Vrienden, God wil dat jullie als vrije mensen leven. Maar gebruik die vrijheid niet om toe te geven aan slechte verlangens. Gebruik die vrijheid om met liefde voor elkaar te zorgen.
Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw aardse begeerten vrij spel te geven, maar dien elkaar in liefde.
Want gij zijt geroepen, broeders, om vrij te zijn; (gebruikt) echter die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees, maar dient elkander door de liefde.
Broeders en zusters, jullie zijn door God geroepen om vrij te zijn. Maar jullie mogen die vrijheid niet gebruiken om maar te doen waar jullie zin in hebben. Nee, jullie moeten elkaar liefdevol dienen.
God heeft jullie op veel manieren rijk gemaakt. Nu moeten jullie ook klaarstaan om anderen te helpen. Dan zullen de christenen in Jeruzalem God danken voor de steun die ze via mij van jullie krijgen.