Jezus zegt: ‘Luister, ik kom snel! En ik zal aan iedereen geven wat hij verdient.’ | En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn. |
Houd je bezig met Gods nieuwe wereld en doe wat God van je vraagt. Dan zal God je al die andere dingen ook geven. | Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. |
Vertrouw op de Heer als het leven zwaar is. Hij zal voor je zorgen. Goede mensen laat hij nooit in de steek. | Werp uw zorg op de HEERE, en Híj zal u onderhouden; Hij zal voor eeuwig niet toelaten dat de rechtvaardige wankelt. |
Luister goed! Ik ga bijna sterven. Jullie weten heel goed dat de Heer, jullie God, zich aan al zijn beloftes gehouden heeft. Hij heeft ze allemaal laten uitkomen. | En zie, ik ga heden de weg van heel de aarde, en u weet met heel uw hart en met heel uw ziel dat er geen enkel woord van al de goede woorden die de HEERE, uw God, over u gesproken heeft, onvervuld gebleven is. Alles is uitgekomen voor u, geen enkel woord ervan is onvervuld gebleven. |
Ik ben het hemelse brood dat leven geeft. Iedereen die van dat brood eet, zal eeuwig leven! Het brood dat ik zal uitdelen, is mijn eigen lichaam. Ik zal sterven om de mensen het leven te geven. | Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, dat Ik geven zal voor het leven van de wereld. |
Maar wij zijn fout geweest. We gingen tegen uw wetten in, en we gehoorzaamden u niet. We verzetten ons tegen u, en we deden niet wat u van ons vraagt. We hielden ons niet aan uw regels. | Wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld, wij zijn in opstand gekomen door af te wijken van Uw geboden en bepalingen. |
Geen enkel wapen zal jou raken. En iedereen die jou aanklaagt, zal zelf gestraft worden. Jeruzalem, jij bent de stad van mijn dienaren. De stad waar ze goed en eerlijk met elkaar zullen leven. Jij bent de stad die ik hun beloofd heb. | Elk wapentuig dat tegen u wordt vervaardigd, zal niets uitrichten, en elke tong die in het gericht tegen u opstaat, zult u schuldig verklaren. Dit is het erfelijk bezit van de dienaren van de HEERE, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE. |