Jezus antwoordde: "God wil dat jullie geloven in de Man die Hij heeft gestuurd." | ‘Dit moet u voor God doen: geloven in Hem die Hij gezonden heeft,’ antwoordde Jezus. |
Zeg daarom tegen hen: Dit zegt de Heer: Niets van wat Ik gezegd heb, zal Ik nog langer uitstellen. Wat Ik heb gezegd, gaat nú gebeuren, zegt de Heer. | Zeg daarom tegen hen: “Dit zegt God, de HEER: Wat Ik besloten heb, zal niet worden uitgesteld! Alles wat Ik zeg, zal gebeuren! – zo spreekt God, de HEER.” |
Al deze kennis komt van de Heer van de hemelse legers. Gods wijsheid is groot. Zijn plannen zijn wijs. Met alles wat God doet heeft Hij een plan. | Ook dit vindt zijn oorsprong bij de HEER van de hemelse machten: zijn beleid is wonderbaarlijk, zijn wijsheid is groot. |
De tweede wet, die net zo belangrijk is, is deze: 'Houd net zoveel van je broeders als van jezelf.' Geen enkele wet is belangrijker dan deze twee. | En daarna komt dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze. |
Dit is gebeurd zodat zou uitkomen wat de Heer God van tevoren door de profeet Jesaja heeft gezegd: "Het meisje dat nog maagd is zal in verwachting raken en een zoon krijgen. De mensen zullen Hem Immanuël noemen. Dat betekent: 'God is met ons.' " | Dit alles is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent: ‘God is met ons’. |
Door dit met je hart te geloven, word je vrijgesproken van schuld. En door het met je mond hardop te zeggen, word je gered. | Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. |
Ik geef jullie de opdracht om net zoveel van elkaar te houden als dat Ik van jullie houd. | Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals Ik jullie heb liefgehad. |
Dat zeg ik niet omdat ik ergens tekort aan zou hebben. Want ik heb geleerd om altijd genoeg te hebben, wát er ook gebeurde. | Ik zeg dit niet omdat ik gebrek lijd; ik heb geleerd om in alle omstandigheden tevreden te zijn. |
Hierna zagen ze hoe Hij opsteeg naar de hemel. Toen kwam er een wolk en ze zagen Hem niet meer. | Toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze Hem niet meer zagen. |
Van alles wat ik hier gezegd heb, is de conclusie: Heb diep ontzag voor God en houd je aan zijn wet. Want dat is het belangrijkste voor elk mens. | Alles wat je hebt gehoord komt hierop neer: heb ontzag voor God en leef zijn geboden na. Dat geldt voor ieder mens. |
Houd de woorden van dit wetboek altijd in je gedachten. Denk er dag en nacht over na. Want alleen dan zul je precies kunnen doen wat er in staat. En dan zul je altijd succes hebben. Alles wat je doet, zal lukken. | Leg dat wetboek geen moment terzijde en verdiep je er dag en nacht in, opdat je je aan alles houdt wat erin geschreven staat. Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. |
Want ik weet dat die blijdschap mij goed zal doen. Ook jullie gebeden en de hulp van de Geest van Jezus Christus helpen mij. | Omdat ik weet dat dit alles door uw gebed en de hulp van de Geest van Jezus Christus tot mijn redding leidt. |
Dit zei de Heer in die tijd: 'Spreek eerlijk recht. Wees goed en vriendelijk voor elkaar. Wees niet slecht voor de weduwen en weeskinderen, voor de buitenlanders en de arme mensen. Denk geen kwaad van elkaar.' | Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Spreek eerlijk recht, wees goed en zorgzaam voor elkaar; onderdruk geen weduwen en wezen en ook geen vreemdelingen en armen, en wees er niet op uit om een ander kwaad te doen. |
Alle twee zijn aantrekkelijk: ik wil graag uit dit leven vertrekken om bij Christus te kunnen zijn. Dat is voor mij het allerbeste. Maar nog blijven leven is beter voor júllie. | Ik word naar twee kanten getrokken: enerzijds verlang ik ernaar te sterven en bij Christus te zijn, want dat is het allerbeste; anderzijds is het meer in uw belang dat ik blijf leven. |
Ga terug en zeg tegen Hizkia, de koning van mijn volk: Dit zegt de Heer, de God van uw voorvader David: Ik heb uw gebed gehoord en uw tranen gezien. Ik zal u genezen. Over drie dagen zult u naar de tempel van de Heer gaan. | Ga weer naar binnen en zeg tegen Hizkia, de vorst van mijn volk: “Dit zegt de HEER, de God van je voorvader David: Ik heb je gebed gehoord en je tranen gezien. Welnu, Ik zal je genezen. Over drie dagen zul je in staat zijn naar mijn tempel te gaan.” |
En dat is Gods werk. Hij heeft door Jezus Christus de mensen vergeving gegeven. En Hij heeft ons de taak gegeven ervoor te zorgen dat de mensen dat weten. | Dit alles is het werk van God. Hij heeft ons door Christus met zich verzoend en ons de taak gegeven dat bekend te maken. |
Vinden jullie dít al te ver gaan? Wat zullen jullie dan zeggen, als jullie de Mensenzoon omhoog zien gaan naar de plaats waar Hij vroeger ook was? | Maar als jullie nu de Mensenzoon zouden zien opstijgen naar waar Hij eerst was? |
Maar vergeet niet, lieve broeders en zusters, dat één dag bij de Heer is als duizend jaar, en dat duizend jaar is als één dag. | Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. |
Ik vraag maar één ding van de Heer. Dit is wat ik het liefste wil: ik wil alle dagen van mijn leven dicht bij de Heer zijn, om ervan te genieten hoe prachtig en hoe vriendelijk Hij is en om Hem te leren kennen. | Ik vraag aan de HEER één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de HEER alle dagen van mijn leven, om de liefde van de HEER te aanschouwen, Hem te ontmoeten in zijn tempel. |
We moeten dus goed ons best doen om die rust binnen te gaan. Want als we ongehoorzaam zijn, zullen we die rust mislopen. Net zoals het volk Israël die rust misliep door zijn ongehoorzaamheid. | Laten we dus alles op alles zetten om die rust binnen te gaan, opdat niemand dit voorbeeld van ongehoorzaamheid volgt en te gronde gaat. |
Onthoud goed, lieve broeders en zusters, dat iedereen goed moet luisteren, maar niet te gauw iets moet zeggen. Word ook niet te snel boos. | Geliefde broeders en zusters, onthoud dit goed: ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden. |
We prijzen en vervloeken met dezelfde mond! Dat is niet goed, broeders en zusters! | Uit dezelfde mond klinkt zegen en vervloeking. Dat kan toch niet goed zijn, broeders en zusters? |
Maar Ik zeg tegen jullie: houd van je vijanden en bid voor de mensen door wie jullie slecht behandeld worden. | Dit zeg Ik daarover: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen. |
Alle dingen zijn door het Woord gemaakt. Werkelijk alles wat er is, bestaat doordat het Woord het heeft gemaakt. | Alles is erdoor ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat. |
Maar nu heeft God zijn geweldige plan aan zijn kinderen bekend willen maken. Dat geweldige plan is, dat Christus ook in niet-Joodse mensen wil wonen. Door Hem ontvangen jullie alle goede dingen die God jullie wil geven. | Aan hen heeft God bekend willen maken hoe luisterrijk dit geheim is voor alle volken: Christus is in u, Hij is uw hoop op goddelijke luister. |