Wij zijn niet beter dan andere mensen. God heeft ons gered, maar niet omdat we zo goed leefden. We zijn gered omdat we dankzij Gods goedheid geloven in Jezus Christus. Dat is Gods geschenk aan ons. | Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen. |
Nee, blijf altijd vriendelijk. Doe alles weg wat slecht is! Doe geen verkeerde dingen meer, maar doe wat God van je vraagt. Jullie kennen Gods boodschap, en jullie weten dat je daardoor gered kunt worden. | Leg daarom af alle vuilheid en elke uitwas van slechtheid en ontvang met zachtmoedigheid het in u geplante Woord, dat uw zielen zalig kan maken. |
Hij heeft ons gered. Niet omdat wij dat verdienen door onze goede daden, maar omdat hij medelijden met ons had. Door onze doop zijn we een nieuw leven begonnen. Dankzij de heilige Geest leven we als nieuwe mensen. | Maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest. |
God heeft ons gered, en ons uitgekozen om bij Christus te horen. Niet omdat wij dat verdienen, maar omdat dat altijd al zijn plan was. Zo goed wilde God voor ons zijn! Voordat God de wereld maakte, had hij al besloten dat wij gered zouden worden door Jezus Christus. | Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen. |
Maar Gods goedheid is groot! Hij is vol liefde voor de mensen, hij houdt van ons. Daarom heeft hij ons samen met Christus levend gemaakt. Vroeger waren we eigenlijk dood, want we deden slechte dingen. Maar dankzij Gods goedheid zijn we gered. | Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden. |
Vrienden, ik heb jullie vroeger het goede nieuws van God verteld. Jullie hebben dat toen allemaal gehoord. En jullie geloven in die boodschap van God. Daarom zullen jullie door God gered worden. Maar alleen als jullie ook blijven geloven in die boodschap. Anders is alles voor niets geweest. | Verder maak ik u bekend, broeders, het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat u ook aangenomen hebt, waarin u ook staat, waardoor u ook zalig wordt, als u eraan vasthoudt zoals ik het u verkondigd heb, tenzij dat u tevergeefs geloofd hebt. |
Elke dag kwamen ze naar de tempel om samen te zijn. Bij elkaar thuis deelden ze het brood. Vol vreugde aten ze samen, en iedereen was even belangrijk. Ze eerden God, en het hele volk had veel waardering voor hen. Elke dag kwamen er meer mensen bij die door God gered waren. | En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud van hart; en zij loofden God en vonden genade bij heel het volk. En de Heere voegde dagelijks mensen die zalig werden, aan de gemeente toe. |
De Heer zelf zal u een teken geven. Een jonge vrouw zal zwanger worden en ze zal een zoon krijgen. Ze zal haar kind Immanuel noemen. | Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven. |
De Heer zal zijn volk sterk maken, hij zal zijn volk vrede geven. | De HEERE zal Zijn volk kracht geven, de HEERE zal Zijn volk zegenen met vrede. |
Want dit hebt u gezegd: ‘Ik zal je de weg wijzen die je moet gaan. Ik zal je raad geven, ik zal voor je zorgen.’ | Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; ik geef raad, mijn oog is op u. |
Eens zal de Heer mij weer zijn liefde geven! Dan zal ik dag en nacht voor hem zingen, ik zal bidden tot de God die mij leven geeft. | Maar de HEERE zal overdag Zijn goedertierenheid gebieden; 's nachts zal Zijn lied bij mij zijn, een gebed tot de God van mijn leven. |
De Heer, jullie God, zal bij jullie zijn. Hij is machtig, hij zal jullie bevrijden. Hij houdt van jullie en zal jullie vergeven. Hij zal blij zijn over jullie, en juichen van vreugde. | De HEERE, uw God, is in uw midden, een Held, Die verlossen zal. Hij zal Zich over u verheugen met blijdschap. Hij zal zwijgen in Zijn liefde. Hij zal Zich over u verblijden met gejuich. |
Maar zo zal het niet blijven. Want de Heer zal zijn geest aan de Israëlieten geven. Dan zal de woestijn weer een tuin vol bomen worden. | Totdat over ons uitgegoten wordt de Geest uit de hoogte. Dan zal de woestijn tot een vruchtbaar veld worden en het vruchtbare veld zal als een woud beschouwd worden. |
Ik zal zingen voor de Heer, zolang ik leef. Ik zal zingen voor mijn God, zolang ik besta. | Ik zal voor de HEERE zingen in mijn leven, ik zal voor mijn God psalmen zingen, mijn leven lang. |
Want alles wat verborgen is, zal zichtbaar worden. En alles wat geheim is, zal bekend worden. | Want er is niets bedekt wat niet geopenbaard zal worden, en er is niets verborgen wat niet bekend zal worden. |
Eén ding weet ik zeker: God zal mij redden. Ooit zal hij komen en mij hier op aarde verdedigen. | Ik weet echter: mijn Verlosser leeft, en Hij zal ten laatste over het stof opstaan. |
Dan zal iedereen zeggen: ‘Jezus Christus is de Heer.’ En zo zal iedereen God, de Vader, eren. | En elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader. |
De hemel zal verdwijnen, en de aarde zal verdwijnen. Maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen. | De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan. |
De Heer zal zelf met je meegaan. Hij zal je helpen. Hij blijft steeds bij je, hij zal je niet in de steek laten. Je hoeft echt niet bang te zijn. | De HEERE nu is het Die voor u uit gaat. Hij zal met u zijn. Hij zal u niet loslaten en u niet verlaten. Wees niet bevreesd en wees niet ontsteld. |
Ook nu zal de Heer de mensen redden die eerbied voor hem hebben en die hun geloof niet verliezen. Maar slechte mensen zal hij gevangen houden tot de dag dat hij zal rechtspreken. Dan zal hij hen straffen. | Dan weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, maar de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel, om gestraft te worden. |
God zal alle mensen geven wat ze verdienen. | Die ieder vergelden zal naar zijn werken. |
En dat zal ik blijven doen, totdat jullie oud en grijs zijn. Ik blijf steeds dezelfde. Wat ik gedaan heb, dat zal ik blijven doen. Ik zal jullie steunen en redden. | Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen; Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen, Ík zal dragen en redden. |
De Heer zal jullie gelukkig maken en jullie beschermen. De Heer zal bij jullie zijn en voor jullie zorgen. De Heer zal aan jullie denken en jullie vrede geven. | De HEERE zegene u en behoede u! De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig! De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede! |
Denk eraan: Iemand die weinig zaait, zal ook weinig oogsten. Iemand die veel zaait, zal ook veel oogsten. | En dit zeg ik: Wie karig zaait, zal ook karig oogsten; en wie zegenrijk zaait, zal ook zegenrijk oogsten. |
Ik twijfel niet, ik zal leven volgens uw regels. | Ik heb mij gehaast en niet geaarzeld Uw geboden in acht te nemen. |
Gerelateerde onderwerpen
Redding
Hij is de redder...
Genade
Laten we daarom vol...
Aanbidding
Heer, u bent mijn...
Betrouwbaarheid
De Heer is trouw...
Geloof
Daarom zeg ik: Als...
Woord van God
De woorden van de...