Als christen ben je opnieuw geboren. Niet op de gewone manier, uit een vader en een moeder. Maar op een hemelse manier, uit God. Want jullie hebben naar God geluisterd. Zijn woorden verliezen nooit hun kracht en blijven altijd bestaan. | Als mensen die opnieuw zijn geboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levende woord, dat voor altijd standhoudt. |
Later sprak Jezus opnieuw tegen de mensen. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Als je mij volgt, leef je niet meer in het donker. Dan hoor je bij het licht dat leven geeft.’ | Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’ |
Jezus zei tegen Nikodemus: ‘Luister heel goed naar mijn woorden: Je kunt alleen bij Gods nieuwe wereld horen als je op een nieuwe manier geboren wordt.’ | Jezus zei: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ |
Toen nam Jezus een brood. Hij dankte God. Hij brak het brood in stukken, deelde het uit en zei: ‘Kijk, dit is mijn lichaam. Ik zal sterven voor jullie. Houd deze maaltijd steeds opnieuw om aan mij te blijven denken.’ | En Hij nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Dit is mijn lichaam, dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om Mij te gedenken.’ |
Zo heeft ook Christus zichzelf één keer geofferd. Hij is gestorven voor de zonden van veel mensen. Hij zal opnieuw komen, maar dan niet om de zonden weg te nemen. Nee, hij zal komen om de mensen die op hem wachten, te redden. | Net zo zeker is het dat Christus, die eenmaal is geofferd om de zonden van velen te dragen, voor een tweede maal zal verschijnen, niet om opnieuw de zonde op zich te nemen, maar om te redden wie Hem verwachten. |
Jezus zei nog een keer tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede. De Vader zelf heeft mij gestuurd. En nu ben ik het die jullie stuurt.’ | Nog eens zei Jezus: ‘Vrede zij met jullie! Zoals de Vader Mij heeft uitgezonden, zo zend Ik jullie uit.’ |
God heeft ons niet zijn Geest gegeven om weer bange slaven van ons te maken. Nee, God heeft ons zijn Geest gegeven om van ons zijn kinderen te maken. En als Gods kinderen bidden wij: ‘Abba, Vader!’ | U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’. |
Jezus zei tegen alle mensen: ‘Als je mijn volgeling wilt zijn, dan mag je niet meer aan jezelf denken. Je moet juist bereid zijn om je leven op te geven, elke dag opnieuw. En je moet met mij meegaan.’ | Tegen allen zei Hij: ‘Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en Mij volgen.’ |
Christus heeft ons bevrijd. Daardoor kunnen we als vrije mensen leven. Houd dus vol en laat niemand je weer slaaf maken. | Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen. |
Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Jullie zijn het zout in deze wereld. Zout heeft een sterke smaak. Maar als het zijn smaak verliest, kun je het niet opnieuw zout maken. Dan is het waardeloos en wordt het weggegooid.’ | Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout worden gemaakt? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. |
Opnieuw zei de Heer tegen Mozes: ‘Kom naar mij toe op de berg, en blijf daar wachten. Dan zal ik je twee stenen platen geven, waarop ik mijn wetten en regels geschreven heb. Jij moet het volk leren dat ze zich daaraan moeten houden.’ | De HEER zei tegen Mozes: ‘Kom naar Mij toe, de berg op, en wacht daar; dan zal Ik je de stenen platen geven waarop Ik de wetten en geboden heb geschreven om het volk te onderrichten.’ |
Jullie moeten blij zijn, omdat jullie bij de Heer horen. Ik zeg het nog eens: Wees altijd blij. | Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd. |
Alle eer aan God, de Vader van onze Heer Jezus Christus! Want Gods liefde is zo groot, dat hij Jezus Christus liet opstaan uit de dood. Daardoor is ons leven veranderd en zijn wij nieuwe mensen geworden. Nu kunnen we altijd op hem vertrouwen. | Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft Hij ons door de opstanding van Jezus Christus uit de dood opnieuw geboren doen worden en ons zo levende hoop gegeven. |
U zult medelijden met ons krijgen, u zult onze schuld wegnemen. En u zult nooit meer denken aan wat we verkeerd gedaan hebben. | Opnieuw zult U zich over ons ontfermen en al onze zonden tenietdoen. Onze zonden werpt U in de diepten van de zee. |
Toch waren er ook mensen die wel in hem geloofden. Zij mochten kinderen van God worden. | Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. |
De Heer is goed voor zijn volk, we leven nog! Zijn liefde blijft altijd bestaan. Zijn trouw is groot. Hij zorgt voor ons, elke dag weer. | De HEER bewijst zijn liefde: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen einde. Elke morgen schenkt Hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt uw trouw! |
Vrienden, wees toch volwassen in je geloof in Christus! Dan hoef ik niet weer bij de eerste lessen te beginnen. Jullie weten al dat je in God moet geloven. En dat je je leven helemaal moet veranderen. En jullie weten ook hoe iemand bij de kerk kan gaan horen: Hij moet gedoopt worden. En als jullie daarbij je handen op zijn hoofd leggen, krijgt hij de heilige Geest. Ook weten jullie wat er aan het einde van de tijd gaat gebeuren: de doden zullen weer levend worden, en God zal rechtspreken over de wereld. | Laten we ons daarom richten op wat voor volwassenen bedoeld is en de eerste beginselen van de leer over Christus laten rusten. We gaan niet nog eens het fundament leggen en spreken over het zich afkeren van daden die tot de dood leiden, over het geloof in God, de leer over het dopen en de handoplegging, en over de opstanding van de doden en het laatste oordeel. |