Uw woorden zijn voor mij als een lamp in het donker, als een licht in mijn leven. | Uw woord leidt mij. Het is als een lamp voor mijn voeten, een licht op mijn pad. |
Leef met elkaar alsof jullie één lichaam zijn, met één geest. Want jullie zijn allemaal door God uitgekozen om gered te worden. Daar vertrouwen jullie op. | Want er is maar één Lichaam en er is maar één Geest. En we hebben allemaal één hoop en één roeping. |
Een huis en een erfenis krijg je van je ouders, maar een wijze vrouw krijg je van de Heer. | Huis en bezit erf je van je ouders. Maar een verstandige vrouw is een geschenk van de Heer. |
Jezus zei tegen de mensen: ‘Niemand zet een brandende lamp onder een emmer of onder een bed. Je zet een lamp juist hoog. Dan kan iedereen die binnenkomt, het licht goed zien.’ | Jezus zei: "Als je een olielamp aansteekt, zet je hem daarna niet onder een emmer of onder je bed. Nee, je zet hem ergens hoog neer, zodat iedereen die binnenkomt het licht ziet." |
Een volk dat goed en eerlijk leeft, krijgt respect, maar een slecht volk wordt niet geëerd. | Een rechtvaardig volk wordt geëerd. Maar als een volk onrechtvaardig is, is dat een schande. |
Een vriend blijft je altijd trouw. Een broer of zus helpt je in moeilijke tijden. | Een vriend blijft altijd een vriend, in goede en in slechte tijden. Een broer staat voor je klaar in tijd van nood. |
Jullie zijn het licht in deze wereld. Een stad op een berg is voor iedereen zichtbaar. | Jullie zijn het licht voor de wereld. Een stad die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. |
Een mens is veel belangrijker dan een schaap. Je mag op sabbat dus iets goeds doen. | En een mens is toch veel belangrijker dan een schaap? Daarom mag je op de heilige rustdag goed doen. |
Als je rustig blijft bij een ruzie, krijg je waardering, maar als je gaat schreeuwen, ben je een dwaas. | Het eert een mens als hij ruzies vermijdt. Maar een dwaas doet met elke ruzie mee. |
De Heer zelf zal u een teken geven. Een jonge vrouw zal zwanger worden en ze zal een zoon krijgen. Ze zal haar kind Immanuel noemen. | U wil God niet om een teken vragen. Daarom zal de Heer u ongevraagd een teken geven: het meisje dat nog maagd is, zal in verwachting raken en een zoon krijgen. Ze zal hem Immanuël (= 'God met ons') noemen. |
Als je veel vrienden hebt, krijg je snel problemen. Eén echte vriend is goud waard. | Als je vrienden hebt, doe dan je best om ze te vriend te houden. Want een vriend is trouwer dan een broer. |
Goede mensen zijn veilig bij de Heer, net zo veilig als in een stad met een sterke toren. | De Heer is als een sterke toren. Rechtvaardige mensen rennen daarheen en zijn veilig. |
Er is voor alles in het leven een geschikte tijd. | Er is voor alle dingen een moment en voor alle dingen onder de hemel is er een tijd. |
Vergeet mij niet, draag mijn liefde als een ketting op je borst, als een armband om je arm. De liefde is zo sterk als de dood, niemand houdt de liefde tegen. De liefde lijkt op een vuur, een vuur dat hevig brandt. | Draag me dicht op je hart, dicht bij je, zoals je een armband om je arm draagt. Want de liefde is net zo sterk als de dood: je kunt er niet aan ontkomen! Het verlangen van de liefde is als vuur, een vuur dat door de Heer is aangestoken. |
Maar al bij de schepping maakte God een man en een vrouw. Zo komt het dat een man niet bij zijn vader en moeder blijft. Hij gaat met zijn vrouw leven en ze worden samen helemaal één. Ze zijn niet langer twee, maar ze zijn samen één geheel. En wat God bij elkaar brengt, mag een mens niet scheiden. | Maar vanaf het begin van de wereld heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Er staat in de Boeken: 'Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dan zijn ze niet meer twee aparte mensen, maar samen één geheel.' En wat God zo tot één geheel heeft gemaakt, zou een mens niet meer uit elkaar moeten halen. |
Als je roddelt over anderen, ben je schijnheilig. Als je iemand beledigt, ben je een dwaas. | Als je verbergt dat je iemand eigenlijk niet mag, ben je schijnheilig. Als je slechte dingen over andere mensen rondvertelt, ben je een dwaas. |
Johannes liep in een jas van kameelhaar, en hij had een leren riem om. Hij leefde van sprinkhanen en honing. | Johannes droeg een mantel die van kameelhaar was gemaakt, met een leren gordel om zijn middel. Hij leefde van sprinkhanen en honing van wilde bijen. |
In de heilige boeken staat: «Zo komt het dat een man niet bij zijn vader en moeder blijft. Hij gaat met zijn vrouw leven, en ze worden samen helemaal één.» | Er staat in de Boeken, dat een man en zijn vrouw samen één zijn: "Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en zijn moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dat moment zijn ze één geheel." |
Dit is de waarheid: Er is maar één God. En de enige die mensen bij God kan brengen, is de mens Jezus Christus. | Want er is maar één God en er is ook maar één persoon die voor de mensen opkomt bij God: de mens Jezus Christus. |
Voor u is duizend jaar niet meer dan één dag, niet meer dan vandaag of gisteren, of een paar uur in de nacht. | Voor U zijn duizend jaar niet meer dan één enkele dag. Want in een oogwenk zijn ze voorbij. |
God, geef mij weer een onschuldig hart. Maak mij van binnen nieuw, zorg dat ik trouw blijf aan u. | Geef me een zuiver hart, God! Maak mijn geest nieuw en sterk. |
Vrienden, jullie moeten dit niet vergeten: voor de Heer is tijd iets heel anders dan voor ons. Voor hem is één dag hetzelfde als duizend jaar, en duizend jaar hetzelfde als één dag. | Maar vergeet niet, lieve broeders en zusters, dat één dag bij de Heer is als duizend jaar, en dat duizend jaar is als één dag. |
Je kunt beter geduldig zijn dan sterk, je kunt beter rustig blijven dan iemand aanvallen. | Het is beter om geduldig te zijn, dan een held te zijn. Het is knapper om jezelf te beheersen, dan om een stad te veroveren. |
Als een wijs mens iets zegt, dan krijgt hij waardering. Maar als een dwaas iets gaat zeggen, dan brengt hij zichzelf in de problemen. | Iedereen luistert graag naar de woorden van een wijs mens. Maar de woorden van een dwaas storten hem in het ongeluk. |
Waarom bestaat die wet dan eigenlijk? De wet liet mensen zien welke slechte dingen ze deden. De wet was dus nuttig, totdat Christus kwam. Want over hem gaat de belofte. God heeft zelf die belofte aan Abraham gegeven. Maar met de wet ging het anders. Want de wet kwam pas via Gods engelen en via Mozes bij het volk. | Zo iemand is er niet als er maar één partij is. Hij is er alleen als er meer partijen zijn. God is Eén en Hij was de enige partij toen Hij zijn belofte aan Abraham gaf. Maar de wet is een verbond tussen twee partijen: God en Israël. |