En de wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid. | En de wereld met alles wat ze belangrijk vindt, zal verdwijnen. Maar als je doet wat God wil, zul je eeuwig leven. |
Want duizend jaren zijn in uw ogen als de dag van gisteren, wanneer hij voorbijgegaan is, en als een nachtwake. | Voor U zijn duizend jaar niet meer dan één enkele dag. Want in een oogwenk zijn ze voorbij. |
De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. | De hemel en de aarde zullen ophouden te bestaan. Maar mijn woorden zullen altijd blijven. |
Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen. | Want ieder mens die één geworden is met Christus, is door God helemaal nieuw gemaakt. De oude mens is verdwenen. Er is een hele nieuwe mens ontstaan. |
Jezus nu, vol van de heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest geleid in de woestijn, waar Hij veertig dagen verzocht werd door de duivel. En Hij at niets in die dagen en toen zij voorbij waren, kreeg Hij honger. | Vol van de Heilige Geest ging Jezus weg van de Jordaan. De Heilige Geest bracht Hem naar de woestijn. Daar werd Hij 40 dagen lang door de duivel uitgedaagd. Al die tijd at Hij niets. Toen er 40 dagen voorbij waren, had Hij honger. |
Weer dus het verdriet uit uw hart en houd de kwalen weg van uw lichaam, want jeugd en jonkheid zijn ijdelheid. | Maak dus geen ruzie en zorg dat je gezond blijft. Bedenk dat je jeugd voorbijgaat: het is maar lucht. |
Smakelijke spijze at ik niet, vlees noch wijn kwamen in mijn mond en ik zalfde mij in het geheel niet, tot er drie volle weken verlopen waren. | Ik at geen lekkere dingen en geen vlees en ik dronk geen wijn. Ook verzorgde ik mij niet met zalf-olie, tot er drie hele weken voorbij waren. |
En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. | Vanuit de hemel hoorde ik een stem luid zeggen: "Dit is de plaats waar God voortaan bij de mensen zal wonen. Zij zullen zijn volk zijn en God Zelf zal bij hen zijn. Hij zal hun God zijn. Hij zal alle tranen van hun ogen afvegen. En de dood zal er niet meer zijn. Niemand zal nog verdrietig zijn, treuren of pijn hebben. Want de eerste dingen zijn voorbij." |
God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen overal tot bekering moeten komen. | Vroeger stond God het toe dat wij niets van Hem af wisten. Maar nu zegt God dat alle mensen in Hem moeten geloven en moeten gaan leven zoals Hij het wil. |
Wie is een God als Gij, die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van zijn erfdeel voorbijgaat, die zijn toorn niet voor eeuwig behoudt, maar een welbehagen heeft in goedertierenheid! | Welke god is als U? U vergeeft ons alle slechte dingen die we hebben gedaan. U denkt niet langer aan alles waarin uw volk U ongehoorzaam is geweest. U blijft niet voor eeuwig boos. Want U bent vriendelijk en liefdevol. |
Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht. | Niemand wilde iets met Hem te maken hebben. Hij werd door iedereen in de steek gelaten. Hij kende pijn en verdriet en ziekte. De mensen draaiden hun hoofd weg als ze Hem zagen. We hebben geen enkel respect voor Hem gehad. |
Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid. | De moeilijkheden van dit moment zijn niet erg en duren maar kort, als je ze vergelijkt met de heerlijke, eeuwige dingen die we daardoor nog zullen krijgen. Dat maakt alles goed. |
Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. | Luister goed! Ik zeg jullie dat niet één letter of komma van de wet zal worden afgeschaft voordat de hemel en aarde ophouden te bestaan. Eerst zal alles gebeuren wat er in staat. |
Toen zij Hem over de zee zagen gaan, meenden zij, dat het een spook was en zij schreeuwden luid. Want allen zagen zij Hem en werden verbijsterd. Maar terstond sprak Hij met hen en zeide tot hen: Houdt moed, Ik ben het, weest niet bevreesd! | Toen ze Hem op het meer zagen lopen, dachten ze dat ze een spook zagen. Ze schreeuwden van angst. Ze zagen Hem allemaal en ze waren doodsbang. Maar Hij zei tegen hen: "Rustig maar! IK BEN het, wees maar niet bang." |
Maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus. | Maar ik doe maar één ding: ik vergeet wat voorbij is en strek mij uit naar wat nog komen gaat. Ik span mij tot het uiterste in om mijn doel te bereiken. Dat doel is: het winnen van de hemelse prijs die God mij in Jezus Christus zal geven. Ik zal die prijs krijgen als ik de taak af heb die Hij mij heeft gegeven. |
Laat de geringe broeder roemen in zijn hoogheid, maar de rijke in zijn geringheid, want als een bloem in het gras zal hij vergaan. | Als je niet veel geld hebt, mag je er blij over zijn dat je voor God toch belangrijk bent. Maar als je rijk bent, moet je eraan denken dat God jouw geld niet zo belangrijk vindt. Want op een dag zul je er niet meer zijn. Net zoals een mooie bloem in het gras op een dag verdwenen is. |