Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.
Wees niet jaloers op een man van geweld en verkies geen van zijn wegen, want wie afwijkt van de rechte weg is voor de HEERE een gruwel, maar met de oprechten gaat Hij vertrouwelijk om.
Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten in uw hart zijn. U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat.