Misschien vinden de mensen het niet prettig wat ik zeg. Maar dat maakt me niet uit. Ik doe alleen wat God wil. Ik ben alleen maar bezig met mijn werk voor Christus. | Tracht ik thans mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn. |
Ik vraag aan de Heer maar één ding, meer heb ik niet nodig. Ik wil bij hem wonen, elke dag, heel mijn leven. Ik wil bij hem zijn in de tempel. Dan zal ik zien hoe goed hij is. | Eén ding heb ik van de Here gevraagd, dit zoek ik: te verblijven in het huis des Heren al de dagen van mijn leven, om de liefelijkheid des Heren te aanschouwen, en om te onderzoeken in zijn tempel. |
Luister! Gewoon brood verdwijnt als je het opeet. Maar het hemelse brood geeft eeuwig leven. Doe je uiterste best om dat brood te krijgen. De Mensenzoon kan het je geven. Want God, de Vader, heeft hem die macht gegeven. | Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft God, de Vader, zijn zegel gedrukt. |