De Here maakt arm en maakt rijk; Hij vernedert, ook verhoogt Hij. | De HEERE maakt arm en maakt rijk, Hij vernedert, ook verhoogt Hij. |
Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is. | Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. |
Het is beter bij de Here te schuilen dan op mensen te vertrouwen. | Het is beter tot de HEERE de toevlucht te nemen dan op de mensen te vertrouwen. |
Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. | Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. |
En de Here bracht een keer in het lot van Job, toen hij voor zijn vrienden gebeden had, en de Here gaf Job het dubbele van al wat hij bezeten had. | En de HEERE bracht een omkeer in het levenslot van Job, toen hij gebeden had voor zijn vrienden. De HEERE vermeerderde alles wat Job bezeten had tot het dubbele toe. |
Gerechtigheid en recht doen, is de Here welgevalliger dan offers. | Gerechtigheid en recht te doen is voor de HEERE verkieslijker dan een offer. |
Want wie is God behalve de Here, wie is een rots buiten onze God? | Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? |
Vraagt naar de Here en zijn sterkte, zoekt zijn aangezicht bestendig. | Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend. |
Ik zal U loven, o Here, onder de volken, U psalmzingen onder de natiën. | Ik zal U loven onder de volken, HEERE; ik zal voor U psalmen zingen onder de natiën. |
Maar wie roemt, roeme in de Here; want niet wie zichzelf aanbeveelt, doch wie van de Here een aanbeveling ontvangt, heeft de proef doorstaan. | Maar wie roemt, laat hij roemen in de Heere. Want niet wie zichzelf aanbeveelt, die is welbeproefd, maar wie door de Heere wordt aanbevolen. |
Weest sterk en uw hart zij onversaagd, gij allen, die op de Here hoopt. | Wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken, u allen die op de HEERE hoopt! |
Ik zal U loven, Here, met mijn ganse hart, ik wil al uw wonderen verhalen. | Ik zal de HEERE loven met heel mijn hart, ik zal al Uw wonderen vertellen. |
Filippus zeide tot Hem: Here, toon ons de Vader en het is ons genoeg. | Filippus zei tegen Hem: Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg. |
Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, Here, Gij kent het volkomen. | Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles. |
De Here is lankmoedig, doch groot van kracht, en de Here laat geenszins ongestraft. In wervelwind en storm is zijn weg, wolken zijn het stof zijner voeten. | De HEERE is geduldig, maar groot van kracht en Hij houdt de schuldige zeker niet voor onschuldig. De weg van de HEERE is in wervelwind en in storm, wolken zijn het stof van Zijn voeten. |
Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt. | Proef en zie dat de HEERE goed is; welzalig de man die tot Hem de toevlucht neemt. |
Mijn ziel zegt: Mijn deel is de Here, daarom zal ik op Hem hopen. | Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. |
Roepen zij, dan hoort de Here, en Hij redt hen uit al hun benauwdheden. De Here is nabij de gebrokenen van hart en Hij verlost de verslagenen van geest. | Zij roepen en de HEERE hoort, Hij redt hen uit al hun benauwdheden. De HEERE is nabij de gebrokenen van hart, Hij verlost de verbrijzelden van geest. |
De Here is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk. | De HEERE is groot en zeer te prijzen, Zijn grootheid is niet te doorgronden. |
De Here nu is de Geest; en waar de Geest des Heren is, is vrijheid. | De Heere nu is de Geest; en waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid. |
De Here is rechtvaardig in al zijn wegen, goedertieren in al zijn werken. | De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen, goedertieren in al Zijn werken. |
Ik wil de Here te allen tijde prijzen, bestendig zij zijn lof in mijn mond. | Ik zal de HEERE te allen tijde loven, Zijn lof zal voortdurend in mijn mond zijn. |
Barmhartig en genadig is de Here, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid. | Barmhartig en genadig is de HEERE, geduldig en rijk aan goedertierenheid. |
Het hart des mensen overdenkt zijn weg, maar de Here bestiert zijn gang. | Het hart van een mens overdenkt zijn weg, maar de HEERE bestuurt zijn voetstappen. |
Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil. sela | Geloofd zij de Heere; dag aan dag overlaadt Hij ons. Die God is onze zaligheid. Sela |
Gerelateerde onderwerpen
Aanbidding
O HERE, Gij zijt...
Almachtig
Van U, o HERE...
God
De HERE, uw God...
Lof
O HERE, Gij zijt...
Afhankelijkheid
Want Ik, de HERE...
Redding
En de behoudenis is...
Bijbeltekst van de dag
Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil,mijn burcht, ik zal niet wankelen.