Als de HEER het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers; als de HEER de stad niet bewaakt, vergeefs doet de wachter zijn ronde. | Als de Heer het huis niet bouwt, heeft het geen zin dat de bouwers hard zwoegen. Als de Heer de stad niet beschermt, heeft het geen zin dat de wachtposten de stad bewaken. |
Dus troost elkaar en wees elkaar tot steun, zoals u trouwens al doet. | Bemoedig elkaar hiermee en bouw elkaars geloof op. Maar dat doen jullie ook. |
Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ | Want in de Boeken staat: "Iedereen die op Hem vertrouwt, zal niet in Hem teleurgesteld worden." |
U zegt: ‘Alles is toegestaan.’ Zeker, maar niet alles is goed. Alles is toegestaan, maar niet alles is opbouwend. | Alles mag, maar niet alles is nuttig. Alles mag, maar niet alles is goed voor een ander. |
Wie deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een wijs man, die zijn huis bouwde op een rots. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Lúister niet alleen naar wat Ik zeg, maar dóe het ook. Dan lijk je op een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde." |
Elk huis heeft een bouwer, maar God is de bouwer van alles. | Elk huis wordt door iemand gebouwd, maar degene die dít alles gebouwd heeft, is God. |