- 1 Kronieken 1
- 1 Kronieken 2
- 1 Kronieken 3
- 1 Kronieken 4
- 1 Kronieken 5
- 1 Kronieken 6
- 1 Kronieken 7
- 1 Kronieken 8
- 1 Kronieken 9
- 1 Kronieken 10
- 1 Kronieken 11
- 1 Kronieken 12
- 1 Kronieken 13
- 1 Kronieken 14
- 1 Kronieken 15
- 1 Kronieken 16
- 1 Kronieken 17
- 1 Kronieken 18
- 1 Kronieken 19
- 1 Kronieken 20
- 1 Kronieken 21
- 1 Kronieken 22
- 1 Kronieken 23
- 1 Kronieken 24
- 1 Kronieken 25
- 1 Kronieken 26
- 1 Kronieken 27
- 1 Kronieken 28
- 1 Kronieken 29
Looft de Here, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. | Dank de Heer, want hij is goed. Zijn liefde blijft altijd bestaan. |
Wie toch ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zouden zijn zulke vrijwillige gaven te schenken? Want het komt alles van U, en wij geven het U uit uw hand. | Mijn volk en ik hebben heel veel geschenken gegeven voor de tempel. Maar dat kon alleen door u! Alles wat wij voor uw tempel gegeven hebben, hebben we eerst van u gekregen. |
Van U, o Here, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit, ja, alles wat in de hemel en op de aarde is; van U is de heerschappij, o Here, en Gij zijt als hoofd boven alles verheven. | U bent geweldig en machtig. U hebt alle macht, alle eer en alle kracht. Heer, u bent koning van de hele aarde, en u heerst over de hemel. Alles is van u! |
Vraagt naar de Here en zijn sterkte, zoekt zijn aangezicht bestendig. | Vraag altijd hulp aan de Heer, hij is machtig. Blijf steeds dicht bij hem. |
Want rijkdom en eer komen van U, en Gij heerst over alles; in uw hand is sterkte en kracht, en Gij hebt het in uw macht een ieder groot en sterk te maken. | U kunt mensen rijk en beroemd maken. U heerst over alles, want u hebt alle macht. U beslist wie sterk en machtig worden. |
Gerelateerde onderwerpen
Kracht
Vrees niet, want Ik...
Aanbidding
O HERE, Gij zijt...
Geld
Laat uw wijze van...
Almachtig
Van U, o HERE...
Betrouwbaarheid
Maar wèl getrouw is...
Dankbaarheid
Verblijdt u te allen...
Bijbeltekst van de dag
Toen het mij bang te moede was, riep ik de Here aan,tot mijn God riep ik om hulp.
Hij hoorde mijn stem uit zijn paleis,
mijn hulpgeroep tot Hem drong door in zijn oren.