Mijn zoon, luister, neem mijn woorden aan, ze vermeerderen de jaren van je leven. | Luister, mijn zoon, en geloof wat ik zeg. Dan zul je lang leven. |
Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt. | Lieve Vader, voor U is alles mogelijk. Laat Mij alstublieft niet de wijnbeker van uw straf leeg hoeven te drinken. Maar Ik zal niet doen wat Ik Zelf wil, maar wat U wil. |
Kom met woorden van berouw en keer terug naar de HEER. Zeg tegen Hem: ‘Vergeef ons al onze misdaden. Neem wat goed is van ons aan. Als offer brengen wij U oprechte woorden.’ | Vergeet niet wat ik heb gezegd. Zeg tegen je Heer God dat je verkeerd gedaan hebt. Vraag Hem of Hij je wil vergeven. Vraag Hem of Hij weer goed voor je wil zijn. Je woorden van spijt zullen zijn als offers waardoor je vergeving krijgt. |
Neem nooit leugens in de mond, laat geen bedrog over je lippen komen. | Zorg dat je mond geen verkeerde dingen zegt en dat er geen leugen over je lippen komt. |
Neem steeds mijn sabbat in acht en heb eerbied voor mijn heiligdom. Ik ben de HEER. | Jullie moeten je aan mijn heilige rustdagen en feesten houden en ontzag hebben voor mijn heiligdom. Ik ben de Heer. |
Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ | Toen ze aan het eten waren, nam Jezus een brood. Hij zegende het, brak het in stukken en gaf het aan zijn leerlingen. Hij zei: "Neem dit en eet het. Het is mijn lichaam." |
Want Ik ben de HEER, je God, Ik neem je bij je rechterhand en zeg je: Wees niet bang, Ik zal je helpen. | Want Ik, je Heer God, grijp jou bij je hand. Ik zeg tegen je: Wees niet bang. Ik help je. |
Neem daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad, en goed voorbereid stand te kunnen houden. | Doe daarom de hele wapenrusting van God aan. Dan kun je je verdedigen als het kwaad je aanvalt. En dan kun je ook blijven staan als je alles hebt gedaan wat je moest doen. |
Laat u leiden door vrees voor de HEER en neem u in acht, want de HEER, onze God, duldt geen onrecht, partijdigheid of corruptie. | Heb dus ontzag voor de Heer. Wees eerlijk en rechtvaardig. Want de Heer is rechtvaardig. Voor Hem maakt het niet uit of iemand belangrijk is of niet. Ook laat Hij zich door niemand omkopen. |
Luister, neem mijn berispingen ter harte – dan beziel ik je met mijn geest, dan laat ik je delen in mijn wijsheid. | Luister naar mijn woorden! Ik wil mijn wijsheid over jullie uitstorten. Ik wil jullie vertellen wat ik weet. |
Neem mijn juk op je en leer van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht. | Doe wat Ik je zeg. Leer van Mij. Want Ik ben vriendelijk en geduldig en bescheiden. Daarom zul je bij Mij innerlijke rust vinden. Want wat Ik je te doen zal geven, is niet te moeilijk of te zwaar voor je. |
Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis maar ontmasker die juist, want wat daar in het verborgene gebeurt, is te schandelijk voor woorden. | Doe niet mee met de slechte dingen van de duisternis. Breng ze liever aan het licht. Want de dingen van de duisternis worden stiekem gedaan – en ze zijn bijna te erg om hardop te noemen. |
Laat uw leven niet beheersen door geldzucht, neem genoegen met wat u hebt. Hij heeft immers zelf gezegd: ‘Nooit zal Ik u afvallen, nooit zal Ik u verlaten.’ | Wees niet hebzuchtig, maar wees tevreden met wat jullie hebben. Want God heeft gezegd: "Ik zal je nooit in de steek laten. Ik zal je nooit verlaten." |
Draag de verlossing als helm en Gods woord als zwaard, dat u van de Geest ontvangt. | Zet de helm van je redding op je hoofd. Neem het zwaard van de Geest in je hand. Dat is het woord van God. |
