Het echte geluk is voor mensen die eerlijk zijn. Want zij zullen God zien. | Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien. |
Het echte geluk is voor mensen die verdriet hebben. Want God zal hen troosten. | Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen vertroost worden. |
Het echte geluk is voor mensen die weten dat ze God nodig hebben. Want voor hen is Gods nieuwe wereld. | Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. |
Het echte geluk is voor mensen die vrede sluiten. Want zij zullen kinderen van God genoemd worden. | Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden. |
Maar Jezus zei: ‘Het echte geluk is voor mensen die luisteren naar God, en doen wat hij wil.’ | Maar Hij zei: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren. |
Het echte geluk is voor mensen die doen wat God wil, en die dat het allerbelangrijkste vinden. Want God zal hun moeite belonen. | Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. |
Het echte geluk is voor mensen die lijden omdat ze doen wat God wil. Want voor hen is Gods nieuwe wereld. | Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. |
Het echte geluk is voor jullie. Jullie zullen het moeilijk hebben omdat je bij mij hoort. Misschien schelden de mensen je uit, of willen ze je gevangennemen. Misschien vertellen ze allerlei leugens over je. | Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. |
Jezus zei: ‘Jij gelooft in mij omdat je mij gezien hebt. Vanaf nu zullen mensen in mij geloven zonder dat ze mij zien. En God zal hen gelukkig maken.’ | Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven. |
Wees dus niet bang, ook niet voor de beschuldigingen van ongelovigen. Als je lijdt omdat je Gods wil doet, ben je juist gelukkig. | Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen. |
Het echte geluk is voor jullie. Jullie zullen het moeilijk hebben, omdat je bij mij hoort. Misschien word je gehaat of weggestuurd. Misschien schelden de mensen je uit of bespotten ze je. Dat is vroeger ook gebeurd met de profeten. Als dat met jullie gebeurt, moet je blij zijn en vrolijk. Want jullie krijgen een grote beloning in de hemel. | Zalig bent u, wanneer de mensen u haten, en wanneer zij u uitstoten en u smaden en uw naam als slecht verwerpen omwille van de Zoon des mensen. |
Als je het moeilijk hebt, als je geloof getest wordt, houd dan vol! Dan zul je gelukkig zijn. Want God zal je het eeuwige leven geven. Dat is de beloning die hij beloofd heeft aan de mensen die van hem houden. | Zalig is de man die verzoeking verdraagt, want als hij beproefd gebleken is, zal hij de kroon van het leven ontvangen, die de Heere beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben. |
Je moet je altijd laten leiden door Gods wet. Want die wet is volmaakt, en geeft je vrijheid. Je moet niet alleen maar naar Gods wet luisteren, en Gods woorden meteen weer vergeten. Nee, je moet ook doen wat God van je vraagt. Dan zul je gelukkig zijn! | Hij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft, die zal, omdat hij niet een vergeetachtige hoorder geworden is, maar een dader van het werk, zalig zijn in wat hij doet. |
Maar iedereen die volhoudt tot het einde, die zal gered worden. | Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. |
Dat is de eerste opstanding. Gelukkig en heilig zijn de mensen die de eerste opstanding meemaken! Want zij zullen geen tweede keer sterven, en niet voor eeuwig lijden in het vuur. In plaats daarvan zullen ze priesters zijn van God en van Christus. Duizend jaar lang zullen ze samen met Christus als koningen heersen. Pas na die duizend jaar worden de andere doden weer levend. | Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang. |
Want in de heilige boeken staat: «Iedereen die hem Heer noemt, zal gered worden.» | Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. |
Want ik, de Mensenzoon, ben gekomen om mensen te redden die verkeerde dingen doen. | Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. |
Op die dag zal iedereen gered worden die mij om hulp vraagt. | En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden. |
Paulus en Silas zeiden: ‘Als je gelooft in de Heer Jezus, zul je gered worden. Samen met iedereen die in je huis woont.’ | En zij zeiden: Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten. |
Maria zal een zoon krijgen. Je moet hem Jezus noemen. Hij zal zijn volk redden, hij zorgt ervoor dat al hun zonden vergeven worden. | En zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. |
Iedereen die gelooft en gedoopt wordt, zal gered worden. Maar iedereen die niet gelooft, zal door God gestraft worden. | Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden. |
Maar Jezus leeft voor altijd. Hij blijft dus ook voor altijd priester. Daarom kan hij mensen die via hem bij God komen, voor altijd redden. Want Jezus laat ons niet in de steek. | Daarom kan Hij ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten. |
Maar er is er maar één die wetten maakt en als rechter een oordeel uitspreekt, en dat is God. Hij beslist over leven en dood. Wie zijn jullie dan, dat jullie oordelen over anderen en kritiek hebben op hun gedrag? | Er is één Wetgever, namelijk Hij Die kan zalig maken én te gronde richten. Maar wie bent u, die over de ander oordeelt? |
Met onze mond eren we Jezus als onze Heer. En met heel ons hart geloven we dat God hem uit de dood heeft laten opstaan. Daarom zullen we gered worden. | Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. |
Hij is de redder die God gestuurd heeft. Er is niemand anders op de wereld die ons kan redden. | En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden. |