HEER, God van de hemelse machten, keer ons lot ten goede, toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered. | Heer, God van de hemelse legers, zorg er alstublieft voor dat het weer goed met ons gaat. Wees weer goed voor ons, dan worden we gered. |
Een vriendelijk woord is een korf vol honing, zoet voor de ziel en gezond voor het lichaam. | Vriendelijke woorden zijn als honing voor de ziel en als medicijn voor het lichaam. |
God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood. | Bij God zijn we veilig. Hij is onze schuilplaats, onze burcht waar we veilig zijn. Hij heeft ons altijd geholpen als we in moeilijkheden zaten. |
Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen. Want het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet. | Vertel het daarom aan iemand als je ongehoorzaam aan God bent geweest, en bid voor elkaar. Want dan kunnen jullie genezen worden. Als iemand leeft zoals God het wil, heeft zijn gebed veel kracht en dus groot resultaat. |
Moge God, die ons doet volharden en ons troost geeft, u de eensgezindheid geven die Christus Jezus van ons vraagt. | God geeft ons de kracht om niet op te geven. En Hij moedigt ons aan. En Hij wil ervoor zorgen dat jullie één zijn met elkaar en dat jullie Hem met je hele hart zullen dienen, net als Jezus Christus. |
Aan u is de genade geschonken niet alleen in Christus te geloven, maar ook omwille van Hem te lijden. | Want God is goed voor jullie geweest. Hij heeft jullie niet alleen de kracht gegeven om in Christus te kunnen geloven. Hij heeft jullie óók de kracht gegeven om voor Hem te kunnen lijden. |
Kalme woorden zijn een levensboom, een valse tong vernietigt de geest. | Vriendelijke woorden zijn als een levensboom. Maar verkeerde woorden kunnen een leven kapotmaken. |
Voor wie onberispelijk zijn weg gaat is de HEER een vesting, wie onrecht doet, vernietigt Hij. | De wetten van de Heer zijn een zegen voor de mensen die ze gehoorzamen. Maar voor slechte mensen betekenen ze ellende. |
Bij God is mijn redding en mijn eer, mijn machtige rots, mijn schuilplaats is God. | God zal mijn eer redden. Hij is de rots onder mijn voeten. Bij Hem ben ik veilig. |
De bevelen van de HEER zijn eenduidig: vreugde voor het hart. Het gebod van de HEER is helder: licht voor de ogen. | De bevelen van de Heer zijn goed en maken de mensen blij. De wetten van de Heer zijn zuiver en geven de mensen raad. |
Al bezwijkt mijn hart en vergaat mijn lichaam, de rots van mijn bestaan, al wat ik heb, is God, nu en altijd. | Zelfs als ik zou sterven, bent U alles voor mij. U bent de rots onder mijn voeten. Voor eeuwig bent U alles voor mij. |
Ik verwerp Gods genade niet; als we door de wet rechtvaardig zouden kunnen worden, zou Christus voor niets gestorven zijn. | En ik zal niet doen alsof dat niet zo is. Want stel dat de mensen van hun schuld vrijgesproken hadden kunnen worden door zich aan de wet van Mozes te houden. Dan had Christus niet hoeven sterven! Dan zou Hij alles voor niets hebben gedaan. |
De HEER is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de HEER is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn? | De Heer is mijn licht en mijn redding. Daarom ben ik voor niemand bang. De Heer is mijn kracht. Daarom hoef ik voor niemand bang te zijn. |
Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak. | Blijf wakker en bid dat je niet verleid wordt om het verkeerde te doen. Je wíl wel graag het goede doen, maar dat is wel heel erg moeilijk. |
De wet van de HEER is volmaakt: levenskracht voor de mens. De richtlijn van de HEER is betrouwbaar: wijsheid voor de eenvoudige. | De wet van de Heer is volmaakt en richt de mensen op God. De woorden van de Heer zijn te vertrouwen en geven de mensen wijsheid. |
In onze eenheid met Christus Jezus is het niet van belang of iemand besneden is of niet, maar telt alleen het geloof, dat zich uit in liefde. | Want als je bij Christus hoort, maakt het helemaal niets meer uit of je besneden bent of niet. Maar alleen geloof is belangrijk, geloof dat zichtbaar wordt door liefdevolle daden. |
Hij straalt Gods luister uit, Hij is zijn evenbeeld, met zijn machtig woord draagt Hij alles wat bestaat. Hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit. | De Zoon is de 'afbeelding' van God Zelf. In Hem zien we wie God is. In Hem zien we de macht en majesteit van God en het karakter van God. De Zoon zorgt ervoor dat alle dingen bestaan. Want alle dingen bestaan door zijn woord dat één en al kracht is. Eerst heeft de Zoon ervoor gezorgd dat de mensen vergeving konden krijgen voor al hun ongehoorzaamheid aan God. Daarna is Hij naar de hemel gegaan. Daar zit Hij nu naast God op de troon. |
U was het schild dat mij redde, uw rechterhand ondersteunde mij, uw woord maakte mij sterk, U baande de weg voor mijn voeten, ik wankelde niet. | U beschermde me als een schild en U hielp mij. Dankzij uw goedheid ben ik machtig geworden. U heeft de weg voor mij gebaand. Ik kon gaan zonder te struikelen. |
Wat ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zijn gebleken zoveel kostbaarheden af te staan? Alles is van U afkomstig, en wat wij U schenken komt uit uw hand. | Hoe zouden ik en mijn volk U deze prachtige geschenken kunnen geven? Want het is allemaal al van U. We hebben het van U gekregen en we geven het weer aan U. |
Maar ik, ik zal uw sterkte roemen, in de morgen uw trouw bezingen: U bent voor mij altijd een burcht geweest, een toevlucht in tijden van nood. | Maar ik zal zingen over uw kracht. Elke morgen zal ik vrolijk zingen over uw liefde. Want bij U ben ik zo veilig als in een burcht. U bent mijn veilige plaats in moeilijkheden. |
Draag de verlossing als helm en Gods woord als zwaard, dat u van de Geest ontvangt. | Zet de helm van je redding op je hoofd. Neem het zwaard van de Geest in je hand. Dat is het woord van God. |
Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout worden gemaakt? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Jullie zijn het zout voor de wereld. Maar als het zout niet meer zout is, waarmee kun je het dan nog zout maken? Het is nergens meer voor te gebruiken. Je kan het alleen nog maar weggooien. Het wordt vertrapt door de mensen." |
Wat in de ogen van de wereld onbeduidend is en wordt veracht, wat niets is, heeft God uitgekozen om wat wél iets is teniet te doen. Zo kan geen mens zich tegenover God op iets beroemen. | En de dingen die de ongelovige mensen onbelangrijk en waardeloos vinden, gebruikt God juist om te laten zien dat je niets hebt aan de dingen die de mensen zo belangrijk vinden. Zo kan dus niemand bij God over zichzelf opscheppen. |
Daarom schep ik vreugde in mijn zwakheden, in beledigingen, nood, vervolging en ellende die ik onderga omwille van Christus. In mijn zwakheid ben ik sterk. | Daarom ben ik blij met alle moeilijkheden, beledigingen, problemen, vervolging en ellende die ik meemaak omdat ik in Christus geloof. Want pas als ik zwak ben, ben ik sterk in de kracht van God. |
We zijn weliswaar zwak, zoals alle mensen, maar we vechten niet met aardse middelen. | Want we zijn wel gewone mensen die in deze wereld leven, maar we gebruiken geen menselijke wapens. |
Bijbeltekst van de dag
Een dwaas veracht zijn vaders vermaning,wie berispingen ter harte neemt is verstandig.