Daarom zijt gij, o mens, wie gij ook zijt, niet te verontschuldigen, wanneer gij oordeelt. Want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij, die oordeelt, bedrijft dezelfde dingen. | Daarom bent u niet te verontschuldigen, o mens, wie u ook bent die anderen oordeelt, want waarin u de ander oordeelt, veroordeelt u uzelf. U immers die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen. |
Die een ieder vergelden zal naar zijn werken. | Die ieder vergelden zal naar zijn werken. |
Want allen, die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan; en allen, die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden. | Want zij die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan, en zij die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden. |
Gerelateerde onderwerpen
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Veroordeling
Daarom zijt gij, o...
Naaste
Het tweede is dit...
Beloning
Wat gij ook doet...
Zonde
Of weet gij niet...
Wet
Wat ik u heden...