Bijbelteksten over 'Zorgen'
Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. | Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. |
Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u. | Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. |
Werp uw bekommernis op de Here, Hij zal voor u zorgen; Hij zal nimmermeer toelaten, dat de rechtvaardige wankelt. | Werp uw zorg op de HEERE, en Híj zal u onderhouden; Hij zal voor eeuwig niet toelaten dat de rechtvaardige wankelt. |
Bij de veelheid van mijn gedachten in mijn binnenste verkwikten uw vertroostingen mijn ziel. | Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden, verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel. |
Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt. | Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan. |
Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of over uw lichaam, waarmede gij u zult kleden. Want het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding. | Wees niet bezorgd over uw leven: over wat u eten zult, of over uw lichaam: waarmee u zich kleden zult. Het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding. |
Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? | Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? |
Hij geve u naar uw hart, en doe al uw plannen in vervulling gaan. | Moge Hij u overeenkomstig de wens van uw hart geven en al uw voornemens in vervulling doen gaan. |
De in de dorens gezaaide is hij, die het woord hoort, en de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom verstikt het woord en hij wordt onvruchtbaar. | En bij wie in de dorens gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort; maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. |
Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt. | Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt. |
En wanneer zij u wegvoeren om u over te leveren, weest dan niet van tevoren bezorgd wat gij zeggen moet, maar zegt wat u in die ure gegeven wordt; want gij zijt het niet, die spreekt, maar de heilige Geest. | En wanneer ze u zullen wegleiden om u over te leveren, wees dan van tevoren niet bezorgd wat u spreken moet, en bedenk het niet; maar wat u op dat moment gegeven zal worden, spreek dat, want u bent het niet die spreekt, maar de Heilige Geest. |
Maar gij zult de Here, uw God, dienen; dan zal Hij uw brood en uw water zegenen en Ik zal ziekte uit uw midden verwijderen. | U moet de HEERE, uw God, dienen. Dan zal Hij uw brood en uw water zegenen. Ik zal ziekte uit uw midden doen wijken. |
Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, uw Bewaarder zal niet sluimeren. | Hij zal uw voet niet laten wankelen, uw Bewaarder zal niet sluimeren. |
Weer dus het verdriet uit uw hart en houd de kwalen weg van uw lichaam, want jeugd en jonkheid zijn ijdelheid. | Weer dus de wrevel uit uw hart, en doe het kwade weg uit uw lichaam. De jeugd en jonge jaren zijn immers een zucht. |
Maar indien een vrouw voor de haren, en nog wel voor haar huisgenoten, niet zorgt, dan heeft zij haar geloof verloochend en is zij erger dan een ongelovige. | Maar als iemand de zijnen en vooral zijn huisgenoten niet verzorgt, heeft hij het geloof verloochend en is hij erger dan een ongelovige. |
De Here zegene u en behoede u; de Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de Here verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede. | De HEERE zegene u en behoede u! De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig! De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede! |
De lippen van de dwaas brengen twist voort, en zijn mond roept om slagen. | De lippen van een dwaas komen terecht in onenigheid, zijn mond roept om slagen. |
Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden? | Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden? |
Hij nu, die zaad verschaft aan de zaaier en brood tot spijze, zal u uw zaaisel verschaffen en vermeerderen, en het gewas uwer gerechtigheid doen opschieten. | Hij nu Die de zaaier zaad verschaft, moge ook brood tot voedsel schenken en uw zaaigoed doen toenemen en de vruchten van uw gerechtigheid vermeerderen. |
Een valsaard veroorzaakt twist, een lasteraar brengt scheiding tussen vrienden. | Een verderfelijke man brengt ruzie teweeg, en een lasteraar maakt scheiding tussen de beste vrienden. |
Maar gerechtigheid is een vrucht, die in vrede wordt gezaaid voor hen, die vrede stichten. | En de vrucht van de gerechtigheid wordt in vrede gezaaid voor hen die vrede stichten. |
Kommer in het hart van de mens buigt het neder, maar een goed woord verblijdt het. | Bezorgdheid in iemands hart drukt het terneer, maar een goed woord verblijdt het. |
Ik leer en onderwijs u aangaande de weg die gij gaan moet; Ik raad u; mijn oog is op u. | Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; ik geef raad, mijn oog is op u. |
Mijn zoon, vergeet mijn onderwijzing niet en uw hart beware mijn geboden, want lengte van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. | Mijn zoon, vergeet mijn onderricht niet, en laat je hart mijn geboden in acht nemen, want lengte van dagen en jaren van leven en vrede zullen ze voor jou vermeerderen. |
De Here neige uw harten tot de liefde Gods en tot de volharding van Christus. | En de Heere moge uw harten richten op de liefde van God en op de volharding van Christus. |
Gerelateerde onderwerpen
Piekeren
Weest in geen ding...
Leven
De HERE zal u...
Hart
Behoed uw hart boven...
Betrouwbaarheid
Maar wèl getrouw is...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Voedsel
Omdat Hij de dorstende...