Want alles wat verborgen is, zal zichtbaar worden. En alles wat geheim is, zal bekend worden. | Niets is verborgen dat niet onthuld zal worden, en niets is geheim dat niet bekend zal worden. |
Niemand kan zich voor mij verbergen, ik zie alles. Want ik ben overal, in de hemel en op de aarde. | Als iemand zich verbergt, zou Ik hem dan niet zien? – spreekt de HEER. Ben Ik niet overal, in de hemel en op aarde? – spreekt de HEER. |
Goede mensen zullen lang en gelukkig leven. Slechte mensen verbergen hun misdaden met mooie woorden. | Een rechtvaardige wordt rijk gezegend, de woorden van een goddeloze verhullen geweld. |
Jullie moeten dus met mij verbonden blijven, en naar mijn woorden luisteren. Dan zal alles wat je vraagt, gebeuren. | Als jullie in Mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. |
Wij weten dat Gods Zoon naar de wereld gekomen is. Hij heeft ons de ware God van dichtbij leren kennen. Wij zijn verbonden met de ware God omdat we verbonden zijn met zijn Zoon, Jezus Christus. Hij is de ware God, alleen bij hem is het eeuwige leven. | We weten ook dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de ware God te kennen. En wij zijn in Hem, omdat we in zijn Zoon Jezus Christus zijn. Hij is de ware God, Hij is het eeuwige leven. |
Maar ik zeg: Nee, het is beter dat mensen wel getrouwd zijn. Anders gaan ze misschien verlangen naar verboden seks. | Maar om ontucht te vermijden moet iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. |
Slaap alleen met de man of vrouw met wie je getrouwd bent. Wie verboden seks heeft of vreemdgaat, zal door God gestraft worden. | Houd het huwelijk in ere, in alle omstandigheden, en houd het echtelijk bed zuiver, want ontuchtplegers en echtbrekers zal God veroordelen. |
Lieve vrienden, blijf verbonden met Christus. Dan kunnen we vol vertrouwen zijn als hij terugkomt. En dan hoeven we ons tegenover hem niet te schamen. | Blijf dus in Hem, kinderen. Dan kunnen we vol vertrouwen zijn wanneer Hij verschijnt en hoeven we ons niet te schamen bij zijn komst. |
Stel dat we zeggen dat we met God verbonden zijn, maar intussen blijven we leven in de duisternis. Dan liegen we, en leven we niet volgens Gods waarheid. | Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid. |
Als je door water heen moet, zal ik bij je zijn. Als je rivieren oversteekt, zul je niet verdrinken. Als je door vuur loopt, zul je niet verbranden. De vlammen zullen je geen pijn doen. | Moet je door het water gaan – Ik ben bij je; of door rivieren – je wordt niet meegesleurd. Moet je door het vuur gaan – het zal je niet verteren, de vlammen zullen je niet verschroeien. |
Ik heb u lief, Heer. U geeft mij kracht. U beschermt me, bij u ben ik veilig. God, bij u kan ik me verbergen. U helpt mij en u bevrijdt mij. U redt me van mijn vijanden. | Ik heb u lief, HEER, mijn sterkte, HEER, mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder, God, mijn steenrots, bij u kan ik schuilen, mijn schild, kracht die mij redt, mijn burcht. |
Jullie zijn Gods heilige volk. Daarom mag er bij jullie zelfs niet eens gepraat worden over verboden seks, onreine dingen, en slechte verlangens. | Ontucht en zedeloosheid, in welke vorm dan ook, of hebzucht mogen bij u zelfs niet ter sprake komen – deze dingen horen niet bij heiligen. |
Jeremia, vraag me wat er gaat gebeuren, dan zal ik je antwoord geven. Ik ga je belangrijke dingen vertellen. Dingen die voor mensen verborgen zijn, en die ook jij niet weet. | Roep Mij aan, en Ik zal je antwoorden, Ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn. |
De boodschap die jullie vanaf het begin gehoord hebben, moeten jullie in je hart bewaren. Als jullie dat doen, zullen jullie met de Zoon en met de Vader verbonden blijven. | Wat uzelf betreft: wat u vanaf het begin hebt gehoord, laat dat in u blijven. Als in u blijft wat u vanaf het begin hebt gehoord, zult u in de Zoon en in de Vader blijven. |
Ik ben de stam van de druivenplant en jullie zijn de takken. Als jullie met mij verbonden blijven en ik met jullie, dan zul je veel goeds kunnen doen. Maar zonder mij kun je niets. | Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vruchten voortbrengen. Maar zonder Mij kun je niets doen. |
Stel dat iemand per ongeluk iets verkeerds doet, iets dat de Heer verboden heeft. Dan is die persoon schuldig. Ook al doet hij het per ongeluk, hij is toch schuldig. | Wie zonder het te weten zondigt tegen een van de geboden van de HEER en schuld op zich laadt door iets te doen dat niet toegestaan is, is strafbaar. |
Nu heeft de dood nog macht over ons. Dat komt door de zonde. Want de zonde verleidt de mensen om alles te doen wat de wet verbiedt. En daardoor moeten alle mensen sterven. | De angel van de dood is de zonde, en de zonde ontleent haar macht aan de wet. |
