Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. | Want we strijden niet tegen mensen, maar tegen de onzichtbare leiders, machten en heersers van deze donkere wereld. Dus tegen de duivelse geesten in de geestelijke wereld. |
Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? | Want toen we in Jezus Christus werden gedoopt, werden we allemaal in zijn dood ondergedompeld. Zijn dood werd ook onze dood. |
Moge de God van de vrede, die onze Heer Jezus, de machtige herder van de schapen, door het bloed van het eeuwig verbond uit het dodenrijk heeft weggeleid, u toerusten met al het goede, zodat u zijn wil kunt doen. Moge Hij in ons datgene tot stand brengen wat Hem welgevallig is, door Jezus Christus, aan wie de eer toekomt, tot in alle eeuwigheid. Amen. | God is de God van vrede. Hij heeft de Heer Jezus, de grote Herder van de schapen, uit de dood teruggeroepen. Hij deed dat vanwege het bloed waarmee Hij een eeuwig verbond sloot. Ik bid dat deze God jullie geschikt zal maken om alles te doen wat Hij van jullie vraagt. Hij zal door middel van Jezus Christus in jullie werken. Alle eer is voor Hem, voor eeuwig. Amen! Zo is het! |
Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel. | Want we weten dat we maar tijdelijk in dit lichaam wonen. Net zoals je maar tijdelijk woont in een tent. Die aardse tent (= ons lichaam) zal op een dag worden afgebroken. Maar daarna geeft God ons in de hemel een eeuwig huis, dat niet door mensen is gemaakt (= ons hemelse lichaam). |
Maar omdat God zo barmhartig is en de liefde die Hij voor ons heeft opgevat zo groot, heeft Hij ons, terwijl wij allen dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Door genade bent u gered! | Maar God is vol medelijden. Hij wil ons graag vergeven, omdat Hij zo ontzettend veel van ons houdt. Daarom heeft Hij ons tegelijk met Christus geestelijk levend gemaakt. Want we waren geestelijk dood door alle slechte dingen die we hadden gedaan. We zijn dus alleen maar gered doordat God zo geweldig goed voor ons is geweest, en niet omdat we het verdiend hadden. |
Deze hoop zal niet worden beschaamd, omdat Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de heilige Geest, die ons gegeven is. | En als we op God vertrouwen, zal Hij ons nooit teleurstellen. Want God heeft zijn liefde in ons hart uitgestort door ons zijn Heilige Geest te geven. |
Ezra zei tegen hen: ‘Maak een feestmaal klaar met lekker eten en drinken, en deel ervan uit aan wie niets heeft, want deze dag is gewijd aan onze Heer. Wees niet bedroefd, want de vreugde die de HEER u geeft, is uw kracht.’ | Nehemia (de bestuurder van de provincie), Ezra (de priester en wetgeleerde) en de Levieten die het volk les gaven, zeiden tegen de mensen: "Vandaag vieren we feest voor jullie Heer God. Wees dus niet bedroefd en huil niet." Dat zeiden ze, omdat alle mensen huilden toen ze de wet hoorden. |
Dit alles is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent: ‘God is met ons’. | Dit is gebeurd zodat zou uitkomen wat de Heer God van tevoren door de profeet Jesaja heeft gezegd: "Het meisje dat nog maagd is zal in verwachting raken en een zoon krijgen. De mensen zullen Hem Immanuël noemen. Dat betekent: 'God is met ons.' " |
Ter wille van ons heeft God Hem die de zonde niet kende één gemaakt met de zonde, zodat wij in Hem rechtvaardig voor God konden worden. | God heeft alle ongehoorzaamheid van alle mensen op Jezus gelegd. Aan het kruis droeg Jezus ónze straf. Maar Hij is Zelf nooit ongehoorzaam aan God geweest. Zo kon Hij ons bevrijden van onze ongehoorzaamheid en daarmee ook van Gods straf. |
God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood. | Bij God zijn we veilig. Hij is onze schuilplaats, onze burcht waar we veilig zijn. Hij heeft ons altijd geholpen als we in moeilijkheden zaten. |
De genade van de Heer Jezus Christus zij met u. | Ik bid dat de Heer Jezus Christus in alles goed voor jullie zal zijn. |
Daarom bent U groot, HEER, mijn God. Het is zoals ons altijd is voorgehouden: zoals U is er geen, er bestaat geen andere god dan U. | U bent geweldig, Heer! Uit alles wat we zelf hebben gehoord weten we zeker: niemand is als U. Er is geen andere God dan U. |
Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. | Want als je met je mond hardop zegt dat Jezus de Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft teruggeroepen en levend heeft gemaakt, ben je gered. |
Omdat ons deze beloften zijn gegeven, geliefde broeders en zusters, moeten we onszelf reinigen van alle lichamelijke en geestelijke smetten en vol ontzag voor God ons hele leven heiligen. | Omdat God ons dit heeft beloofd, lieve broeders en zusters, moeten we niets doen wat slecht is voor ons lichaam of onze geest. Want dat past bij mensen die bij God horen en ontzag voor Hem hebben. |
En omdat we weten dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we Hem gevraagd hebben. | En als we weten dat Hij al onze gebeden beantwoordt, weten we dat we krijgen waar we Hem om hebben gevraagd. |
God zei: ‘Laten Wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op Ons lijken; zij moeten heersen over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ | En God zei: "Laten We mensen maken, mensen die op Ons lijken. Ze zullen heel erg op Ons lijken. Ze moeten zorgen voor de vissen in de zee, de vogels in de lucht, het vee, de kruipende dieren en voor de hele aarde." |
Het woord van God is levend en krachtig, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden. | Want het woord van God is vol leven en kracht. En het is scherper dan het scherpste zwaard. Het dringt zó diep in ons door, dat het ziel en geest van elkaar kan scheiden. Het laat ons zien wat er in ons is, al zit het nóg zo diep verborgen. Het brengt onze diepst verborgen gedachten en plannen aan het licht. |
Want zoals wij volop delen in het lijden van Christus, zo delen wij volop in de troost die God ons door Christus geeft. | Want we hebben veel te lijden omdat we in Christus geloven. Maar daarom zullen we ook heel veel bemoediging krijgen van Christus. |
Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. | Door dit met je hart te geloven, word je vrijgesproken van schuld. En door het met je mond hardop te zeggen, word je gered. |
En dat niet alleen, we laten ons zelfs voorstaan op de ellende die we ondervinden, omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop. | Maar dat is niet het enige. We zijn ook blij als we het moeilijk hebben. Want door moeilijkheden leren we om vol te houden. En doordat we leren volhouden, wordt onze geest sterk. En doordat onze geest sterk wordt, leren we om steeds meer op God te vertrouwen. |
Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer weerspiegeld zien, zullen door de Geest van de Heer meer en meer naar de luister van dat beeld worden veranderd. | En op ons gezicht is het licht van de macht en majesteit van de Heer te zien. Want er is geen 'doek' over ons gezicht. We zijn als spiegels die steeds meer de stralende macht en majesteit van de Heer weerspiegelen. Want we gaan steeds meer op Christus lijken. Dat gebeurt door de Geest van de Heer. |
Want alleen als we tot het einde toe resoluut vasthouden aan ons aanvankelijk vertrouwen, blijven we deelgenoten van Christus. | Want wij hebben Christus gekregen. Tenminste, als we tot het einde toe ons geloof vasthouden. |
Ook wij verlaten ons op U, HEER: wij gaan de paden van uw recht. Ons diepste verlangen is het uw naam te noemen, U aan te roepen. | Ook als U rechtspreekt, vertrouwen wij op U, Heer. Wij verlangen met ons hele hart naar U en uw verbond. |
Let op uzelf en verspeel niet wat we bereikt hebben, maar zorg ervoor dat u het volle loon ontvangt. | Pas op dat we niet verliezen waar we samen zo hard voor hebben gewerkt, maar zorg ervoor dat we onze hele beloning zullen krijgen. |
En de geringe last die we tijdelijk te dragen hebben, brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft. | De moeilijkheden van dit moment zijn niet erg en duren maar kort, als je ze vergelijkt met de heerlijke, eeuwige dingen die we daardoor nog zullen krijgen. Dat maakt alles goed. |