Heer, laat ons uw liefde zien! Op u vertrouwen wij. | Heer, wees alstublieft goed voor ons, want we vertrouwen op U. |
Gods Zoon is een mens geworden. Hij heeft bij ons gewoond. In hem hebben wij Gods hemelse macht gezien. Hij is Gods enige Zoon, die bij de Vader vandaan gekomen is. In hem waren Gods liefde en trouw volledig aanwezig. | Het Woord werd een mens en Hij heeft bij ons gewoond. We hebben gezien hoe geweldig en machtig Hij is: Hij, Gods enige Zoon, met dezelfde macht als de Vader, liefdevol, vriendelijk, en vol van waarheid. |
Jullie moeten naar mij luisteren. Dat moeten jullie niet alleen beloven, maar ook echt doen. Misschien krijg ik medelijden, en zal ik mijn plan veranderen. Dan zal ik weer iets op het land laten groeien, en dan hebben jullie weer graan en wijn om te offeren. Want ik ben een goede God. Ik ben vol liefde en geduld. Ik ben trouw, en ik houd er niet van om mensen te straffen. | Scheur maar niet je kleren als teken van verdriet. Scheur liever je hart! Kom terug bij jullie Heer God. Dan zal Hij medelijden met jullie hebben. Want Hij is geduldig, liefdevol en goed. Kom terug! Dan zal Hij zijn plannen misschien wel willen veranderen. Dan zal Hij jullie misschien niet straffen met de rampen waarover Hij heeft gesproken. |
Dank de Heer, want hij is goed. Zijn liefde blijft altijd bestaan. | Prijs de Heer, want Hij is goed. Zijn liefde duurt voor eeuwig. |
Wij geloven dat God ons zal redden. Aan dat geloof moeten we vasthouden, zonder te twijfelen. Want God zal doen wat hij beloofd heeft. Daar kunnen we op vertrouwen. | Laten we blijven geloven in wat Hij heeft beloofd, zonder eraan te twijfelen. Want Hij die de beloften heeft gedaan, is trouw. Hij zal doen wat Hij heeft beloofd. |
Je kunt niet trouw zijn aan twee bazen tegelijk. Want je zult altijd meer liefde hebben voor de één dan voor de ander. En je zult altijd meer respect hebben voor de één dan voor de ander. Je kunt dus niet tegelijk voor God en voor het geld leven. | Je kan nooit twee heren dienen. Want je zal altijd meer van de één dan van de ander houden. Je kan niet God dienen, én Mammon. |
Maar de Heer helpt mensen die hem vereren, en die vertrouwen op zijn liefde. | Het is de Heer die de overwinning geeft. Hij is het die zorgt voor de mensen die diep ontzag voor Hem hebben en die op Hem vertrouwen. |
Steeds als ik geen moed meer had, hebt u mij vol liefde geholpen. | Maar steeds als ik dacht: "Nu ga ik vallen," hield U me overeind met uw liefde, Heer. |
Beste vrienden, houd vast aan het geloof dat de doden zullen opstaan. Blijf vertrouwen op de macht van God. En doe altijd je uiterste best om elkaar te steunen. Blijf trouw aan de Heer. Dan zal je moeite niet voor niets zijn en zul je eeuwig leven. Dat is zeker! | Wees daarom altijd sterk in het geloof, lieve broeders en zusters. Houd vol en doe altijd je best voor de Heer. Jullie moeten weten dat álles wat je voor de Heer doet, beloond zal worden. |
De Heer is goed, hij vergeeft ons. Geduldig en vol liefde is hij. | De Heer is vol liefde. Hij vergeeft ons altijd graag wat we verkeerd deden. Hij is geduldig en liefdevol. |
Wees bij mij en bescherm mij. Laat mij uw liefde zien en red mij. | Zorg alstublieft voor mij. Red mij omdat U van mij houdt. |
Hij zorgt voor mensen die goed leven, hij beschermt hen tegen gevaar. | Hij zorgt ervoor dat ze rechtvaardig zijn. Hij beschermt zijn vrienden. |
Mensen die zich laten leiden door de heilige Geest, leven heel anders. Zij houden van elkaar. Ze zijn blij en leven in vrede. Ze hebben geduld en zijn goed voor elkaar. Ze geloven in Christus. Ze zijn vriendelijk en gedragen zich goed. Als je zo leeft, doe je precies wat de wet eigenlijk wil. | Maar door de Geest ontstaan liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, hulpvaardigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen heeft de wet van Mozes niets. |
