na drie dagen stond Hij op uit de dood en liet zich aan vele mensen zien. Na veertig dagen rees Hij op naar de hemel waar de discipelen bij waren. Een wolk onttrok hem aan hun zicht.
Jezus zei verder tegen de leerlingen: ‘Ga de hele wereld door, en vertel het goede nieuws aan iedereen.’