Bijbelteksten over 'Had'
Ik heb nooit naar jonge vrouwen gekeken, dat had ik mezelf plechtig beloofd. | Ik had met mijn ogen een verbond gesloten: ik had plechtig besloten niet naar de meisjes te kijken. |
Nadat Job voor zijn vrienden gebeden had, liet de Heer een nieuwe tijd voor Job beginnen. Toen ging het veel beter met hem. De Heer gaf hem zelfs twee keer zo veel bezit als vroeger. | Nadat Job voor zijn vrienden had gebeden, zorgde de Heer ervoor dat het weer goed ging met Job. Hij gaf hem het dubbele van wat hij vroeger had gehad. |
Toen de Heer Jezus dat gezegd had, liet God hem naar de hemel gaan. Daar ging Jezus naast God zitten, aan de rechterkant. | Toen de Heer Jezus dit tegen hen had gezegd, werd Hij meegenomen naar de hemel. Daar is Hij naast God gaan zitten. |
Abrahams vrouw Sara kon geen kinderen krijgen en Abraham was al oud. Maar omdat Abraham een groot geloof had, kon hij toch vader worden. Want God had hem nakomelingen beloofd, en Abraham vertrouwde op God. | Doordat Sara God geloofde, kreeg ze kracht om een kind te krijgen, ook al was ze daar al veel te oud voor. Want ze geloofde dat God hun het kind zou geven dat Hij aan hen had beloofd. |
Toen Jezus dat gezegd had, zagen de apostelen hem naar de hemel gaan. Een wolk nam hem mee, zodat ze hem niet meer konden zien. | Hierna zagen ze hoe Hij opsteeg naar de hemel. Toen kwam er een wolk en ze zagen Hem niet meer. |
Ik weet hoe het is om arm te zijn, en ik weet hoe het is om rijk te zijn. Ik heb alle situaties meegemaakt: Soms had ik veel te eten, en soms had ik honger. Soms was ik rijk, en soms had ik helemaal niets. | Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. Ik heb echt alles meegemaakt. Ik heb geleerd wat het is om genoeg te eten te hebben en ik heb geleerd wat het is om honger te hebben. Ik heb geleerd wat overvloed is en ik heb geleerd wat gebrek is. |
Steeds als ik geen moed meer had, hebt u mij vol liefde geholpen. | Maar steeds als ik dacht: "Nu ga ik vallen," hield U me overeind met uw liefde, Heer. |
Als je geen liefde hebt voor anderen, beteken je niets. Zelfs al laat God je zijn boodschap bekendmaken en krijg je van hem al zijn geheime kennis. En zelfs al heb je zo’n groot geloof dat je bergen kunt verplaatsen. | Stel dat ik kon profeteren, al Gods verborgen plannen kende, alles wist wat er te weten valt en zoveel geloof had dat ik bergen kon verplaatsen. Maar als ik dat zonder liefde deed, stelde ik niets voor. |
De Heer is goed voor mij, zolang ik leef. Dat weet ik zeker. | Wat had ik moeten doen als ik niet zeker had geweten dat de Heer goed is en mij zal redden? |
Johannes liep in een jas van kameelhaar, en hij had een leren riem om. Hij leefde van sprinkhanen en honing. | Johannes droeg een mantel die van kameelhaar was gemaakt, met een leren gordel om zijn middel. Hij leefde van sprinkhanen en honing van wilde bijen. |
Johannes vertelde wat hij gezien had toen hij Jezus doopte. Hij zei: ‘Ik wist eerst niet wie hij was. Maar ik zag dat de heilige Geest uit de hemel naar Jezus toe kwam als een duif, en bij hem bleef. En God had tegen mij gezegd: ‘Jij zult zien dat de heilige Geest uit de hemel naar iemand toe komt, en bij hem blijft. Hij is degene die mensen zal dopen met de heilige Geest.’’ | Vóórdat dat gebeurde, wist ik nog niet dat Hij het was. Maar toen God mij stuurde om mensen met water te gaan dopen, had Hij tegen mij gezegd: 'De Man op wie je de Heilige Geest ziet komen en op Hem blijven, is de Man die met de Heilige Geest zal dopen.' |
Jezus dronk van de wijn, en zei: ‘Mijn werk is klaar.’ Toen boog hij zijn hoofd en stierf. | Toen Jezus van de zure wijn had gedronken, zei Hij: "Alles is gedaan!" En Hij boog zijn hoofd en stierf. |
Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer. En hij luisterde, hij heeft mij bevrijd. | Toen ik in moeilijkheden was, heb ik de Heer om hulp geroepen. En de Heer heeft mij geantwoord en me gered. |
Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer. Hij luisterde naar mij, en hij heeft me gered. | Ik was er ellendig aan toe. Toen riep ik de Heer om hulp. De Heer hoorde het en redde mij uit al mijn moeilijkheden. |
Toen riep Jezus: ‘Vader, mijn leven is in uw handen!’ Dat waren zijn laatste woorden. Zo stierf hij. | En Jezus riep luid: "Vader, Ik vertrouw mijn geest aan U toe." Toen Hij dat had gezegd, stierf Hij. |
