Volk van Israël, dit zijn mijn woorden. Ik wil dat jullie daarnaar verlangen, zoals gras verlangt naar zachte regen en een plant naar druppels van de dauw. | Laat mijn leer neerdruppelen als de regen, laten mijn woorden stromen als de dauw, als een zachte regen op het groen, en als regendruppels op het gewas. |
Ik geef jullie mijn vrede. De vrede die deze wereld jullie kan geven, duurt maar kort. Maar mijn vrede blijft altijd bij jullie. Wees niet bang, verlies de moed niet. | Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden. |
Ik heb alleen maar uw woorden, en daar ben ik heel blij mee. Dat is mijn enige bezit, voor altijd. | Uw getuigenissen heb ik voor eeuwig in erfelijk bezit genomen, want zij zijn de vreugde van mijn hart. |
Als ik hoor dat mijn leerlingen volgens Gods waarheid leven, geeft mij dat veel vreugde. Niets geeft mij meer vreugde dan dat! | Ik heb geen grotere blijdschap dan hierover dat ik hoor dat mijn kinderen in de waarheid wandelen. |
Heer, bescherm mij tegen mijn vijanden, bevrijd mij van bedriegers en leugenaars! | HEERE, red mijn ziel van de valse lippen, van de tong vol bedrog. |
Zo gaat het ook met de woorden die uit mijn mond komen. Ze komen pas weer bij mij terug als ze hun doel bereikt hebben. Mijn woorden komen pas terug als ze ook daden geworden zijn. | Zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat: het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend. |
Ik zal voor u juichen en zingen, want u zult mij bevrijden. | Mijn lippen zullen vrolijk zingen, wanneer ik psalmen voor U zal zingen, mijn ziel, die U verlost hebt. |
Jullie moeten dus met mij verbonden blijven, en naar mijn woorden luisteren. Dan zal alles wat je vraagt, gebeuren. | Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen. |
Heer, u weet alles van mij, u kent mij. U weet waar ik ben, en u weet waar ik heen ga. U weet wat ik denk, ook al bent u ver weg. | HEERE, U doorgrondt en kent mij. Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. |
Als jullie mij kennen, zullen jullie ook mijn Vader kennen. Ja, jullie kennen hem al, want jullie hebben hem gezien. | Als u Mij gekend had, zou u ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu af kent u Hem en hebt u Hem gezien. |
Als ik bang was en vol zorgen, hebt u mij getroost en blij gemaakt. | Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden, verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel. |
Leer me om trouw te zijn aan u, zeg me wat ik moet doen. Want u bent mijn God, u bent mijn redder. Ik hoop op uw hulp, elke dag weer. | Leid mij in Uw waarheid en leer mij, want U bent de God van mijn heil; U verwacht ik de hele dag. |
Met heel mijn hart verlang ik naar u, u bent de God die leven geeft. Wanneer zal ik weer bij u zijn? | Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God. Wanneer zal ik binnengaan om voor Gods aangezicht te verschijnen? |
Ik heb steeds precies gedaan wat hij zei, ik heb zijn woorden in mijn hart bewaard. | Het gebod van Zijn lippen heb ik niet weggedaan; de woorden van Zijn mond heb ik verborgen, meer dan het mij toegewezen deel. |
Ik wil niet zoeken naar rijkdom, maar bezig zijn met uw wetten. | Neig mijn hart naar Uw getuigenissen en niet naar winstbejag. |
Je weet toch dat ik mijn Vader om hulp kan vragen? Dan zou hij mij meteen een enorm leger van engelen sturen. | Of denkt u dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking stellen? |
De Heer zegt: ‘Mijn volk heeft mij niet om raad gevraagd, maar toch ben ik er voor hen. Mijn volk bidt niet tot mij, maar toch zeg ik tegen hen: ‘Hier ben ik, hier!’’ | Ik ben gezocht door hen die naar Mij niet vroegen, Ik ben gevonden door hen die Mij niet zochten. Tegen het volk dat Mijn Naam niet aanriep heb Ik gezegd: Zie, hier ben Ik, zie, hier ben Ik. |
Ik zorg ervoor dat ze gered worden, ik geef hun het eeuwige leven. En niemand kan hen bij mij weghalen. Want mijn Vader heeft mij de hoogste macht gegeven. De Vader en ik zijn samen één. En niemand kan God, de Vader, iets afnemen. | En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken. Ik en de Vader zijn Één. |
Mijn God zal jullie alles geven wat jullie nodig hebben. Hij zal zijn hemelse rijkdom met jullie delen, dankzij Jezus Christus. | Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Christus Jezus. |
Bij de Heer ben ik veilig, hij is de allerhoogste God. Bij hem vind ik rust, hij is de machtige God. Daarom zeg ik tegen hem: ‘U beschermt me, ik hoef niet bang te zijn. Op u vertrouw ik.’ | Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige. Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw! |
God, u zult mij helpen. Heer, u geeft mij kracht. | Zie, God is mijn Helper, de Heere is onder hen die mijn ziel ondersteunen. |
Je houdt van mij als je volgens mijn regels leeft. En als je van mij houdt, dan houdt de Vader van jou. En ook ik zal van je houden, en je laten zien wie ik echt ben. | Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren. |
Als je mij wilt dienen, volg mij dan. Mijn dienaren zullen zijn waar ik ben. Als je mij dient, zul je eer krijgen van de Vader. | Als iemand Mij dient, laat hij Mij volgen, en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. En als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren. |
En ik zal doen wat jullie vragen, omdat jullie bij mij horen. Zo zal ik de hemelse macht van mijn Vader laten zien. | En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. |
Ik leer van u wat goed en eerlijk is. Daarom dank ik u met heel mijn hart. | Ik zal U loven met een oprecht hart, wanneer ik Uw rechtvaardige bepalingen geleerd heb. |
Gerelateerde onderwerpen
Jezus
Jezus keek hen aan...
Vader
De Heer houdt van...
Wet
Vandaag zal ik jullie...
Woord van God
De woorden van de...
Vreugde
En wees altijd blij!...
Hart
Denk altijd goed na...
Bijbeltekst van de dag
Help ons om nooit tegen u te kiezen.En bescherm ons tegen de macht van het kwaad.
Want u bent koning,
u regeert met grote macht,
voor altijd. Amen.