Spreuken 13 - HSV & BGT

Wie zijn mond behoedt, bewaart zijn ziel, wie zijn lippen openspert, hem… Spreuken 13:3

Wie zijn mond behoedt, bewaart zijn ziel, wie zijn lippen openspert, hem wacht de ondergang. Spreuken 13:3	Als je nadenkt voordat je iets zegt, bescherm je jezelf, maar als je zomaar dingen roept, loopt het slecht met je af. spreken wijsheid leven
Het losgeld voor iemands leven is zijn rijkdom, maar een arme krijgt zelfs geen bedreiging te horen. Spreuken 13:8	Rijke mensen kunnen bedreigd worden vanwege hun geld, maar arme mensen hoeven die angst niet te hebben. geld materialisme angst
Overmoed geeft alleen maar ruzie, maar bij wie zich raad laten geven, is wijsheid. Spreuken 13:10	Mensen die eigenwijs zijn, maken altijd ruzie. Mensen die naar goede raad luisteren, zijn wijs. wijsheid boosheid
Bezit aan vluchtigheid ontsproten, wordt minder, maar wie met zijn hand bijeenbrengt, vermeerdert zijn bezit. Spreuken 13:11	Rijkdom die je zomaar krijgt, ben je snel weer kwijt, maar als je hard werkt voor je geld, word je steeds rijker. geld hebzucht werken
Uitgestelde verwachting krenkt het hart, maar een vervuld verlangen is een boom des levens. Spreuken 13:12	Als je lang op iets moet wachten, word je wanhopig, maar als je krijgt waar je naar verlangde, word je gelukkig. hoop leven hart
Wie met wijzen omgaat, zal wijs worden, maar wie omgaat met dwazen, zal het slecht vergaan. Spreuken 13:20	Als je omgaat met wijze mensen, word je wijs, maar als je omgaat met dwaze mensen, loopt het verkeerd met je af. wijsheid straf