Maar Petrus zei: ‘Ananias, je hebt geluisterd naar Satan en je hebt de heilige Geest bedrogen. Want je deed alsof je de hele opbrengst gaf. Waarom heb je dat gedaan? Je had je land gewoon voor jezelf kunnen houden. Of je had het geld voor jezelf kunnen gebruiken. Maar nu ben je oneerlijk geweest, en niet tegen de mensen, maar tegen God!’ | Maar Petrus zei: "Ananias, waarom heb je je door de duivel laten opstoken om tegen de Heilige Geest te liegen? Want je hebt een deel van het geld voor jezelf gehouden. Toen je het land nog niet had verkocht, was het toch van jou? En toen je het had verkocht, mocht je met het geld toch doen wat je wilde? Waarom doe je dan alsof dit al het geld is? Je hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God." |
Ik wilde jullie alleen maar vertellen over Jezus Christus, en over zijn dood aan het kruis! | Want voor mij is de boodschap van de gekruisigde Jezus Christus het enige belangrijke. |
Aan mensen die dorst hadden, gaf hij te drinken. Aan mensen die honger hadden, gaf hij te eten. Ze kregen meer dan genoeg. | Want de mensen die dorst hadden, heeft Hij te drinken gegeven. En de mensen die honger hadden, heeft Hij meer dan genoeg te eten gegeven. |
De herders gingen terug naar hun schapen. Ze eerden God en dankten hem voor alles wat ze gezien en gehoord hadden. Want alles was precies zoals de engel gezegd had. | De herders gingen terug naar hun schapen en prezen en dankten God voor alles wat ze gezien en gehoord hadden. Alles was zoals de engel tegen hen had gezegd. |
Als je geen liefde hebt voor anderen, dan is alles wat je doet, zinloos. Zelfs al verkoop je je bezit, en geef je het geld aan de armen. Zelfs al sterf je in het vuur, omdat je je leven geeft voor de goede zaak. | Stel dat ik alles wat ik had weggaf aan de arme mensen, en stel dat ik er trots op kon zijn dat ik mijn lichaam opofferde vanwege mijn geloof in de Heer. Maar als ik dat zonder liefde deed, had ik er niets aan. |
God, u bent er altijd geweest. U was er eerder dan de bergen, al voordat de aarde bestond. U was er al voordat alles begon, en u zult er altijd zijn. | Nog vóórdat de bergen ontstonden, nog vóórdat U de aarde had gemaakt, was U al God. Voor eeuwig bent U God. |
Dit zegt de Heer: ‘Ik zal het volk van Juda sterk maken en de Israëlieten redden. Ik zal voor hen zorgen en hen naar hun land terugbrengen. Ik had hen weggejaagd, maar het zal weer worden zoals vroeger. Ik ben de Heer, hun God, en ik zal naar hun gebeden luisteren.’ | Ik zal het koninkrijk Juda sterk maken. Ik zal het koninkrijk Israël redden. Ik zal hen terugbrengen omdat Ik medelijden met hen heb. Ik zal weer voor hen zorgen. Het zal weer net als vroeger worden, alsof Ik hen nooit heb verlaten. Want Ik ben hun Heer God. Ik zal hen redden als ze Mij om hulp roepen. |
Ik bad tot God en ik zong een lied om hem te eren. | Ik had de Heer nog maar nét om hulp geroepen, of ik kon Hem al danken. |
Maar door dit betere offer, het bloed van Christus, worden we ook diep van binnen rein. Christus had Gods eeuwige Geest in zich. En daarom kon hij zichzelf offeren, terwijl hij zelf niets verkeerds gedaan had. Dankzij dat offer kunnen wij op een goede manier leven en de levende God dienen. | Nu heeft Christus door de eeuwige Geest zijn eigen bloed aan God geofferd. Omdat Hij God nooit ongehoorzaam was geweest, was zijn offer volmaakt. Het is dus duidelijk, dat zijn volmaakte offer ons nog veel méér zal vrijspreken van schuld. Want zijn bloed reinigt ons geweten van alle dingen waar God niets aan heeft. Daardoor kunnen we nu de levende God werkelijk dienen. |
De heilige Geest was in Jezus gekomen. Hij liet Jezus naar de woestijn gaan, weg van de Jordaan. In de woestijn probeerde de duivel om Jezus te laten zondigen. Veertig dagen lang at Jezus niets. Toen de veertig dagen voorbij waren, had hij erge honger. | Vol van de Heilige Geest ging Jezus weg van de Jordaan. De Heilige Geest bracht Hem naar de woestijn. Daar werd Hij 40 dagen lang door de duivel uitgedaagd. Al die tijd at Hij niets. Toen er 40 dagen voorbij waren, had Hij honger. |
Gerelateerde onderwerpen
Jezus
Jezus keek hen aan...
Bidden
En wees altijd blij!...
Geest
En de heilige Geest...
Geld
Leef niet alleen voor...
Voedsel
Aan mensen die dorst...
Armoede
Jezus zei tegen hem...
Bijbeltekst van de dag
Zoek je geluk bij de Heer,want hij zal je alles geven wat je vraagt.