HEER, hoor mijn gebed, luister naar mijn smeken, antwoord mij, u bent trouw en rechtvaardig. | Heer, luister naar mijn gebed, hoor hoe ik U om hulp smeek. Antwoord mij, want U bent trouw en rechtvaardig. |
Houd je aan je verplichtingen tegenover de HEER, je God: gehoorzaam Hem en neem zijn bepalingen, geboden, rechtsregels en voorschriften in acht, zoals die zijn vastgelegd in de wetten van Mozes. Dan zul je slagen in alles wat je doet en onderneemt. | Dien je Heer God en leef zoals Hij het wil. Houd je aan al zijn wetten en leefregels zoals die staan opgeschreven in de wet van Mozes. Want dan zal het goed met je gaan in alles wat je doet. |
Tot slot, broeders en zusters, wees verheugd. Beter uw leven, neem mijn vermaningen ter harte, wees eensgezind, leef in vrede met elkaar – dan zal de God van de liefde en de vrede met u zijn. | Tenslotte, broeders en zusters: wees blij! Zorg dat alles waarover ik geschreven heb in orde komt. Laat je bemoedigen in jullie geloof. Wees één met elkaar en maak geen ruzie. Dan zal de God van liefde en vrede bij jullie zijn. |
Als je Mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. | Jezus zei: "Als jullie echt van Mij houden, doe dan ook wat Ik zeg." |
Hoor mijn gebed, HEER, luister naar mijn hulpgeroep, wees niet doof voor mijn verdriet, want een vreemdeling ben ik, bij U te gast zoals ook mijn voorouders waren. | Luister naar mijn gebed, Heer, ik roep U om hulp! Zwijg niet als ik huilend tot U bid. Ik heb geen rechten bij U, want ik ben maar een vreemdeling bij U, net als mijn voorouders. |
Neem de sabbat in acht, zoals de HEER, uw God, u heeft geboden; het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is de sabbat, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw runderen, uw ezels en al uw andere dieren, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen; want uw slaaf en slavin moeten evengoed rusten als u. | Houd je aan de heilige rustdag. Die dag is voor Mij. Zes dagen mogen jullie werken. Maar de zevende dag is mijn heilige rustdag. Dan mag niemand werken. Jullie niet, je zoon niet, je dochter niet, je knecht niet, je slavin niet, je vee niet, en de vreemdelingen die in jullie steden wonen ook niet. Zo kunnen jullie knechten en slavinnen op die dag uitrusten, net als jullie. |
Mijn zoon, houd je vaders richtlijnen vast, verwerp de lessen van je moeder niet. | Mijn zoon, luister naar de goede raad van je ouders. Doe iets met hun wijze lessen. |
Leef daarom zijn geboden na door de weg te volgen die Hij u wijst en door ontzag voor Hem te tonen. | Houd je dus aan de wetten en leefregels van jullie Heer God. Doe wat Hij zegt en heb diep ontzag voor Hem. |
Wees mij genadig, God, in uw trouw, U bent vol erbarmen, wis mijn wandaden uit, was mij schoon van alle schuld, reinig mij van mijn zonden. | God, heb alstublieft medelijden met mij, omdat U liefdevol bent. Doe weg wat ik verkeerd heb gedaan, omdat U goed bent. Was mijn ongehoorzaamheid van mij af. Vergeef me mijn slechte daden. |
Wees u er daarom van bewust en laat goed tot u doordringen dat alleen de HEER God is, boven in de hemel en hierbeneden op de aarde; een ander is er niet. | Denk er dus goed om dat de Heer de enige God is in de hemel daarboven en op de aarde hier beneden. Er is geen andere God. |
Vergeld geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen. | Neem geen wraak voor wat andere mensen jullie aandoen. Nee, wees altijd voor iedereen goed en vriendelijk. Want dat is wat God wil. En dan zal Hij ook goed en vriendelijk voor jullie zijn. |