Waarom zou je heel hard werken om rijk te worden? Waarom erover piekeren hoe je rijk kan worden? | Tob jezelf niet af om rijk te worden, zet dat plan opzij. |
De zegen van de Heer maakt rijk. Hij voegt er geen verdriet aan toe. | Alleen de zegen van de HEER maakt rijk, zwoegen voegt daar niets aan toe. |
De Heer maakt arm, en Hij maakt rijk. Sommige mensen vernedert Hij, andere eert Hij juist. | De HEER maakt arm en Hij maakt rijk, vernedert diep en heft hoog op. |
Het is beter weinig te hebben, maar eerlijk te zijn, dan rijk te zijn en oneerlijk. | Beter een schamel bezit, rechtvaardig verworven, dan een grote rijkdom, verkregen door onrecht. |
We hebben verdriet, maar toch zijn we altijd blij. We hebben niets, maar toch maken we veel mensen rijk. We hebben niets, maar eigenlijk hebben we alles. | We hebben verdriet maar toch zijn we altijd verheugd, we zijn arm maar toch maken we velen rijk, we bezitten niets maar toch hebben we alles. |
Als je zomaar veel geld hebt gekregen, ben je dat ook snel weer kwijt. Maar als je er zelf hard voor werkt, word je rijk. | In de schoot geworpen rijkdom is weer snel verdwenen, gestage groei maakt rijk. |
Het is fijner om uw wil te doen dan om heel erg rijk te zijn. | Leven naar uw richtlijnen geeft mij vreugde, meer vreugde dan rijkdom en overvloed. |
Help me om nooit oneerlijk te zijn en nooit te liegen. Maak mij niet arm en ook niet rijk. Geef me gewoon alle dagen genoeg te eten. | Houd me ver van leugen en bedrog. Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb. |
Maar mensen die graag rijk willen worden, lopen in de val van de duivel. Ze krijgen allerlei dwaze en verkeerde verlangens, waardoor het langzaam maar zeker slecht met hen afloopt. | Wie rijk wil worden, staat bloot aan verleiding, raakt in een valstrik en valt ten prooi aan allerlei dwaze en schadelijke begeerten die een mens in het verderf storten en ten onder doen gaan. |
Het is beter niet veel te bezitten maar wel diep ontzag voor de Heer te hebben, dan rijk te zijn zonder vrede in je hart. | Beter een schamel bezit en ontzag voor de HEER dan grote rijkdom en veel onrust. |
Als iemand rijk en machtig is, heeft U hem dat gegeven. Want U heerst over alles. U bent oppermachtig. U kan mensen groot en machtig maken. | Roem en rijkdom zijn van U afkomstig, U heerst over alles. In uw hand liggen macht en kracht besloten, U beslist wie groot en machtig is. |
Dankzij zijn geld is een rijk mens helemaal veilig. Zo veilig als in een stad met hoge muren – denkt hij. | Een rijkaard denkt dat zijn bezit een vesting is, achter een muur waant hij zich veilig. |
Een rijk mens heeft macht over arme mensen. Als je leent, kom je in de macht van de man van wie je geleend hebt. | Een rijke heeft macht over armen, wie leent is de slaaf van zijn geldschieter. |
Iemand die rijk is, wordt gedwongen om losgeld te betalen voor zijn leven. Een arm mens wordt niet eens bedreigd. | Een rijke kan zijn leven redden door losgeld te betalen, een arme wordt niet eens bedreigd. |
Als andere mensen je prijzen, is dat beter dan rijk zijn. Als andere mensen je waarderen, is dat beter dan zilver en goud. | Een goede naam is te verkiezen boven grote rijkdom, waardering boven zilver en goud. |
De Heer is vol liefde. Hij vergeeft ons altijd graag wat we verkeerd deden. Hij is geduldig en liefdevol. | Liefdevol en genadig is de HEER, Hij blijft geduldig en groot is zijn trouw. |
Het is beter om arm te zijn maar eerlijk, dan rijk te zijn en slecht. Want de Heer breekt de macht van de mensen die zich niets van Hem aantrekken. Maar Hij helpt de mensen die leven zoals Hij het wil. | Beter het weinige dat een rechtvaardige heeft dan de rijkdom van talloze zondaars. De macht van de zondaars wordt gebroken, maar de HEER zal de rechtvaardigen steunen. |
Want het verlangen naar geld is de bron van al het kwaad. Sommige mensen zijn het geloof kwijtgeraakt en in allerlei ellende terecht gekomen, doordat ze zo graag rijk wilden worden. | Want de wortel van alle kwaad is geldzucht. Door zich daaraan over te geven zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed berokkend. |
En als hij rijk sterft, kan hij toch niets meenemen van wat hij bezit. Toen hij geboren werd, bezat hij niets. En als hij sterft, neemt hij niets mee. | Naakt is zo iemand uit de moederschoot gekomen, even naakt keert hij terug. Niets van wat hij heeft verworven en in handen dacht te hebben, neemt hij mee. |
Want U bent goed, Heer, en U wil graag vergeven. U bent goed en vriendelijk voor alle mensen die U aanbidden. | U, Heer, bent goed en tot vergeving bereid, uw trouw is groot voor ieder die U aanroept. |
Zo zullen jullie steeds veel hebben om veel te kunnen weggeven. En daar zullen de mensen God voor prijzen. | U bent in ieder opzicht rijk geworden om in alles vrijgevig te kunnen zijn, en uw vrijgevigheid leidt door onze bemiddeling tot dankzegging aan God. |
Als God je rijk maakt, geeft Hij je de mogelijkheid om te eten en alles te hebben wat je nodig hebt. En om te genieten van alles waarvoor je zo hard hebt gewerkt. Dat is dan een geschenk van God. | Wanneer een mens geniet van rijkdom en bezit, wanneer hem dat door God wordt toegestaan als zijn rechtmatig deel en hij zich verheugt in alles wat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God. |
Zeg tegen de mensen die rijk zijn in deze wereld, dat ze niet trots moeten zijn. Ook dat ze niet moeten vertrouwen op hun rijkdom. Die rijkdom kunnen ze ook zomaar weer kwijtraken. Maar ze moeten in alles vertrouwen op de levende God. Hij geeft hun alles overvloedig, om van te genieten en om goede dingen mee te doen. | Draag de rijken van deze wereld op niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet in zoiets onzekers als rijkdom te stellen, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten. |
Hij zal met zijn licht in jullie hart schijnen. Daardoor zullen jullie weten wat jullie nog zullen krijgen. Jullie zullen dan werkelijk kunnen begrijpen wat voor geweldige erfenis Hij aan de gelovigen gegeven heeft. | Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag nu Hij u geroepen heeft, hoe rijk de luister is van de erfenis die de heiligen van Hem ontvangen. |
Als iemand rijker wordt, heeft hij ook meer mensen die ervan moeten eten. En wat heeft de eigenaar er dan aan? Hij kan niet anders dan toekijken. | Maar hoe groter iemands kapitaal is, des te groter ook het aantal mensen dat het komt verbrassen. Wat heeft de eigenaar hierbij te winnen? Hij kan alleen maar toekijken. |