Bijbelteksten over Afhankelijkheid
Want Ik ben de HEERE, uw God, Die uw rechterhand vastgrijpt en tegen u zegt: Wees niet bevreesd, Ik help u. | Ik ben de Heer, je God. Ik houd je vast, en ik zeg: Israël, je hoeft niet bang te zijn. Ik zal je helpen. |
Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken. | Je moet op de Heer vertrouwen. Denk aan hem bij alles wat je doet, dan zal hij je helpen. Denk niet dat je alles zelf kunt. |
Het hart van een mens overdenkt zijn weg, maar de HEERE bestuurt zijn voetstappen. | Mensen maken plannen voor hun leven, maar de Heer bepaalt wat er gebeurt. |
Bezwijkt mijn lichaam en mijn hart, dan is God de rots van mijn hart en voor eeuwig mijn deel. | Ook als ik geen kracht meer heb, als ik heel zwak ben, dan bent u er, God. Altijd ben ik veilig bij u, u bent alles wat ik nodig heb. |
Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal. Mijn hulp is van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. | Ik kijk omhoog naar de bergen. Daar komt mijn hulp vandaan. Daar is de Heer, hij helpt mij. Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt. |
In het hart van de mens zijn veel plannen, maar de raad van de HEERE, die houdt stand. | Mensen bedenken zelf wat ze willen doen, maar de Heer bepaalt wat er gebeurt. |
Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. | Ik ben de stam van de druivenplant en jullie zijn de takken. Als jullie met mij verbonden blijven en ik met jullie, dan zul je veel goeds kunnen doen. Maar zonder mij kun je niets. |
Hij geeft de vermoeide kracht en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft. | Aan mensen die moe zijn, geeft hij kracht. Mensen die zwak zijn, maakt hij weer sterk. |
Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek, want ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer. | Ik wil niet klagen dat ik het zo moeilijk heb. Want ik heb geleerd om in alle situaties tevreden te zijn. |
Hij zal uw voet niet laten wankelen, uw Bewaarder zal niet sluimeren. | De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt. Hij beschermt je, hij slaapt niet. |
Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. | Maak je geen zorgen over morgen. Bewaar die zorgen maar voor morgen. Je hebt het al moeilijk genoeg met vandaag. |
De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. | De Heer zorgt voor mij, zoals een herder voor zijn schapen zorgt. Hij geeft me alles wat ik nodig heb. Hij leidt mij, zoals een herder zijn schapen leidt naar groen gras en fris water. |
Ik stel mij de HEERE voortdurend voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand is, wankel ik niet. | Steeds denk ik aan u, Heer. U bent altijd bij me, er kan met mij niets ergs gebeuren. |
Wees eensgezind onder elkaar. Streef niet naar de hoge dingen, maar houd u bij de nederige. Wees niet wijs in eigen oog. | Vergeet nooit dat jullie als christenen allemaal gelijk zijn. Je moet jezelf niet belangrijker vinden dan anderen. Wees tevreden met een onbelangrijke plaats, en wees niet eigenwijs. |
De HEERE zal voor u strijden, en ú moet stil zijn. | En jullie hoeven zelf niets te doen, want de Heer zal voor jullie vechten. |
Als de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan; als de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. | Als de Heer niet helpt bij het bouwen van een huis, dan heeft het geen zin, ook al doen de bouwers hun best. Als de Heer niet helpt bij het verdedigen van een stad, dan heeft het geen zin, ook al letten de bewakers goed op. |
De zegen van de HEERE, die maakt rijk, Hij voegt er geen zwoegen aan toe. | Van hard werken alleen word je niet rijk, je hebt de zegen van de Heer nodig. |
Toen ik zei: Mijn voet wankelt, ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE. | Steeds als ik geen moed meer had, hebt u mij vol liefde geholpen. |
Uit de benauwdheid heb ik tot de HEERE geroepen, de HEERE heeft mij verhoord en in de ruimte gezet. | Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer. En hij luisterde, hij heeft mij bevrijd. |
Want wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de kracht zouden hebben om vrijwillig te geven zoals dit? Want van U is alles, en uit Uw hand hebben wij het U gegeven. | Mijn volk en ik hebben heel veel geschenken gegeven voor de tempel. Maar dat kon alleen door u! Alles wat wij voor uw tempel gegeven hebben, hebben we eerst van u gekregen. |
Geniet op de dag van voorspoed van het goede, maar bedenk op de dag van tegenspoed dat God zowel de ene als de andere gemaakt heeft, zodat de mens niet kan doorgronden iets wat na hem zijn zal. | Wees blij op de dagen dat het goed met je gaat. Maar bedenk dat God ook de slechte dagen gemaakt heeft. En niemand weet wat er in de toekomst zal gebeuren. |
En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. | Als je je laat leiden door je slechte verlangens, kun je niet doen wat God wil. |
Bewaar mij, o God, want ik heb tot U de toevlucht genomen. | Bescherm mij, God, bij u ben ik veilig. |
Want zij hebben het land niet door hun zwaard in bezit genomen en hún arm heeft hun geen verlossing gegeven, maar Uw rechterhand, Uw arm en het licht van Uw aangezicht, omdat U hun goedgezind was. | Ze kregen het land niet op eigen kracht, niet door hun wapens en hun leger. U hebt hun het land gegeven, u hebt hen geholpen met uw macht. U hebt hen beschermd, omdat u van hen hield. |
HEERE, God van de legermachten, breng ons terug; doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden. | Heer, machtige God, geef ons weer kracht. Kom bij ons en bescherm ons, dan zijn we gered. |
Gerelateerde onderwerpen
Leven
De HEERE zal u...
Bescherming
Bekleed u met de...
Vertrouwen
Vertrouw op de HEERE...
Toerusting
En laten wij op...
God
De HEERE, uw God...
Kracht
Wees niet bevreesd, want...