Bijbelteksten over het Woord van God
- Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.
- Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten.
- Uw woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad. - En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden.
- Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren?
Als hij dat houdt naar uw woord. - Maar Hij zeide: Zeker, zalig, die het woord Gods horen en het bewaren.
- Het gras verdort, de bloem valt af, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand.
- Gods weg is volmaakt;
des Heren woord is zuiver.
Hij is een schild voor allen
die bij Hem schuilen. - Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots.
- De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
- Doet alles zonder morren of bedenkingen, opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld, het woord des levens vasthoudende.
- Het openen van uw woorden verspreidt licht,
het geeft de onverstandigen inzicht. - Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.
- In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.
- Want des Heren woord is waarachtig,
al zijn werk geschiedt in trouw. - Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.
- En verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid.
- Op God, wiens woord ik prijs.
Op God vertrouw ik, ik vrees niet;
wat zou vlees mij aandoen? - Want de Here geeft wijsheid,
uit zijn mond komen kennis en verstandigheid. - Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.
- Gij zijt mijn schuilplaats en mijn schild,
ik hoop op uw woord. - Alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend.
- Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden.
- Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden.
- Ja, Hij verootmoedigde u, deed u honger lijden en gaf u het manna te eten, dat gij niet kendet en dat ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te doen weten, dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des Heren uitgaat.
Gerelateerde onderwerpen
Betrouwbaarheid
Maar wèl getrouw is...
Leven
De HERE zal u...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zeide...
Wet
Wat ik u heden...
Luisteren
Weet (dit) wel, mijn...
Bescherming
Doet de wapenrusting Gods...
Bijbeltekst van de dag
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?