Bijbelteksten over Luisteren
- Weet (dit) wel, mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn.
- Maar Hij zeide: Zeker, zalig, die het woord Gods horen en het bewaren.
- Roep tot Mij en Ik zal u antwoorden en u grote, ondoorgrondelijke dingen verkondigen, waarvan gij niet weet.
- En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden.
- En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar zijn wil, ons verhoort.
- Dan zult gij Mij aanroepen en heengaan en tot Mij bidden, en Ik zal naar u horen.
- Ik heb de Here lief,
want Hij hoort mijn stem, mijn smekingen.
Want Hij heeft zijn oor tot mij geneigd,
daarom zal ik mijn leven lang (tot Hem) roepen. - Wie op het woord acht geeft, zal het goede vinden;
ja, welzalig hij, die op de Here vertrouwt. - Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots.
- Wat u geleerd en overgeleverd is, wat gij van mij gehoord en gezien hebt, breng dat in toepassing en de God des vredes zal met u zijn.
- En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden.
- Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.
- Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.
- Toen het mij bang te moede was, riep ik de Here aan,
tot mijn God riep ik om hulp.
Hij hoorde mijn stem uit zijn paleis,
mijn hulpgeroep tot Hem drong door in zijn oren. - Mijn zoon, sla acht op mijn woorden,
neig uw oor tot mijn uitspraken;
laat ze niet wijken uit uw ogen,
bewaar ze diep in uw hart. - Een pad ten leven is hij, die de vermaning in acht neemt,
maar wie de terechtwijzing veracht, doet dwalen. - Here, des morgens hoort Gij mijn stem,
des morgens leg ik het U voor, en zie uit. - De ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen,
en zijn oren tot hun hulpgeroep. - Indien gij niet hoort, en indien gij het niet ter harte neemt mijn naam eer te geven, zegt de Here der heerscharen, dan zal Ik onder u een vloek zenden en uw zegeningen in vloek verkeren; ja, Ik heb ze reeds in vloek verkeerd, omdat gij het niet ter harte genomen hebt.
- De Here, uw God, zult gij volgen, Hem vrezen, zijn geboden houden en naar zijn stem luisteren: Hem zult gij dienen en aanhangen.
- Maar omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen Gods lof, en de gevangenen luisterden naar hen.
- Die u de Geest schenkt en krachten onder u werkt, (doet Hij dit) ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof?
- Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.
- Ik zocht de Here en Hij antwoordde mij,
Hij redde mij uit al mijn verschrikkingen. - Daarom, al wat gij in het donker gesproken hebt, zal in het licht gehoord worden en wat gij aan het oor gezegd hebt, in de binnenkamer, zal van de daken gepredikt worden.
Gerelateerde onderwerpen
Bidden
Verblijdt u te allen...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zeide...
Woord van God
Elk van God ingegeven...
Wet
Wat ik u heden...
Spreken
Dood en leven zijn...
Zegen
De HERE zegene u...
Bijbeltekst van de dag
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?