Bijbelteksten over 'Kwade'
Laat je niet overwinnen door het kwaad. Maar overwin het kwaad door het goede. | Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. |
Doe wat goed is, en niet wat slecht is. Want dan zullen jullie echt leven. Jullie zeggen vaak: ‘God is bij ons.’ Maar alleen als jullie doen wat goed is, zal de Heer, de machtige God, echt bij jullie zijn. | Zoek het goede, niet het kwade. Dan zullen jullie leven, en dan zal de HEER, de God van de hemelse machten, met jullie zijn, zoals jullie altijd zeggen. |
Doe geen kwaad, maar wees goed. Probeer in vrede met anderen te leven, elke dag weer. | Mijd het kwade, doe wat goed is, streef naar vrede, jaag die na. |
Want we vechten niet tegen mensen, maar tegen machten en krachten die over de wereld willen heersen. We vechten tegen de leiders van de duisternis, tegen de hoogste kwade machten. | Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. |
Blijf uit de buurt van het kwaad, en zorg dat je goed en eerlijk leeft. | Wijk niet af naar rechts, wijk niet af naar links, wijk alleen uit voor het kwaad. |
Alle mensen die de Heer liefhebben, moeten het kwaad haten. De Heer beschermt zijn volk, hij beschermt de mensen die hem trouw zijn. Hij redt hen uit de macht van zijn vijanden. | U die de HEER bemint: haat het kwade. Hij behoedt het leven van wie Hem trouw zijn, uit de greep van de goddelozen bevrijdt Hij hen. |
Jullie liefde voor elkaar moet echt zijn. Blijf ver weg van alles wat slecht is, en houd vast aan alles wat goed is. | Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het goede toegedaan. |
Wie jaloers is of zichzelf beter vindt dan anderen, leeft helemaal verkeerd, en zorgt overal voor onrust. | Waar jaloezie en egoïsme heersen, vieren wanorde en allerlei kwaad hoogtij. |
Stel dat je gelooft dat onze God de enige God is. Dat is natuurlijk goed, maar dat is niet genoeg. Want dat geloven de kwade geesten ook! Daarom zijn ze zo vreselijk bang voor God. | U gelooft dat God de enige is? Daar doet u goed aan. Maar de demonen geloven dat ook, en ze sidderen. |
Ik heb eerbied voor de Heer, en daarom haat ik het kwaad. Ik heb een hekel aan trotse mensen, aan leugenaars en aan mensen die kwaad doen. | Wie ontzag heeft voor de HEER, haat het kwaad. Ik verafschuw trots en hoogmoed, valsheid en leugens. |
Maak zieke mensen beter en maak dode mensen weer levend. Maak mensen met een huidziekte beter en jaag kwade geesten weg. Jullie krijgen die macht van God. Help daarmee andere mensen en vraag er niets voor terug. | Genees zieken en wek doden op, reinig mensen die door een huidziekte onrein zijn, en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven! |
Vrienden, jullie horen bij God. Jullie hebben de valse profeten overwonnen dankzij Gods Geest, die in jullie is. Want de Geest die in jullie is, is machtiger dan de kwade geest die in de slechte mensen van deze wereld is. | U, kinderen, komt uit God voort en u hebt de valse profeten overwonnen, want Hij die in u is, is machtiger dan hij die in de wereld heerst. |
Denk aan God die je gemaakt heeft. Denk aan hem zolang je nog jong bent. Want straks komen de slechte dagen. Dan komt de tijd dat je geen plezier meer in het leven hebt. | Gedenk daarom je schepper in de dagen van je jeugd – voordat de slechte dagen komen en de jaren naderen waarvan je zegt: In deze jaren vind ik weinig vreugde meer. |
Niemand ziet hoe mensen van binnen zijn. Maar ik, de Heer, ken de mensen. Ik weet wat ze denken. Ik weet hoe slecht ze van binnen zijn, ik zie dat ze altijd het verkeerde willen. Ik beloon het goede en ik straf het kwade. Zo krijgt ieder mens wat hij verdient. | Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEER, ben het die het hart doorgrondt, die nieren toetst, die ieder naar zijn levenswandel beloont, aan ieder geeft wat hij verdient. |
