Je kunt niet trouw zijn aan twee bazen tegelijk. Want je zult altijd meer liefde hebben voor de één dan voor de ander. En je zult altijd meer respect hebben voor de één dan voor de ander. Je kunt dus niet tegelijk voor God en voor het geld leven. | Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon. |
God heeft zijn Zoon naar de wereld gestuurd om de mensen te redden. Niet om hen te veroordelen. | Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde. |
Vergeet mij niet, draag mijn liefde als een ketting op je borst, als een armband om je arm. De liefde is zo sterk als de dood, niemand houdt de liefde tegen. De liefde lijkt op een vuur, een vuur dat hevig brandt. | Leg mij als een zegel aan uw hart als een zegel aan uw arm. Want sterk als de dood is de liefde onverbiddelijk als het rijk van de doden de hartstocht, haar vlammen zijn vuurvlammen, een vuurgloed des Heren. |
Doe de heilige Geest van God geen verdriet. De heilige Geest is in jullie aanwezig, als bewijs dat jullie bij God horen. Daardoor worden jullie gered op de dag dat God de christenen komt bevrijden. | En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing. |
Hij is de redder die God gestuurd heeft. Er is niemand anders op de wereld die ons kan redden. | En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden. |
Toen nam Jezus het brood en de vis. Hij keek omhoog naar de hemel en dankte God voor het voedsel. Daarna brak hij het brood en de vis in stukken. Hij gaf het aan de leerlingen, en zij deelden het uit aan de mensen. Alle mensen konden eten zo veel als ze wilden. Het eten dat overbleef, werd verzameld. Het waren twaalf manden vol. | Toen nam Hij de vijf broden en de twee vissen, en Hij zag op naar de hemel, sprak de zegen uit en brak ze, en Hij gaf ze aan de discipelen om ze aan de schare voor te zetten. En zij aten en werden allen verzadigd en het overschot werd door hen opgeraapt: twaalf manden met brokken. |
Maar de Heer redt mensen die hem dienen. Zij hoeven niet bang te zijn, want de Heer beschermt hen. | De Here verlost de ziel van zijn knechten, allen die bij Hem schuilen, zullen niet boeten. |
Hoe een mens van binnen is, dat weet alleen de geest van die persoon. En net zo weet alleen de Geest van God wat God denkt. | Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods. |
De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal bij je komen. En door de kracht van de allerhoogste God zul je zwanger worden. Daarom zal jouw kind bij God horen, en zal hij Zoon van God genoemd worden.’ | En de engel antwoordde en zeide tot haar: De heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden. |
Gelukkig zijn mensen die bescherming zoeken bij de Heer. Zij zullen zien hoe goed hij is. | Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt. |
Gelukkig is het volk dat leeft met de Heer. De Heer is hun God, hij heeft hen uitgekozen. | Welzalig het volk, welks God de Here is, de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos. |
Houd je bezig met de hemel, en niet met deze wereld. | Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. |
De Heer zal zijn volk sterk maken, hij zal zijn volk vrede geven. | De Here zal zijn volk sterkte verlenen, de Here zal zijn volk zegenen met vrede. |
Maar zo zal het niet blijven. Want de Heer zal zijn geest aan de Israëlieten geven. Dan zal de woestijn weer een tuin vol bomen worden. | Totdat over ons uitgestort wordt de Geest uit den hoge. Dan wordt de woestijn een gaarde en de gaarde gelijkt een woud. |
Want de Heer is goed voor zijn volk, hij laat zijn dienaren overwinnen. | Want de Here heeft een welbehagen in zijn volk, Hij kroont de ootmoedigen met heil. |
Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer. En hij luisterde, hij heeft mij bevrijd. | Uit de benauwdheid heb ik tot de Here geroepen, de Here heeft mij geantwoord en mij in de ruimte gesteld. |
Toen de gelovigen dat hoorden, lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus. Daarna legde Paulus zijn handen op hun hoofd, en zo kregen ze de heilige Geest. Die zorgde ervoor dat ze in verschillende talen gingen spreken. In al die talen vertelden ze over de plannen van God. | En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus. En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden. |
Wees blij op de dagen dat het goed met je gaat. Maar bedenk dat God ook de slechte dagen gemaakt heeft. En niemand weet wat er in de toekomst zal gebeuren. | Wees goedsmoeds in tijd van voorspoed, maar denk op de kwade dag: ook deze heeft God gemaakt evenzeer als die; immers kan de mens van de toekomst niets ontdekken. |
Je kunt alleen wijs worden als je eerbied hebt voor de Heer. Je kunt alleen inzicht krijgen als je vertrouwt op de heilige God. | De vreze des Heren is het begin der wijsheid en het kennen van de Hoogheilige is verstand. |
De heilige Geest heeft ervoor gezorgd dat jullie een eenheid zijn. Doe je uiterste best om die eenheid te bewaren, door in vrede met elkaar te leven. | En u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes. |
Dank de Heer en maak bekend wie hij is! Vertel aan iedereen wat hij gedaan heeft. | Looft de Here, roept zijn naam aan, maakt onder de volken zijn daden bekend. |
De Heer is trouw. Hij zal jullie kracht geven en beschermen tegen de macht van het kwaad. | Maar wèl getrouw is de Here, die u sterken zal en u bewaren voor de boze. |
Vier de sabbat, want dat is een bijzondere dag. Zes dagen mogen jullie werken en bezig zijn met alles wat je moet doen. Maar de zevende dag is een dag die voor mij bestemd is. Dan mag je niet werken. Ook je zoon, je dochter, je slaaf en je slavin mogen niet werken. Je dieren mogen niet voor je werken. En ook de vreemdelingen die in jullie steden wonen, mogen niet werken. Ik heb in zes dagen de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat daar leeft. Maar ik rustte op de zevende dag. Daarom heb ik de zevende dag gezegend. Ik heb er een heilige dag van gemaakt. | Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt; zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. Want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de Here de sabbatdag en heiligde die. |
De Heer wil eerlijkheid en recht. Overal op aarde zie je zijn goedheid. | Hij heeft gerechtigheid en recht lief, de aarde is vol van de goedertierenheid des Heren. |
Luister goed naar mijn woorden: Zo lang als de hemel en de aarde bestaan, zal er geen punt of komma uit de wet verdwijnen. De wet zal altijd blijven bestaan, totdat alles gebeurd is wat er gebeuren moet. | Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. |
Gerelateerde onderwerpen
Heilige Geest
En de heilige Geest...
Zegen
De Heer zal jullie...
Redding
Hij is de redder...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Wereld
Jullie mogen de wereld...
Geest
En de heilige Geest...
Bijbeltekst van de dag
Alleen bij hem ben ik veilig.Hij redt mij altijd,
hij beschermt me.
Er zal mij geen kwaad overkomen.
Willekeurige Bijbeltekst
De Heer is goed voor zijn volk, we leven nog!Zijn liefde blijft altijd bestaan.
Zijn trouw is groot.
Hij zorgt voor ons, elke dag weer.Volgende tekst!Met afbeelding