Denk niet dat ik vrede kom brengen op aarde. Nee, ik breng geen vrede, maar vijandschap. | Denk niet dat Ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. |
Ik wil u eer brengen, mijn God. Ik wil u danken, mijn koning, nu en altijd. | U, mijn God en koning, wil ik roemen, uw naam prijzen tot in eeuwigheid. |
Je moet offers aan de Heer brengen, en hem het beste van je oogst geven. | Eer de HEER met al je rijkdom, met het beste van de oogst. |
Uw woorden brengen licht in het donker. Zo weten mensen hoe ze moeten leven. | Als uw woorden opengaan, is er licht en inzicht voor de eenvoudigen. |
En de Heer zal me blijven beschermen tegen alle slechte daden van mensen. Hij zal me veilig naar de hemel brengen, waar hij koning is. Alle eer aan hem voor altijd en eeuwig! Amen. | De Heer zal me van alle kwaad redden en me veilig naar zijn hemels koninkrijk brengen. Hem komt de eer toe tot in alle eeuwigheid. Amen. |
Want in de heilige boeken zegt God tegen ons: «Ik heb jullie uitgekozen om een redder te zijn voor alle volken. Jullie moeten overal op aarde redding brengen.» | Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken, om redding te brengen tot aan de uiteinden van de aarde.” |
Dit is de waarheid: Er is maar één God. En de enige die mensen bij God kan brengen, is de mens Jezus Christus. | Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. |
Als mensen je in moeilijkheden brengen, bid dan voor hen. Vraag God niet om hen te straffen, maar bid voor hen. | Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. |
Gods dienaar zegt: ‘God, de Heer, heeft mij uitgekozen. Hij heeft mij zijn geest gegeven. Hij heeft mij gestuurd om aan arme mensen het goede nieuws te brengen. En om aan mensen die lijden, weer hoop te geven. Hij heeft me gestuurd om tegen gevangenen te zeggen: ‘Jullie zijn vrij!’’ | De geest van God, de HEER, rust op mij, want de HEER heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij mij gezonden, om aan verslagen harten hoop te bieden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan geketenden hun bevrijding. |
Vrienden, we moeten elkaar niet meer veroordelen. Laten we afspreken dat we het andere gelovigen niet moeilijk maken. En dat we hun geloof niet in gevaar brengen. | Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen. In plaats daarvan moet u zich voornemen uw broeder en zuster niet te laten struikelen of ten val te brengen. |
Dit zeg ik daarover: Je moet ook van je vijanden houden. En je moet bidden voor de mensen die jou in moeilijkheden brengen. | Dit zeg Ik daarover: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen. |
De moeilijkheden die we meemaken, gaan voorbij. Die zijn niet belangrijk. Maar ze brengen ons iets wat juist wel belangrijk is: het eeuwige leven bij God. | En de geringe last die we tijdelijk te dragen hebben, brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft. |
Later zullen jullie het helemaal begrijpen. Dat zal gebeuren als de heilige Geest komt. De Vader zal hem als helper naar jullie toe sturen. Dat doet hij voor mij. De heilige Geest zal jullie herinneren aan alles wat ik tegen jullie gezegd heb. En hij zal ervoor zorgen dat jullie het begrijpen. | Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest, die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb. |
Maar ik niet! Ik zal u met offers danken, en een lied voor u zingen. Alles wat ik beloof, zal ik doen. Want alleen u, Heer, brengt redding! | Maar ik zal mijn stem in dank verheffen en U offers brengen; mijn geloften los ik in. Het is de HEER die redt! |
Het verlangen naar geld is de oorzaak van alles wat slecht is. Sommige christenen wilden zo graag rijk worden, dat ze het geloof kwijtgeraakt zijn. En zo brengen ze zichzelf in grote problemen. | Want de wortel van alle kwaad is geldzucht. Door zich daaraan over te geven zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed berokkend. |
