Die ieder vergelden zal naar zijn werken. | God beloont ieder mens naar zijn daden. |
Laat daarom ieder van ons zijn naaste behagen ten goede, tot opbouw. | Laat ieder van ons zich richten op het belang van de ander, op wat goed en opbouwend voor hem is. |
Ieder die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. | Ieder die de Zoon niet erkent, heeft ook de Vader niet. Wie de Zoon erkent, heeft ook de Vader. |
Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; want de zonde is de wetteloosheid. | Ieder die zondigt overtreedt Gods wet, want zondigen is Gods wet overtreden. |
Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. | Want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’ |
Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man. | Maar ook voor elk van u geldt dat ieder zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf, en dat een vrouw ontzag moet hebben voor haar man. |
Want de Schrift zegt: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. | Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ |
Ook de goedertierenheid is van U, Heere, want U zult eenieder vergelden naar zijn werk. | U, Heer, bent liefdevol, U beloont ieder mens naar zijn daden. |
En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden. | Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered. |
Want het einddoel van de wet is Christus, tot gerechtigheid voor ieder die gelooft. | De wet evenwel vindt zijn doel in Christus, zodat iedereen die gelooft rechtvaardig zal worden verklaard. |
Maar geef aan ieder die iets van u vraagt, en eis niet terug van hem die neemt wat van u is. | Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als iemand het je afneemt. |
Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEERE, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden. | Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEER, ben het die het hart doorgrondt, die nieren toetst, die ieder naar zijn levenswandel beloont, aan ieder geeft wat hij verdient. |
Zo dan, mijn geliefde broeders, ieder mens moet haastig zijn om te horen, maar traag om te spreken en traag tot toorn. | Geliefde broeders en zusters, onthoud dit goed: ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden. |
Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde. | Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde.’ |
En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn. | Ik kom spoedig, en heb het loon bij me om iedereen te belonen naar zijn daden. |
Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. | Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. |
Laat niemand zijn eigen voordeel zoeken, maar ieder dat van de ander. | Wees niet op uzelf gericht, maar op de ander. |
Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld. | Met een beroep op de genade die mij geschonken is, zeg ik u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden. U moet verstandig over uzelf denken, in overeenstemming met het geloof, de maatstaf die God ieder van u geschonken heeft. |
Laat ieder doen zoals hij in zijn hart voorgenomen heeft, niet met tegenzin of uit dwang, want God heeft een blijmoedige gever lief. | Laat ieder zo veel geven als hij zelf besloten heeft, zonder tegenzin of dwang, want God heeft lief wie blijmoedig geeft. |
Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u. | Iedereen die Ik liefheb wijs Ik terecht en bestraf Ik. Zet u dus volledig in en kom tot inkeer. |
Van Hem getuigen al de profeten dat ieder die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangen zal door Zijn Naam. | Van Hem getuigen alle profeten dat iedereen die in Hem gelooft door zijn naam vergeving van zonden krijgt. |
Ieder woord van God is gelouterd, Hij is een schild voor hen die tot Hem de toevlucht nemen. | Elk woord van God is getoetst, Hij is een schild voor wie bij Hem hun toevlucht zoeken. |
God, Die Zijn Kind Jezus heeft doen opstaan, heeft Hem eerst naar u gezonden om u hierin te zegenen dat Hij ieder van u zou afbrengen van zijn slechte daden. | God heeft zijn dienaar allereerst voor u laten opstaan en Hem naar u gezonden om ieder van u die zich afkeert van zijn slechte daden te zegenen. |
De een acht de ene dag boven de andere dag, maar de ander acht al de dagen gelijk. Laat ieder in zijn eigen geest ten volle overtuigd zijn. | De een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen. |
Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft. | Wie deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een wijs man, die zijn huis bouwde op een rots. |