Vertel dan geen leugens over anderen. Zeg geen dingen die niet waar zijn. | Behoed dan je tong voor het kwaad, je lippen voor woorden van bedrog. |
Stel dat je verleid wordt om iets verkeerds te doen. Zeg dan nooit: ‘God probeert mij te laten zondigen.’ Want God zal nooit iemand verleiden om te zondigen, en God kan zelf ook nooit verleid worden om iets verkeerds te doen. | Wie in verleiding komt, moet niet beweren: ‘Die verleiding komt van God.’ Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals Hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht. |
Want in de heilige boeken staat: «Houd je van het leven en wil je gelukkig zijn? Vertel dan geen leugens over anderen. Zeg geen dingen die niet waar zijn. Doe geen kwaad, maar wees goed. Probeer om met anderen in vrede te leven, elke dag weer.» | Immers: ‘Wie het leven liefheeft en goede jaren wil genieten, laat hij zijn tong behoeden voor het kwaad en zijn lippen voor woorden van bedrog, laat hij het kwaad mijden en doen wat goed is, laat hij naar vrede streven en die najagen.’ |
Hoe weet je of iemand echt door de Geest van God geleid wordt? Iedereen die gelooft dat Jezus Christus als mens op deze aarde gekomen is, die hoort bij God. Maar mensen die dat ontkennen, horen niet bij God. Zij worden geleid door een kwade geest, die hoort bij de vijand van Christus. Jullie hebben gehoord dat de vijand van Christus in de wereld zal komen. Maar jullie moeten weten dat hij er nu al is. | De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, komt niet van God; dat is de geest van de antichrist, waarvan u hebt gehoord dat hij zal komen – nu al is hij in de wereld. |
Houd verdriet en zorgen ver bij je vandaan, want je jeugd is snel voorbij. | Belast je hart niet met verdriet en houd je lichaam vrij van kwalen, want je jeugd en jonge jaren zijn al snel voorbij. |
Laat je niet langer leiden door slechte verlangens. Verlang er niet naar om vreemd te gaan. Verlang niet naar verboden seks, of naar ander verkeerd gedrag op seksueel gebied. Verlang ook niet naar veel geld, want geld is een afgod. | Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij. |
De Heer helpt mensen die trouw zijn aan hem, hij hoort hen als ze om hulp roepen. Maar hij vernietigt mensen die kwaad doen. | Want het oog van de Heer rust op de rechtvaardigen en zijn oor luistert naar hun hulpgeroep, maar Hij keert zich tegen wie kwaad doen. |
Wees niet eigenwijs, maar heb eerbied voor de Heer. Blijf uit de buurt van slechte mensen en doe geen kwaad. Dan zul je sterk en gezond zijn. | Wees niet eigenzinnig, maar heb ontzag voor de HEER en ga het kwaad uit de weg. Het zal je sterken als een medicijn, het verkwikt je lichaam. |
Wees blij op de dagen dat het goed met je gaat. Maar bedenk dat God ook de slechte dagen gemaakt heeft. En niemand weet wat er in de toekomst zal gebeuren. | Geniet dus op de goede dagen van het goede, maar zie op de slechte dagen in dat God naast de goede ook de slechte dagen heeft gemaakt. Geen mens kan in de toekomst zien. |
Jezus zei verder: ‘Een mens wordt onrein van de dingen die uit hem naar buiten komen. Want alle slechte dingen die een mens doet, komen uit zijn eigen hart: slechte gedachten, verboden seks, moord, belediging, trots en domheid. En ook vreemdgaan, stelen, graaien, liegen, gemeen zijn, jaloers zijn op anderen, en je nergens voor schamen. Al die slechtheid maakt een mens onrein.’ | Hij zei: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’ |
Zo zegt een goed mens goede dingen omdat hij van binnen goed is. En een slecht mens zegt slechte dingen omdat hij van binnen slecht is. Je woorden laten zien hoe je van binnen bent! | Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over. |
Bijbeltekst van de dag
Dwaze kinderen luisteren niet naar de lessen van hun ouders.Kinderen die wel luisteren, zijn verstandig.