Bijbelteksten over 'Rechter'
De HEERE is immers onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Híj zal ons verlossen. | De Heer is onze rechter, hij geeft ons zijn wetten. De Heer is onze koning, hij zal ons redden. |
De Heere dan is, nadat Hij tot hen gesproken had, opgenomen in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand van God. | Toen de Heer Jezus dat gezegd had, liet God hem naar de hemel gaan. Daar ging Jezus naast God zitten, aan de rechterkant. |
Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden. Verder is voor mij weggelegd de krans van de rechtvaardigheid die de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag geven zal. En niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning hebben liefgehad. | Ik heb gevochten voor het ware geloof. Ik heb de opdracht die ik van God gekregen heb, helemaal uitgevoerd. En ik heb mijn geloof niet verloren. Het enige waar ik nog op wacht, is het eeuwige leven. Dat zal de Heer mij als beloning geven op de dag dat hij komt als rechtvaardige rechter. Dan geeft hij het eeuwige leven niet alleen aan mij, maar aan alle mensen die naar zijn komst verlangd hebben. |
Maar als u een liefdegave geeft, laat dan uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet, zodat uw liefdegave in het verborgene zal zijn; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden. | Houd het geheim als je geld geeft aan arme mensen. Je linkerhand mag zelfs niet merken dat je rechterhand iets geeft. Je Vader ziet wat er in het geheim gebeurt. En hij zal je belonen. |
Hij dan, Die door de rechterhand van God verhoogd is en de belofte van de Heilige Geest ontvangen heeft van de Vader, heeft dit uitgestort wat u nu ziet en hoort. | Nu is Jezus in de hemel. Hij zit aan de rechterkant van God. Hij heeft de heilige Geest gekregen, zoals God beloofd had. En Jezus heeft die heilige Geest aan ons gegeven. Dat hebben jullie zelf kunnen zien en horen! |
Er is één Wetgever, namelijk Hij Die kan zalig maken én te gronde richten. Maar wie bent u, die over de ander oordeelt? | Maar er is er maar één die wetten maakt en als rechter een oordeel uitspreekt, en dat is God. Hij beslist over leven en dood. Wie zijn jullie dan, dat jullie oordelen over anderen en kritiek hebben op hun gedrag? |
Zing voor God, zing psalmen voor Zijn Naam; baan de wegen voor Hem Die door de vlakten rijdt, want HEERE is Zijn Naam; spring op van vreugde voor Zijn aangezicht. Vader van de wezen en Rechter van de weduwen: dát is God in Zijn heilige woning. | Zing voor God, zing een lied voor hem. Juich als hij komt op zijn wagen van wolken, maak je klaar voor zijn komst. Heer is zijn naam! Hij woont in zijn heilige tempel. Hij helpt weduwen, en hij beschermt kinderen zonder vader. |
Terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God. | Laten we daarbij steeds blijven denken aan Jezus. Hij zorgde ervoor dat we gingen geloven, en hij maakt ons geloof volmaakt. Hij is voor ons aan het kruis gestorven. Hij vond het niet erg dat hij op die manier vernederd werd. Want hij dacht aan de beloning die hij in de hemel zou krijgen. En nu zit hij naast God, aan de rechterkant van Gods troon. |
En toen zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een scharlakenrode mantel om, vlochten een kroon van dorens, zetten die op Zijn hoofd en gaven Hem een rietstok in Zijn rechterhand. Zij vielen op hun knieën voor Hem neer en bespotten Hem met de woorden: Gegroet, Koning van de Joden! | Toen trokken ze Jezus zijn kleren uit en deden hem een rode mantel aan. Ze maakten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. En ze gaven hem een stok in zijn rechterhand. Ze knielden voor hem en zeiden spottend: ‘Wij groeten u, koning van de Joden!’ |
Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid, Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord, heeft, nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen. | Door Gods Zoon weten we hoe machtig God is. Door hem weten we wie God is. Alleen door de machtige woorden van Gods Zoon kunnen de hemel en de aarde bestaan. En hij heeft ervoor gezorgd dat onze zonden vergeven zijn. Daarom zit hij nu naast God in de hemel, aan Gods rechterkant. |
Ik stel mij de HEERE voortdurend voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand is, wankel ik niet. | Steeds denk ik aan u, Heer. U bent altijd bij me, er kan met mij niets ergs gebeuren. |
Want Ik ben de HEERE, uw God, Die uw rechterhand vastgrijpt en tegen u zegt: Wees niet bevreesd, Ik help u. | Ik ben de Heer, je God. Ik houd je vast, en ik zeg: Israël, je hoeft niet bang te zijn. Ik zal je helpen. |
Wijk niet af naar rechts of naar links, keer je voet af van het kwade! | Blijf uit de buurt van het kwaad, en zorg dat je goed en eerlijk leeft. |
U maakt mij het pad ten leven bekend; overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht, lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, voor altijd. | U leert mij hoe ik moet leven. Ik ben blij, omdat u bij me bent. Dat maakt me gelukkig, voor altijd. |
De Almachtige, wij kunnen Hem niet vinden; Hij is groot van kracht en recht en hoogst rechtvaardig; Hij onderdrukt niet. | God is een goede rechter, hij onderdrukt mensen niet. Hij is heel machtig, niemand kan dicht bij hem komen. |
Een betrouwbare getuige liegt niet, maar een valse getuige blaast leugens. | Betrouwbare mensen spreken de waarheid bij de rechter, maar onbetrouwbare mensen vertellen alleen maar leugens. |
Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt. | Je hoeft niet bang te zijn, want ik ben bij je. Je hoeft geen angst te hebben, want ik ben jouw God. Ik zal je helpen, ik zal je sterk maken. Met mijn hulp zul je de vijanden overwinnen. |
Want zij hebben het land niet door hun zwaard in bezit genomen en hún arm heeft hun geen verlossing gegeven, maar Uw rechterhand, Uw arm en het licht van Uw aangezicht, omdat U hun goedgezind was. | Ze kregen het land niet op eigen kracht, niet door hun wapens en hun leger. U hebt hun het land gegeven, u hebt hen geholpen met uw macht. U hebt hen beschermd, omdat u van hen hield. |
Ook hebt U mij het schild van Uw heil gegeven, Uw rechterhand heeft mij ondersteund, Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt. U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven, mijn enkels hebben niet gewankeld. | Heer, u hebt mij beschermd en gered. U steunde mij met uw sterke handen. U was bij me, en dat gaf me kracht. U maakte voor mij de weg vrij, zo kon ik verdergaan. |
Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt. | Stel dat je rechteroog iets slechts ziet. Iets dat jou weghaalt bij God. Ruk je oog dan uit en gooi het weg. Je verliest dan een deel van je lichaam. Maar anders kom je met je hele lichaam in de hel terecht. |
Als u in Mijn verordeningen wandelt en Mijn geboden in acht neemt en ze houdt, dan zal Ik u op zijn tijd regen geven, zodat het land zijn opbrengst zal geven en de bomen van het veld hun vruchten zullen geven. | Houd je precies aan mijn wetten en regels. Dan zal ik ervoor zorgen dat er op de juiste tijd regen valt. Er zal veel groeien op de akkers, en de bomen zullen veel vruchten krijgen. |
Gerelateerde onderwerpen
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Redding
En de zaligheid is...
Jezus
Maar Jezus keek hen...
Afhankelijkheid
Want Ik ben de...
Kracht
Wees niet bevreesd, want...
Hemelvaart
En nadat Hij dit...