Bijbelteksten over 'Bedenk'
Indien de wereld u haat, weet dan, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. | Jezus zei: "Jullie zullen worden gehaat door de mensen die niet in Mij geloven. Bedenk dan dat ze Mij óók hebben gehaat." |
Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. | Geef de hemelse dingen de eerste plaats in je leven, en niet de aardse dingen. |
(Bedenkt) dit: wie karig zaait, zal ook karig oogsten, en wie mildelijk zaait, zal ook mildelijk oogsten. | Bedenk dit als je iets wil geven: iemand die zuinig zaait, zal ook weinig oogsten. En iemand die veel zaait, zal ook veel oogsten. |
Wees goedsmoeds in tijd van voorspoed, maar denk op de kwade dag: ook deze heeft God gemaakt evenzeer als die; immers kan de mens van de toekomst niets ontdekken. | Geniet wanneer het goed met je gaat. Maar bedenk in moeilijke tijden: "Ook deze dagen heeft God gemaakt, net zoals die andere dagen." Een mens heeft geen idee van wat er in de toekomst gebeuren zal. |
Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat. | En, broeders en zusters, richt je gedachten op alles wat waar, eerlijk, heilig, vriendelijk, mooi en goed is. |
Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij. | Laat alle mensen zien dat jullie vriendelijk zijn. De Heer is dicht bij jullie. |
Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was. | Wees net zo bescheiden als Jezus Christus was. |
Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het (ook). Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. | Kijk eens hoe ontzettend veel de Vader van ons houdt: Hij noemt ons 'kinderen van God.' De mensen die niet geloven, begrijpen ons niet. Dat komt omdat ze Hem niet kennen. |
Weer dus het verdriet uit uw hart en houd de kwalen weg van uw lichaam, want jeugd en jonkheid zijn ijdelheid. | Maak dus geen ruzie en zorg dat je gezond blijft. Bedenk dat je jeugd voorbijgaat: het is maar lucht. |
Doet alles zonder morren of bedenkingen, opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld, het woord des levens vasthoudende. | Doe alles zonder mopperen of klagen. Zorg ervoor dat niemand iets slechts van jullie kan zeggen. Wees echte kinderen van God op wie niets valt aan te merken. Want dan zullen jullie als stralende sterren zijn, die opvallen tussen de slechte en ongehoorzame mensen van deze tijd. Blijf gehoorzaam aan het woord dat leven geeft. |
En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem! | En alles wat jullie zeggen en doen, moeten jullie doen namens de Heer Jezus. Dank ook God de Vader door Hem. |
Want gij zult gedenken, dat gij dienstknechten in het land Egypte geweest zijt, en dat de Here, uw God, u vandaar heeft uitgeleid met een sterke hand en met een uitgestrekte arm; daarom heeft u de Here, uw God, geboden de sabbatdag te houden. | Vergeet nooit dat jullie slaven in Egypte zijn geweest en dat Ik jullie daaruit op een machtige manier heb gered. Daarom beveel Ik dat jullie je aan de heilige rustdag moeten houden. |
Weet (dit) wel, mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn. | Onthoud goed, lieve broeders en zusters, dat iedereen goed moet luisteren, maar niet te gauw iets moet zeggen. Word ook niet te snel boos. |
Laten wij dan niet langer elkander oordelen, maar komt liever tot dit oordeel: uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven. | Laten we dus niet langer kritiek op elkaar hebben. Bedenk liever dat het beter is om ervoor te zorgen dat je het geloof van je broeder of zuster niet beschadigt door jouw gedrag. |
Want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken. | Profetieën zijn geen woorden die mensen zelf hebben bedacht. Maar doordat de Heilige Geest zijn woorden aan mensen gaf, hebben die mensen namens God gesproken. |
Zo zegt de Here der heerscharen: spreekt eerlijk recht en bewijst elkander liefde en barmhartigheid; verdrukt weduwe noch wees, bijwoner noch arme, en beraamt niet in uw hart elkanders onheil? | Dit zei de Heer in die tijd: 'Spreek eerlijk recht. Wees goed en vriendelijk voor elkaar. Wees niet slecht voor de weduwen en weeskinderen, voor de buitenlanders en de arme mensen. Denk geen kwaad van elkaar.' |
En wanneer zij u wegvoeren om u over te leveren, weest dan niet van tevoren bezorgd wat gij zeggen moet, maar zegt wat u in die ure gegeven wordt; want gij zijt het niet, die spreekt, maar de heilige Geest. | En als de mensen jullie gevangen nemen, maak je dan niet van tevoren zorgen over wat je moet zeggen. Want op het juiste moment zullen jullie weten wat jullie moeten zeggen. En dát zullen jullie zeggen. Want het zullen niet jullie eigen woorden zijn, maar woorden die de Heilige Geest jullie geeft. |
Want krachtens de genade, die mij geschonken is, zeg ik een ieder onder u: koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van het geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld. | God heeft mij de taak gegeven om jullie geloof op te bouwen. Daarom zeg ik tegen jullie allemaal: vind jezelf niet belangrijker dan je bent. Wees bescheiden. Gedraag je op een manier die past bij de hoeveelheid geloof die God jou op dit moment heeft gegeven. Die hoeveelheid is bij iedereen verschillend. |
Nu dan, Israël, wat vraagt de Here, uw God, van u dan de Here, uw God, te vrezen door in al zijn wegen te wandelen; Hem lief te hebben; de Here, uw God, te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel; de geboden en de inzettingen des Heren, die ik u heden opleg, te onderhouden, opdat het u wèl ga. | Israël, luister. Jullie Heer God vraagt één ding van jullie: dat jullie diep ontzag voor Hem hebben. Hij wil dat jullie doen wat Hij zegt en van Hem houden. Dien de Heer God met je hele hart en met je hele ziel. Houd je aan de wetten en leefregels van de Heer die ik jullie nu geef. Want dan zal het goed met jullie gaan. |
En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden. | En als we weten dat Hij al onze gebeden beantwoordt, weten we dat we krijgen waar we Hem om hebben gevraagd. |
Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt. | Maar als je in de verleiding komt om iets verkeerds te doen, bedenk dan dit. Geen één verleiding is zó groot, dat je er niet tegenop zou kunnen. Want God laat je nooit in de steek. Hij zal niet toestaan dat je het zó moeilijk krijgt, dat je het niet meer aankan. Want Hij zal, als er verleidingen komen, ook voor de oplossing zorgen. Daardoor zul je sterk genoeg zijn om de juiste beslissingen te nemen. |
Gerelateerde onderwerpen
Spreken
Dood en leven zijn...
Wereld
Hebt de wereld niet...
Vriendelijkheid
Uw vriendelijkheid zij alle...
Jezus
Jezus zag hen aan...
Verstand
Bedenkt de dingen, die...
Leven
De HERE zal u...