De Heer wil eerlijkheid en recht. Overal op aarde zie je zijn goedheid. | Hij houdt van rechtvaardigheid. Aan alles op aarde is te zien dat de Heer goed en vol liefde is. |
Mensen willen graag betrouwbaar zijn. Je kunt beter arm zijn dan onbetrouwbaar. | Een mens wil graag hulpvaardig zijn. Toch kun je beter toegeven dat je te arm bent om te helpen, dan dingen beloven die je niet waar kan maken. |
U bent goed en vol liefde, u vergeeft mensen die tot u bidden. | Want U bent goed, Heer, en U wil graag vergeven. U bent goed en vriendelijk voor alle mensen die U aanbidden. |
De Heer is altijd rechtvaardig, alles wat hij doet, is goed. | De Heer is rechtvaardig in alles wat Hij doet. Aan alles wat Hij doet is zijn liefde te zien. |
Wees niet jaloers op iemand die geweld gebruikt. Word niet zo slecht als hij. De Heer vindt het afschuwelijk als mensen kwaad doen. Hij straft slechte mensen. Hij laat hen in de steek als ze andere mensen belachelijk maken. Maar de Heer blijft trouw aan goede mensen. Die maakt hij gelukkig, die geeft hij liefde. | Wees niet jaloers op iemand die gewelddadig is en word vooral niet als hij. Want de Heer walgt van zulke mensen. Maar met eerlijke mensen wil Hij omgaan. |
Jullie kunnen op God vertrouwen. Hij heeft jullie uitgekozen om met elkaar een eenheid te vormen. Samen zijn jullie de kerk van zijn Zoon, onze Heer Jezus Christus. | God zal jullie nooit in de steek laten. Hij heeft jullie geroepen om één te zijn met zijn Zoon, onze Heer Jezus Christus. |
Jullie moeten alleen voor de Heer eerbied hebben, jullie moeten alleen hem dienen. | Volg alleen jullie Heer God en heb diep ontzag voor Hem. Houd je aan zijn wetten. Gehoorzaam Hem, dien Hem en wees trouw aan Hem. |
God, u bent goed, heb medelijden met mij! Uw liefde is groot. Vergeef me mijn zonden, neem mijn schuld weg, maak mij weer schoon. | God, heb alstublieft medelijden met mij, omdat U liefdevol bent. Doe weg wat ik verkeerd heb gedaan, omdat U goed bent. Was mijn ongehoorzaamheid van mij af. Vergeef me mijn slechte daden. |
Alle gelovigen gingen met elkaar om als mensen van één familie. Ze kregen van de apostelen uitleg over Jezus. En ze kwamen steeds bij elkaar om te bidden en om met elkaar het brood te delen. | Ze hielden zich aan wat de apostelen hun leerden. Ze waren één met elkaar, aten met elkaar en baden samen. |
Er is niemand zoals u, God. U bent een God die schuld vergeeft. U kijkt niet meer naar de fouten van uw volk. U blijft niet altijd boos, maar u wilt ons graag uw liefde laten zien. | Welke god is als U? U vergeeft ons alle slechte dingen die we hebben gedaan. U denkt niet langer aan alles waarin uw volk U ongehoorzaam is geweest. U blijft niet voor eeuwig boos. Want U bent vriendelijk en liefdevol. |
De Heer zegt tegen jullie: ‘Ontrouw volk, kom bij me terug. Dan zal ik niet meer boos op jullie zijn. Ik ben een God van liefde, mijn woede duurt niet voor altijd.’ | Kom terug bij Mij, weggelopen Israël! De Heer zegt: Ik zal niet meer boos op je zijn. Ik houd van je. Ik zal niet voor altijd boos op je blijven. |
Je mag niemand vermoorden. Je mag niet vreemdgaan. Je mag niet stelen. Je mag niet liegen. Je moet respect hebben voor je vader en je moeder. En je moet evenveel houden van de mensen om je heen als van jezelf. | Dood niemand. Wees trouw aan je vrouw. Steel niet. Vertel geen leugens over anderen. Heb respect voor je vader en moeder en zorg voor hen. En houd net zoveel van je broeders als van jezelf. |