Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God? Weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam. | Jullie weten dat je lichaam heilig is. Want de heilige Geest is in jullie lichaam gekomen, toen God jullie die Geest gaf. Jullie zijn niet meer van jezelf. Jullie zijn nu van Christus. Want hij heeft jullie gekocht door voor jullie te sterven. Eer God dus ook met je lichaam! |
Hij zei: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt? En dat Hij gezegd heeft: “Daarom zal een man zich losmaken van zijn vader en moeder en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn”? Ze zijn dus niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ | Maar Jezus zei: ‘Jullie weten best dat God bij de schepping een man en een vrouw maakte. En God zei erbij: ‘Een man blijft niet bij zijn vader en moeder. Hij gaat met zijn vrouw leven en ze worden samen helemaal één.’ Ze zijn niet langer twee, maar ze zijn samen één geheel. En wat God bij elkaar brengt, mag een mens niet scheiden.’ |
Door die genade bent u nu immers gered, doordat u gelooft. Deze redding dankt u niet aan uzelf; ze is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden. Niemand kan zich er dus op laten voorstaan. | Wij zijn niet beter dan andere mensen. God heeft ons gered, maar niet omdat we zo goed leefden. We zijn gered omdat we dankzij Gods goedheid geloven in Jezus Christus. Dat is Gods geschenk aan ons. |
Geniet dus op de goede dagen van het goede, maar zie op de slechte dagen in dat God naast de goede ook de slechte dagen heeft gemaakt. Geen mens kan in de toekomst zien. | Wees blij op de dagen dat het goed met je gaat. Maar bedenk dat God ook de slechte dagen gemaakt heeft. En niemand weet wat er in de toekomst zal gebeuren. |
Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de hoeksteen. | Vroeger waren jullie vreemdelingen, en hoorden jullie niet bij het volk van God. Maar dat is veranderd. Jullie horen er nu wel bij. Jullie zijn Gods kinderen, samen met de andere christenen. Alle christenen samen vormen een eenheid: de heilige kerk van Christus. Je kunt het vergelijken met een gebouw. Het fundament van het gebouw is dan de boodschap van de apostelen en de profeten. Jullie zijn de stenen in de muren. En de belangrijkste steen, die het hele gebouw op zijn plaats houdt, dat is Jezus Christus. |
Wanneer ze dus tegen jullie zeggen: “Kom mee, hij is in de woestijn,” ga er dan niet heen, of als ze zeggen: “Kijk, hij is daarbinnen,” geloof dat dan niet. Want zoals de bliksem de hemel van oost tot west verlicht, zo zal de Mensenzoon komen. | In die tijd zullen mensen tegen jullie zeggen dat de messias in de woestijn is. Of dat hij ergens in een huis is. Geloof dat niet, en ga er niet heen. Want als de Mensenzoon komt, zal iedereen hem zien. Net zoals iedereen de bliksem in de lucht kan zien. |
Maar Jezus is dus aangesteld voor een eerbiedwaardiger dienst, in die zin dat Hij bemiddelaar is van een beter verbond, dat zijn wettelijke grondslag heeft gekregen in betere beloften. | Jezus is een veel belangrijkere hogepriester dan de hogepriesters op aarde, want hij is hogepriester in de hemel. Dankzij Jezus geldt voortaan Gods nieuwe, betere afspraak met de mensen. God had beloofd dat het zo zou gebeuren. |
Omdat God mij echter tot op de dag van vandaag bijstaat, blijf ik mijn getuigenis zonder onderscheid aan iedereen bekendmaken, en daarbij zeg ik niets anders dan wat volgens de profeten en Mozes moest gebeuren, namelijk dat de messias zou lijden en sterven en dat Hij als eerste van de doden zou opstaan om aan zijn eigen volk en aan de andere volken het licht te verkondigen. | Maar God hielp me, zoals altijd. En dus vertel ik nog steeds aan iedereen over de messias. Mozes en de profeten hebben al gezegd wat er met de messias zou gebeuren. En ik vertel precies hetzelfde: De messias zou lijden en sterven, en als eerste opstaan uit de dood. En hij zou een boodschap van redding brengen aan alle volken. |
Besef dus goed: alleen de HEER, uw God, is God en Hij houdt woord; Hij komt zijn beloften na en is trouw aan ieder die Hem liefheeft en die doet wat Hij gebiedt, tot in het duizendste geslacht. | Onthoud dit goed: Alleen de Heer is jullie God. Hij is betrouwbaar. Hij houdt zich aan zijn beloftes. Hij is goed voor mensen die van hem houden en die zich aan zijn regels houden. En hij zal ook goed zijn voor hun nakomelingen, zelfs voor de duizendste generatie. |
Kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden. | Pas dus goed op, lieve vrienden, voor alle afgoden! |
Maar ook voor elk van u geldt dat ieder zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf, en dat een vrouw ontzag moet hebben voor haar man. | In ieder geval moeten mannen dus net zo veel van hun vrouw houden als van zichzelf. En vrouwen moeten respect hebben voor hun man. |
Als we leven door de Geest, laten we de Geest dan ook volgen. | Wij hebben ons nieuwe leven aan de heilige Geest te danken. Laten we dus niet opscheppen over onszelf. Of elkaar jaloers maken door te zeggen hoe goed we zijn. Maar laten we leven zoals de Geest het wil. |
