Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. | Maar vergeet niet, lieve broeders en zusters, dat één dag bij de Heer is als duizend jaar, en dat duizend jaar is als één dag. |
Wanneer iemand pas een vrouw gehuwd heeft, zal hij in het leger niet uitrukken en men zal hem in geen enkel opzicht bezwaren; gedurende één jaar zal hij vrijgesteld zijn ten behoeve van zijn huis, en de vrouw die hij gehuwd heeft, verheugen. | Als iemand pas getrouwd is, hoeft hij niet met het leger mee te gaan. Hij hoeft op geen enkele manier mee te doen aan de strijd. Eén jaar lang hoeft hij niet in het leger. Dan kan hij voor zijn huis zorgen en kunnen hij en zijn vrouw van elkaar genieten. |
Want duizend jaren zijn in uw ogen als de dag van gisteren, wanneer hij voorbijgegaan is, en als een nachtwake. | Voor U zijn duizend jaar niet meer dan één enkele dag. Want in een oogwenk zijn ze voorbij. |
Gezegend is de man die op de Here vertrouwt, wiens betrouwen de Here is; hij toch zal zijn als een boom, aan het water geplant, die zijn wortels tot aan een beek uitslaat, en het niet merkt, als er hitte komt, maar welks loof groen blijft, die in een jaar van droogte geen zorg heeft en niet nalaat vrucht te dragen. | Maar als iemand op Mij vertrouwt, zal Ik goed voor hem zijn. Met hem zal het goed gaan. Hij lijkt op een boom die langs het water is geplant. Zijn wortels groeien tot aan de beek. Hij merkt de hitte niet eens. Zijn bladeren blijven altijd fris en groen. Als er een jaar geen regen valt, maakt hij zich geen zorgen. Er groeien altijd vruchten aan hem. |
Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, die duizend jaren. | Het is heerlijk voor de mensen als ze opstaan in de eerste opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen. Zij zullen priesters van God en van Christus zijn. En ze zullen samen met Hem 1000 jaar lang als koningen heersen. |
Hij was bezig te leren in een der synagogen op sabbat. En zie, er was een vrouw, die reeds achttien jaren een geest van zwakheid had en verkromd was en zich in het geheel niet kon oprichten. Toen Jezus haar zag, sprak Hij haar toe en zeide tot haar: Vrouw, gij zijt verlost van uw zwakheid; en Hij legde haar de handen op, en terstond richtte zij zich op en zij verheerlijkte God. Maar de overste der synagoge, het kwalijk nemende, dat Jezus op de sabbat genas, antwoordde en zeide tot de schare: Zes dagen zijn er, waarop gewerkt moet worden, komt dàn om u te laten genezen en niet op de sabbatdag. Maar de Here antwoordde hem en zeide: Huichelaars, maakt ieder van u niet op de sabbat zijn os of zijn ezel van de kribbe los en leidt hem weg om hem te laten drinken? Moest deze vrouw, die een dochter van Abraham is, welke de satan, zie, achttien jaar gebonden had, niet losgemaakt worden van deze band op de sabbatdag? En toen Hij dit zeide, schaamden zich al zijn tegenstanders, en de gehele schare verheugde zich over al de heerlijke dingen, die door Hem geschiedden. | Op een keer was Jezus weer aan het lesgeven in een synagoge. Er was daar ook een vrouw die al 18 jaar een geest van zwakte had. Daardoor was ze helemaal krom gegroeid. Ze kon niet meer rechtop staan. Toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich. En Hij zei tegen haar: "Vrouw, je bent bevrijd van je zwakte." Hij legde haar de handen op. Onmiddellijk ging ze rechtop staan en ze prees God. Maar de leider van de synagoge was boos omdat Jezus dit op de heilige rustdag deed. Hij zei tegen de mensen: "Er zijn zes dagen in de week om te werken. Kom dán om je te laten genezen, maar níet op de heilige rustdag!" Maar de Heer Jezus zei: "Wat ben je toch schijnheilig! Jullie werken zelf óók op de heilige rustdag! Iedereen maakt toch op de heilige rustdag zijn os of zijn ezel los van de voerbak om hem mee te nemen om hem te laten drinken? Deze vrouw, die een dochter van Abraham is, werd al 18 jaar door de duivel gebonden gehouden. Moest ze daar dan niet van losgemaakt worden op de heilige rustdag?" Toen Hij dit zei, schaamden de mensen zich die het er eerst niet mee eens waren dat Jezus de vrouw genas. En iedereen was blij over de geweldige dingen die Hij deed. |
Want God is niet onrechtvaardig, dat Hij uw werk zou vergeten en de liefde, die gij voor zijn naam getoond hebt door de diensten, welke gij de heiligen bewezen hebt en nog bewijst. | Want omdat God rechtvaardig is, zal Hij niets vergeten van alle goede dingen die jullie hebben gedaan. Want aan alles wat jullie voor de gelovigen hebben gedaan en nog steeds doen, ziet Hij dat jullie van Hem houden. |
Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de landman. Elke rank aan Mij, die geen vrucht draagt, neemt Hij weg, en elke die wel vrucht draagt, snoeit Hij, opdat zij meer vrucht drage. | Jezus zei: "IK BEN de echte wijnstruik en mijn Vader is de wijnboer. Elke tak aan Mij waar geen vruchten aan groeien, haalt Hij weg. Elke tak waar wel vruchten aan groeien, snoeit Hij. Hij maakt hem schoon van alles wat daar niet mag groeien. Zo gaan er nog meer vruchten aan die tak groeien." |