God dacht: Nu zijn de mensen net zoals ik. Ze weten nu wat goed is en wat kwaad is. Maar ik wil niet dat ze ook eten van de boom van het leven. Als ze vruchten van die boom eten, blijven ze altijd leven. Daarom stuurde God de mensen weg uit de tuin van Eden. Hij had de mens gemaakt van aarde. Nu moesten de mensen voortaan op die aarde gaan werken. | Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven! Daarom zond de HEERE God hem weg uit de hof van Eden, om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. |
Heer, voor trouwe mensen bent u trouw, voor goede mensen bent u goed. | Tegenover de goedertierene toont U Zich goedertieren, tegenover de oprechte man oprecht. |
Gerelateerde onderwerpen
Kwaad
Laat je niet overwinnen...
Rechtvaardigheid
Als je eerlijk en...
Naaste
Daarna komt deze regel...
Vertrouwen
Je moet op de...
Betrouwbaarheid
De Heer is trouw...
Liefde
Liefde is: geduldig en...