En de vrede van Christus, tot welke gij immers in één lichaam geroepen zijt, regere in uw harten; en weest dankbaar. | En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar. |
Laat ons oog daarbij (alleen) gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. | Terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God. |
Is er iemand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten der gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de lijder gezond maken, en de Here zal hem oprichten. En als hij zonden heeft gedaan, zal hem vergiffenis geschonken worden. | Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere. En het gelovige gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. |
De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de Here, dan zal Hij Zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. | Laat de goddeloze zijn weg verlaten, de man van ongerechtigheid zijn gedachten. Laat hij zich bekeren tot de HEERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen, tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. |
En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. | En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! |
Here, maak mij uw wegen bekend, leer mij uw paden. | HEERE, maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden. |
De liefelijkheid van de Here, onze God, zij over ons, en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat. | De lieflijkheid van de Heere, onze God, zij over ons; bevestig het werk van onze handen over ons, ja, het werk van onze handen, bevestig dat. |
Doe uw aanschijn lichten over uw knecht, verlos mij door uw goedertierenheid. | Doe Uw aangezicht over Uw dienaar lichten, verlos mij door Uw goedertierenheid. |
Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u. | Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe. |
En de Here God zeide: Zie, de mens is geworden als Onzer een door de kennis van goed en kwaad; nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven. Toen zond de Here God hem weg uit de hof van Eden om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. | Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven! Daarom zond de HEERE God hem weg uit de hof van Eden, om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. |
Een pad ten leven is hij, die de vermaning in acht neemt, maar wie de terechtwijzing veracht, doet dwalen. | Het pad ten leven is voor hem die vermaning in acht neemt, maar wie bestraffing achter zich laat, doet dwalen. |
Ieder onzer trachte zijn naaste te behagen, ten goede, tot opbouwing. | Laat daarom ieder van ons zijn naaste behagen ten goede, tot opbouw. |
Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt. | Maar bekleed u met de Heere Jezus Christus, en verzorg het vlees niet om begeerten op te wekken. |
Hij geve u naar uw hart, en doe al uw plannen in vervulling gaan. | Moge Hij u overeenkomstig de wens van uw hart geven en al uw voornemens in vervulling doen gaan. |
De liefde zij ongeveinsd. Weest afkerig van het kwade, gehecht aan het goede. | Laat de liefde ongeveinsd zijn. Heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede. |
In vrede kan ik mij te ruste begeven en aanstonds inslapen, want Gij alleen, o Here, doet mij veilig wonen. | In vrede zal ik gaan liggen en weldra slapen, want U alleen, HEERE, doet mij veilig wonen. |
Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid. | Wie is wijs en verstandig onder u? Laat hij uit zijn goede levenswandel zijn werken laten zien, in zachtmoedige wijsheid. |
En ieder doe, naardat hij zich in zijn hart heeft voorgenomen, niet met tegenzin of gedwongen, want God heeft de blijmoedige gever lief. | Laat ieder doen zoals hij in zijn hart voorgenomen heeft, niet met tegenzin of uit dwang, want God heeft een blijmoedige gever lief. |
Maar wie roemt, roeme in de Here; want niet wie zichzelf aanbeveelt, doch wie van de Here een aanbeveling ontvangt, heeft de proef doorstaan. | Maar wie roemt, laat hij roemen in de Heere. Want niet wie zichzelf aanbeveelt, die is welbeproefd, maar wie door de Heere wordt aanbevolen. |
Psalmzingt de Here, want Hij heeft grootse dingen gedaan; dit worde bekendgemaakt op de ganse aarde. | Zing psalmen voor de HEERE, want Hij heeft zeer grote dingen gedaan. Laat dit bekend worden over heel de aarde! |
En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen. | Terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen. |
Deze immers stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd. | De een acht de ene dag boven de andere dag, maar de ander acht al de dagen gelijk. Laat ieder in zijn eigen geest ten volle overtuigd zijn. |
De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets; Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij aan rustige wateren. | De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. |
Leer mij uw wil te doen, want Gij zijt mijn God, uw goede Geest geleide mij in een effen land. | Leer mij Uw welbehagen te doen, want U bent mijn God. Laat Uw goede Geest mij leiden in een geëffend land. |
Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten. | Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart. |
Gerelateerde onderwerpen
Leven
De HERE zal u...
Jezus
Jezus zag hen aan...
Kerk
En laten wij op...
Leren
Ik leer en onderwijs...
Zegen
De HERE zegene u...
Geest
De Here nu is...
Bijbeltekst van de dag
Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil,mijn burcht, ik zal niet wankelen.