Dus wanneer je iemand iets geeft uit barmhartigheid, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. | Als je arme mensen geld geeft, laat dat dan niet aan iedereen weten. Schijnheilige mensen doen dat wel. Zij vertellen aan iedereen in de synagoge en op straat hoe goed ze zijn. Want ze willen dat de mensen goede dingen over hen zeggen. Luister goed naar mijn woorden: Zij hebben hun beloning al gekregen. |
Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde. | Dit is dus waar het om gaat: geloof, vertrouwen en liefde. Dat moet steeds het belangrijkste in ons leven zijn. Maar het allerbelangrijkste is de liefde. |
Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken: zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is dus niets waardoor zij te verontschuldigen zijn. | Want ook al kun je God niet zien, je kunt wel zien wat hij gedaan heeft. God heeft de wereld gemaakt. Zo kan iedereen die verstand heeft, Gods eeuwige macht zien, en begrijpen dat hij God is. Daarom hebben mensen die God niet eren, geen enkel excuus! |
Wat ons drijft is de liefde van Christus, omdat we ervan overtuigd zijn dat één mens voor alle mensen is gestorven, waardoor alle mensen zijn gestorven, en dat Hij voor allen is gestorven opdat de levenden niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die voor de levenden is gestorven en is opgewekt. | Het is de liefde van Christus die mij beheerst. Want dit weet ik zeker: één mens is gestorven voor alle mensen, en daardoor zijn eigenlijk alle mensen gestorven. Christus is voor alle mensen gestorven. Maar voor ons is hij niet alleen gestorven, maar ook opgestaan uit de dood. Daardoor horen wij nu bij het nieuwe leven. We leven nu niet meer voor onszelf, maar voor Christus. |
U moet dus weten, volksgenoten, dat het dankzij Hem is dat aan u de vergeving van de zonden verkondigd wordt; ieder die gelooft wordt door Hem vrijgesproken van alles waarvan hij geen vrijspraak kon krijgen op grond van de wet van Mozes. | Vrienden, luister goed naar wat ik zeg. Dankzij Jezus wil God onze fouten vergeven. Ook alle fouten die volgens de wet van Mozes niet vergeven kunnen worden. Als je in Jezus gelooft, dan word je gered. |
Wie dus ook maar het minste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de minste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. | Stel dat iemand het kleinste regeltje van de wet afschaft, en dat hij anderen leert om dat ook te doen. Dan zal hij op de laatste plaats komen in Gods nieuwe wereld. Maar stel dat iemand zich aan de hele wet houdt, en dat hij anderen leert om dat ook te doen. Dan zal hij op de eerste plaats komen in Gods nieuwe wereld. |
Israël, bedenk dus dat de HEER, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor Hem toont, dat u de weg volgt die Hij u wijst, dat u Hem liefhebt, Hem met hart en ziel dient en zijn geboden en wetten, die ik u vandaag voorhoud, naleeft; dan zal het u goed gaan. | Mozes zei verder tegen de Israëlieten: ‘Heb eerbied voor de Heer, jullie God. Dat is wat hij van jullie vraagt. Leef zoals hij het jullie leert. Dien hem, en heb hem lief met je hele hart en je hele ziel. Vandaag geef ik jullie zijn wetten en regels. Als jullie je daaraan houden, zal het goed met jullie gaan.’ |
Laat u leiden door vrees voor de HEER en neem u in acht, want de HEER, onze God, duldt geen onrecht, partijdigheid of corruptie. | Heb dus eerbied voor de Heer, onze God, en houd je precies aan zijn wet. Want hij wil niet dat jullie onrecht doen, of oneerlijk zijn, of je laten omkopen. |
Woorden hebben macht over leven en dood, wie zijn tong koestert, plukt daarvan de vruchten. | Woorden kunnen goed doen of kwaad doen. Denk dus goed na voordat je iets zegt. |
Ga ontucht uit de weg! Geen enkele andere zonde die een mens kan begaan tast het lichaam aan, maar wie ontucht pleegt zondigt tegen het eigen lichaam. | Heb dus geen verboden seks! Veel verkeerde dingen die mensen doen, hebben geen gevolgen voor hun lichaam. Maar van verboden seks wordt je lichaam slecht. |
Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld. | Jullie moeten naar alle volken gaan, zodat iedereen mijn leerling kan worden. Jullie moeten de mensen dopen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest. Leer de mensen om zich te houden aan alles wat ik jullie verteld heb. En vergeet nooit: ik ben altijd bij jullie, totdat de nieuwe wereld komt. |
En is een mens niet veel meer waard dan een schaap? Daaruit volgt dat we op sabbat goed mogen doen. | Een mens is veel belangrijker dan een schaap. Je mag op sabbat dus iets goeds doen. |
En omdat we weten dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we Hem gevraagd hebben. | We weten dus dat God naar ons luistert als we hem iets vragen. We hebben God gevraagd om ons het eeuwige leven te geven. En we kunnen er dus zeker van zijn dat hij ons dat gegeven heeft. |