Het verschil tussen mijn plannen en jullie plannen is net zo groot als het verschil tussen hemel en aarde. | Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen. |
Als iemand iets van je wil hebben, geef het hem dan. En als iemand iets van je pakt, vraag het dan niet terug. | Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als iemand het je afneemt. |
Het is best nuttig om oefeningen te doen voor je lichaam. Maar het is pas echt zinvol om jezelf te oefenen om Gods wil te doen. Want wie Gods wil doet, wordt door hem beloond in het aardse leven, en in het leven dat nog komt. | Oefening van het lichaam heeft wel enig nut, maar het nut van een vroom leven is grenzeloos, omdat het een belofte inhoudt voor dit leven en het leven dat komen zal. |
Als je God toch iets belooft, dan moet je het ook doen. En je moet het snel doen. God houdt niet van mensen die iets beloven en het niet doen. Houd je dus aan je belofte. | Wanneer je God toch een gelofte doet, los die dan ook spoedig in. God is niet gesteld op dwazen. Los dus je geloften in. |
Als je bij Jezus Christus hoort, is het niet belangrijk of je besneden bent. Het is alleen belangrijk dat je gelooft, en dat we door het geloof in liefde met elkaar leven. | In onze eenheid met Christus Jezus is het niet van belang of iemand besneden is of niet, maar telt alleen het geloof, dat zich uit in liefde. |
Nu worden jullie ook uit een slechte wereld gered door water. Want door het water van de doop kun je gaan leven zoals God het wil. Het water van de doop wast niet het vuil van je lichaam, maar laat zien dat je bij Christus hoort. | En dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, die niet het vuil van uw lichaam wast maar een vraag is aan God om een zuiver geweten. De doop brengt redding dankzij de opstanding van Jezus Christus. |
Geniet van het leven! Geniet van het brood dat je eet en van de wijn die je drinkt. Dat is wat God graag ziet. | Dus eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan. |
Er is voor alles in het leven een geschikte tijd. | Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. |
Later sprak Jezus opnieuw tegen de mensen. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Als je mij volgt, leef je niet meer in het donker. Dan hoor je bij het licht dat leven geeft.’ | Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’ |
Zo is het ook met het geloof. Als iemand gelooft, maar niet doet wat God van hem vraagt, is zijn geloof waardeloos. | Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood. |
Als je een dag gaat vasten, houd het dan geheim. Was en verzorg je gezicht. Dan merkt niemand het, behalve je Vader. Hij ziet wat er in het geheim gebeurt. En hij zal je belonen. | Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. |
Het gaat goed met mensen die geld weggeven en daar niets voor terugvragen. Het gaat goed met mensen die eerlijk zakendoen. | Goed gaat het wie genadig is en vrijgevig, wie zijn zaken eerlijk behartigt. |
Jezus keek hen aan en zei: ‘Als het van mensen afhangt, kan niemand gered worden. Maar het hangt van God af, en dan kan alles.’ | Jezus keek hen aan en antwoordde hun: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk.’ |
Want vroeger hoorden jullie bij het donker, maar nu horen jullie bij het licht van de Heer. Leef als kinderen van dat licht. | Want eens was u duisternis maar nu bent u licht, nu u de Heer toebehoort. Ga de weg van de kinderen van het licht. |
Ik ben het hemelse brood dat leven geeft. Iedereen die van dat brood eet, zal eeuwig leven! Het brood dat ik zal uitdelen, is mijn eigen lichaam. Ik zal sterven om de mensen het leven te geven. | Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat Ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam. |
Het echte geluk is voor mensen die doen wat God wil, en die dat het allerbelangrijkste vinden. Want God zal hun moeite belonen. | Gelukkig wie hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. |
God, de Heer, zegt: ‘Ik ben de machtige God! Ik ben het begin en het einde. Ik ben degene die er is, die er was, en die zal komen.’ | ‘Ik ben de alfa en de omega,’ zegt God, de Heer, ‘Ik ben het die is, die was en die komt, de Almachtige.’ |
Als je iets vraagt, zul je het krijgen. Als je iets zoekt, zul je het vinden. Als je op de deur klopt, wordt er voor je opengedaan. | Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. |
Ik ben gekomen om mensen het eeuwige leven te geven. Want ik ben de deur naar het eeuwige leven. Wie in mij gelooft, wordt gered. | Ik ben de deur: wanneer iemand door Mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden. |
Het staat al in de heilige boeken: «Geen mens kent Gods wijze plan, geen mens heeft het bedacht of begrepen. Maar God heeft zijn plan bekendgemaakt aan de mensen die van hem houden. Zo wilde God het.» | Maar het is zoals geschreven staat: ‘Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie Hem liefheeft.’ |
Dankzij Jezus Christus zijn onze zonden vergeven. Hij heeft onze zonden gedragen toen hij stierf aan het kruis. Nu kunnen wij leven zoals God het wil. Want door het lijden van Christus zijn wij bevrijd. | Hij heeft onze zonden gedragen met zijn lichaam aan het kruishout, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen. |
Toen hij de boot voorbij wilde gaan, zagen de leerlingen hem op het water lopen. Ze dachten dat het een geest was, en schreeuwden het uit van schrik. Alle leerlingen zagen hem en ze waren vreselijk bang. Maar Jezus zei: ‘Rustig maar, ik ben het. Jullie hoeven niet bang te zijn.’ | Toen ze Hem over het water zagen lopen, dachten ze dat Hij een geestverschijning was en ze schreeuwden het uit. Ze hadden Hem allemaal gezien en raakten in paniek. Maar Hij sprak hen meteen aan en zei: ‘Houd moed! Ik ben het, wees niet bang.’ |
Vaak duurt het lang voordat iemand gestraft wordt voor een slechte daad. En dan denken de mensen: Het is niet erg om kwaad te doen. | Omdat een slechte daad niet snel bestraft wordt, is een mensenhart maar al te snel tot het kwaad geneigd. |
Jeruzalem, wees niet langer bedroefd. Laat het licht over je schijnen, het licht van de Heer. Hij komt naar je toe als een stralende zon. | Sta op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de HEER. |
Wij kiezen niet voor het aardse, maar voor het hemelse leven. Want wij verwachten uit de hemel onze redder, de Heer Jezus Christus. | Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar verwachten wij onze redder, de Heer Jezus Christus. |