Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd, leer mij uw paden te gaan. | Heer, laat me weten wat U met mij van plan bent. Vertel me wat ik moet doen. |
Hij waakt over de paden van het recht en beschut de weg van wie Hem trouw zijn. | Hij zorgt ervoor dat ze rechtvaardig zijn. Hij beschermt zijn vrienden. |
Ik heb je de weg van de wijsheid gewezen, op rechte paden heb ik je gevoerd. | Ik leer je hoe je wijs kan worden. Dan zul je op het rechte pad blijven. |
Ik, Nebukadnessar, roem, verhef en verheerlijk nu de koning van de hemel. Al zijn daden zijn juist en zijn paden recht. Wie de weg van de hoogmoed bewandelen, kan Hij vernederen. | En nu eer en prijs ik, Nebukadnezar, de Koning van de hemel. Alles wat Hij doet is goed en rechtvaardig. Hij weet trotse mensen weer nederig te maken. |
Ook wij verlaten ons op U, HEER: wij gaan de paden van uw recht. Ons diepste verlangen is het uw naam te noemen, U aan te roepen. | Ook als U rechtspreekt, vertrouwen wij op U, Heer. Wij verlangen met ons hele hart naar U en uw verbond. |
Goed en rechtvaardig is de HEER: Hij wijst zondaars de weg, wie nederig zijn leidt Hij in het rechte spoor, Hij leert hun zijn paden te gaan. | De Heer is goed en rechtvaardig. Daarom leert Hij ongehoorzame mensen hoe ze moeten leven. Nederige mensen helpt Hij te leven zoals Hij het wil. Hij vertelt hun wat Hij van hen vraagt. |
Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht. Denk aan Hem bij alles wat je doet, dan baant Hij voor jou de weg. | Vertrouw met je hele hart op de Heer, en vertrouw niet op je eigen wijsheid. Overleg al je plannen met Hem. Dan zal Hij je leven leiden. |
Dit zegt de HEER: Je staat op een kruispunt, kijk goed! Vraag na hoe de oude wegen liepen. Welke weg leidt naar het goede? Sla die in, en vind rust. Maar zij zeggen: “Dat doen wij niet.” | Dit zegt de Heer: "Mijn volk, sta eens even stil op de weg die je gaat. Vraag eens naar de goede weg, de weg die je vroeger ging. Want als je die weg weer kiest, zal het weer goed met je gaan. Dan zul je weer vrede hebben. Maar jullie zeggen: 'Wij willen die weg niet.'" |
Wie onberispelijk leeft, gaat een veilige weg, wie op kronkelpaden gaat, wordt ontmaskerd. | Als je eerlijk leeft, hoef je nergens bang voor te zijn. Maar als je liegt en bedriegt, zul je uiteindelijk gestraft worden. |