<
Jób 1 - KAT & BB
Tu Pán povedal satanovi: „Hľa, všetko, čo má, je v tvojich rukách, iba jeho samého sa nedotkni!“ A satan sa vzdialil spred Pánovej tváre. | Toen zei de Heer tegen de duivel: "Goed. Met alles wat Job heeft, mag je doen wat je wil. Maar Job zelf mag je niets aandoen." Toen ging de duivel bij de Heer weg. |
Tu Jób vstal, roztrhol si odev, oholil si hlavu, padol na zem, klaňal sa a povedal: „Nahý som vyšiel z lona svojej matky a nahý sa ta vrátim. Pán dal, Pán vzal, nech je Pánovo meno zvelebené!“ | Toen stond Job op, scheurde zijn mantel en schoor zijn haar af en knielde op de grond. Hij boog zich diep en zei: "Zonder iets te bezitten ben ik geboren, en zonder iets te bezitten zal ik sterven. De Heer heeft mij eerst veel gegeven. Nu heeft Hij het mij weer afgenomen. Ik prijs de Heer." |