Maar als we leven in het licht, net zoals God in het licht is, dan zijn we als gelovigen met elkaar verbonden. Onze zonden worden dan vergeven. En we worden helemaal rein door het bloed van Gods Zoon, die voor ons gestorven is. | Maar gaan we onze weg in het licht, zoals Hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde. |
Laat je niet langer leiden door slechte verlangens. Verlang er niet naar om vreemd te gaan. Verlang niet naar verboden seks, of naar ander verkeerd gedrag op seksueel gebied. Verlang ook niet naar veel geld, want geld is een afgod. | Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij. |
Moeten we de conclusie trekken dat de wet en de zonde hetzelfde zijn? Nee, natuurlijk niet! Maar het zit zo: Door de wet leerden de mensen wat zonde is. Want de wet verbiedt alle verkeerde verlangens. Zo leerden de mensen die verlangens kennen. | Moeten we nu vaststellen dat de wet hetzelfde is als de zonde? Absoluut niet. Ik ben me echter pas door de wet bewust geworden van de zonde. Ik zou immers niet weten wat begeerte was als de wet niet zei: ‘Zet uw zinnen niet op wat van een ander is.’ |
Maar jullie hebben van Christus de heilige Geest gekregen, en die zal in jullie blijven. De Geest zelf zal jullie alles leren. Daarom hoeft niemand anders iets aan jullie te leren. Wat de Geest zegt, is waar. Hij bedriegt jullie niet. Blijf daarom verbonden met Christus, zoals de Geest jullie geleerd heeft. | Wat uzelf betreft: de zalving die u van Hem ontvangen hebt is blijvend, u hebt geen leraar nodig. Zijn zalving leert u alles naar waarheid, zonder bedrog. Blijf daarom in Hem, zoals zijn zalving u geleerd heeft. |
Want de wet is niet bedoeld voor goede en eerlijke mensen. De wet is bedoeld voor misdadigers, voor zondige mensen, voor vijanden van God. Voor mensen die ongehoorzaam zijn aan God en die God niet willen eren. Voor mensen die hun vader of moeder mishandelen, en voor moordenaars. Voor mensen die verboden seks hebben, voor mensen die jonge mannen betalen voor seks, voor slavenhandelaars en leugenaars. De wet is bedoeld voor iedereen die zulke misdaden pleegt. Al die dingen zijn verboden volgens de juiste, christelijke uitleg. Want ze passen niet bij het goede nieuws dat ik mag doorvertellen. Het goede nieuws over de machtige God, die alle eer moet krijgen. | We weten ook dat de wet er niet is voor de rechtvaardige, maar voor wie zich aan wet of gezag niet stoort, voor goddelozen en zondaars, die alles wat heilig is verachten en ontwijden, die hun eigen vader of moeder doden, voor moordenaars, ontuchtplegers, mannen die andere mannen misbruiken, slavenhandelaars, leugenaars en plegers van meineed. De wet is er voor alles wat indruist tegen de heilzame leer, die in overeenstemming is met het evangelie dat mij is toevertrouwd, het evangelie over de majesteit van de gelukzalige God. |
Jullie weten dat slechte mensen niet in Gods nieuwe wereld zullen komen. Vergis je niet: Dat geldt voor alle mensen die verboden seks hebben, afgoden vereren, vreemdgaan, stelen, graaien, veel te veel drinken, of anderen uitschelden. En voor jonge mannen die zich voor seks laten betalen, en voor de mannen die met hen naar bed gaan. | Weet u niet dat wie onrecht doet geen deel zal hebben aan het koninkrijk van God? Vergis u niet. Ontuchtplegers noch afgodendienaars, overspeligen noch mannen die zich prostitueren of die andere mannen misbruiken, dieven noch geldwolven, dronkaards, lasteraars noch uitbuiters zullen deel hebben aan het koninkrijk van God. |
Jezus zei verder: ‘Een mens wordt onrein van de dingen die uit hem naar buiten komen. Want alle slechte dingen die een mens doet, komen uit zijn eigen hart: slechte gedachten, verboden seks, moord, belediging, trots en domheid. En ook vreemdgaan, stelen, graaien, liegen, gemeen zijn, jaloers zijn op anderen, en je nergens voor schamen. Al die slechtheid maakt een mens onrein.’ | Hij zei: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’ |
Mensen die getrouwd zijn, moeten dus gewoon met elkaar naar bed gaan. Een man en een vrouw mogen wel afspreken om een tijdje niet met elkaar te slapen, zodat ze meer tijd hebben om te bidden. Let op: ik zeg dat dat mag, niet dat het moet. Ook moeten ze het er allebei mee eens zijn. En bovendien moeten ze daarna weer gewoon met elkaar naar bed gaan. Anders gaan ze verlangen naar verboden seks, en dan lukt het Satan misschien om hen te laten zondigen. | Weiger elkaar de gemeenschap niet, of het moest zijn dat u er wederzijds mee instemt u enige tijd aan het gebed te wijden. Kom daarna echter weer samen; anders zal Satan uw gebrek aan zelfbeheersing gebruiken om u te verleiden. |