Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen.
Maar zou een vrouw haar zuigeling vergeten, zich niet ontfermen over het kind dat zij droeg? Zelfs al zou zij het vergeten, Ik vergeet jou nooit. Ik heb je in mijn handpalmen gegrift, je muren staan Mij steeds voor ogen.