Maar jullie hebben eerbied voor mij. Voor jullie zal op die dag de zon opgaan. En die zon zal geluk en vrede brengen. Jullie zullen net zo vrolijk zijn als kalveren die losgelaten worden uit de stal. | Maar voor jullie die ontzag voor mijn naam hebben zal de zon van de gerechtigheid, die genezing in haar vleugels draagt, stralend opgaan. Huppelend als kalveren die op stal hebben gestaan zullen jullie naar buiten komen. |
Mensen die rijk willen worden, laten zich verleiden om slechte dingen te doen. Met hun dwaze en verkeerde verlangens brengen ze zichzelf in gevaar. Het loopt verkeerd met hen af, ze verliezen uiteindelijk hun leven. | Wie rijk wil worden, staat bloot aan verleiding, raakt in een valstrik en valt ten prooi aan allerlei dwaze en schadelijke begeerten die een mens in het verderf storten en ten onder doen gaan. |
Denk erom, vrienden, pas op voor de mensen die ruzie veroorzaken in de kerk. Zij proberen jullie geloof in gevaar te brengen. Ze vertellen jullie iets heel anders dan wat jullie geleerd hebben over het geloof. Luister niet naar die mensen. | Ik spoor u aan, broeders en zusters, op te passen voor degenen die tweedracht zaaien en anderen in de weg staan, en die daarmee ingaan tegen alles wat u hebt geleerd. Ga hun uit de weg. |
Maar God hielp me, zoals altijd. En dus vertel ik nog steeds aan iedereen over de messias. Mozes en de profeten hebben al gezegd wat er met de messias zou gebeuren. En ik vertel precies hetzelfde: De messias zou lijden en sterven, en als eerste opstaan uit de dood. En hij zou een boodschap van redding brengen aan alle volken. | Omdat God mij echter tot op de dag van vandaag bijstaat, blijf ik mijn getuigenis zonder onderscheid aan iedereen bekendmaken, en daarbij zeg ik niets anders dan wat volgens de profeten en Mozes moest gebeuren, namelijk dat de messias zou lijden en sterven en dat Hij als eerste van de doden zou opstaan om aan zijn eigen volk en aan de andere volken het licht te verkondigen. |
Dwaze mensen zorgen met hun woorden voor ruzie. Alles wat ze zeggen, geeft problemen. | De woorden van een dwaas zaaien tweedracht, wat hij zegt, leidt tot een vechtpartij. |
Die dieven wilden de schapen stelen, doden en opeten. Maar ik ben gekomen om de schapen naar buiten te brengen, naar plaatsen met veel gras. Dat betekent: ik ben gekomen om mensen het eeuwige leven te geven. Want ik ben de deur naar het eeuwige leven. Wie in mij gelooft, wordt gered. | Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid. |
Maak daarom een einde aan het kwaad dat jullie doen! Zorg ervoor dat jullie niet voor je fouten gestraft worden. | Kom tot inkeer; bega geen misdaden meer, anders brengen die jullie ten val. |
Wees dus niet bang, ook niet voor de beschuldigingen van ongelovigen. Als je lijdt omdat je Gods wil doet, ben je juist gelukkig. | Maar zelfs als u zou lijden omwille van de gerechtigheid, dan bent u toch gelukkig te prijzen. Wees daarom niet bang voor de mensen en laat u door niets in verwarring brengen. |
God heeft mij uitgekozen. Daarom is zijn Geest bij mij. God heeft mij gestuurd om aan arme mensen het goede nieuws te vertellen. En om tegen gevangenen te zeggen dat ze weer vrij zijn. Om blinden te vertellen dat ze weer zullen zien. En om mensen die het moeilijk hebben, te helpen. | De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven. |
Ik zal zorgen dat de volken weer eerbied voor mij krijgen. Ik zal ze laten zien dat ik een heilige God ben. Want ik ga jullie weghalen uit de landen waar jullie terechtgekomen zijn. Ik zal jullie bij elkaar brengen, en weer terug laten gaan naar je eigen land. Dan zullen de volken begrijpen dat ik de Heer ben. | Ik zal de heiligheid van mijn grote naam, die door jullie bij die volken is ontwijd, herstellen. Die volken zullen beseffen dat Ik de HEER ben – spreekt God, de HEER. Door jullie zal Ik ze laten zien dat Ik heilig ben. |