Bijbelteksten over 'Handelt'
Waarom bestaat die wet dan eigenlijk? De wet liet mensen zien welke slechte dingen ze deden. De wet was dus nuttig, totdat Christus kwam. Want over hem gaat de belofte. God heeft zelf die belofte aan Abraham gegeven. Maar met de wet ging het anders. Want de wet kwam pas via Gods engelen en via Mozes bij het volk. | Een middelaar is niet (de vertegenwoordiger) van één; God echter is één. |
De Heer heeft liever dat je goed en eerlijk leeft, dan dat je offers aan hem brengt. | Gerechtigheid en recht doen, is de Here welgevalliger dan offers. |
Stel dat iemand verkeerde dingen doet. Maar hij krijgt spijt, en stopt met zijn verkeerde gedrag. Hij gaat zich aan mijn regels houden en zich goed en eerlijk gedragen. Dan zal hij zeker in leven blijven. Hij hoeft niet te sterven. | Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van alle zonden die hij begaan heeft, al mijn inzettingen onderhoudt en naar recht en gerechtigheid handelt, dan zal hij voorzeker leven; hij zal niet sterven. |
Maar iemand die goed leeft en trouw is, zoekt het licht juist op. Dan wordt duidelijk dat hij dicht bij God leeft. | Maar wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijke, dat zij in God verricht zijn. |
Luister naar mijn woorden en doe wat ik vraag. Dan lijk je op een verstandige man, die zijn huis bouwt op stevige grond. | Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots. |
Mensen die mij Heer noemen, komen niet vanzelf in Gods nieuwe wereld. Daar komen alleen de mensen die doen wat mijn hemelse Vader wil. | Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is. |
Heb dus eerbied voor de Heer, onze God, en houd je precies aan zijn wet. Want hij wil niet dat jullie onrecht doen, of oneerlijk zijn, of je laten omkopen. | Nu dan, de schrik des Heren zij over u; handelt nauwgezet, want bij de Here, onze God, is geen onrecht, geen partijdigheid noch aanneming van geschenken. |
Toen begon Petrus te spreken. Hij zei: ‘Nu begrijp ik pas goed dat God alle mensen even belangrijk vindt. God houdt van iedereen die eerbied voor hem heeft en leeft volgens zijn wil. Het maakt niet uit bij welk volk je hoort.’ | En Petrus opende zijn mond en zeide: Inderdaad bemerk ik, dat er bij God geen aanneming des persoons is, maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig. |
Je moet je altijd laten leiden door Gods wet. Want die wet is volmaakt, en geeft je vrijheid. Je moet niet alleen maar naar Gods wet luisteren, en Gods woorden meteen weer vergeten. Nee, je moet ook doen wat God van je vraagt. Dan zul je gelukkig zijn! | Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen. |
Dag en nacht moet je aandachtig lezen in het boek met de wetten van Mozes. Je mag het boek nooit wegleggen. Alleen dan kun je je precies houden aan de dingen die erin staan. En dan zul je succes hebben bij alles wat je doet. | Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig zijn. |
Liefde is: geduldig en vriendelijk zijn. Liefde is: niet jaloers zijn, niet vertellen hoe goed je bent, jezelf niet belangrijker vinden dan een ander. Liefde is: een ander niet beledigen, niet alleen aan jezelf denken, geen ruzie maken en geen wraak willen nemen. | De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen, zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe. |
Maar stel dat een dienaar niet weet wat zijn heer wil, en dan iets verkeerds doet. Dan zal hij minder zwaar gestraft worden. Want als God je veel geeft, dan vraagt hij er ook veel voor terug. En als je veel voor God mag doen, dan zal hij ook veel van je verwachten. | Wie echter die wil niet heeft gekend en dingen heeft gedaan, die slagen verdienen, zal er weinige ontvangen. Van een ieder, wie veel gegeven is, zal veel geëist worden, en aan wie veel is toevertrouwd, van hem zal des te meer worden gevraagd. |
Op die dag zal iedereen gered worden die mij om hulp vraagt. | En het zal zijn, dat al wie de naam des Heren aanroept, behouden zal worden. |
Ik viel op de grond, en ik hoorde een stem zeggen: ‘Saulus, Saulus, waarom vervolg je mij?’ | En ik viel op de grond en hoorde een stem tot mij zeggen: Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij? |
Terwijl Petrus in de gevangenis zat, waren de christenen steeds voor hem aan het bidden. | Petrus dan werd in de gevangenis in bewaring gehouden, maar door de gemeente werd voortdurend tot God voor hem gebeden. |
Jullie dachten dat Jezus niet belangrijk was. Maar hij is belangrijker dan alle andere mensen. | Dit is de steen, door u, de bouwlieden, versmaad, die nochtans tot hoeksteen is geworden. |
Hij is de redder die God gestuurd heeft. Er is niemand anders op de wereld die ons kan redden. | En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden. |
Veel mensen geloofden Petrus en lieten zich dopen. Er kwamen die dag ongeveer drieduizend gelovigen bij. | Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. |
Al deze mensen hebben de heilige Geest gekregen, net zoals wij. Dat betekent dat we hen nu ook mogen dopen. | Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de heilige Geest hebben ontvangen? |
Ik heb jullie alles geleerd wat belangrijk voor jullie was. Dat deed ik bij mensen thuis en in het openbaar. | Hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren in het openbaar en binnenshuis. |
Nadat ze gebeden en gevast hadden, legden ze allemaal hun handen op Barnabas en Saulus. Daarna lieten ze hen weggaan. | Toen vastten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan. |
Paulus en Silas zeiden: ‘Als je gelooft in de Heer Jezus, zul je gered worden. Samen met iedereen die in je huis woont.’ | En zij zeiden: Stel uw vertrouwen op de Here Jezus en gij zult behouden worden, gij en uw huis. |
Alle profeten van vroeger hebben over Jezus verteld. Zij zeiden dat je zonden vergeven worden als je in hem gelooft. | Van Hem getuigen alle profeten, dat een ieder, die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangt door zijn naam. |
Waarom twijfel je nog? Sta op en laat je dopen. Als je tot Jezus bidt, dan zal het water van je doop je zonden wegwassen. | En nu, wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam. |
En ze bleven elke dag uitleg geven, in de tempel of bij iemand thuis. Ze vertelden het goede nieuws dat Jezus de messias is. | En zonder ophouden, iedere dag, leerden zij in de tempel en aan huis, en verkondigden het evangelie, dat de Christus Jezus is. |
Gerelateerde onderwerpen
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde: ‘Als je...
Rechtvaardigheid
Als je eerlijk en...
Redding
Hij is de redder...
Zonde
Jullie weten dat slechte...
Wet
Vandaag zal ik jullie...
Evangelisatie
Want in de heilige...
Bijbeltekst van de dag
Dwaze kinderen luisteren niet naar de lessen van hun ouders.Kinderen die wel luisteren, zijn verstandig.