Iedereen moet zelf besluiten hoeveel hij wil geven. En laat hij dat dan van harte geven, zonder tegenzin of dwang. God houdt van mensen die met een blij hart geven. | Each of you should give what you have decided in your heart to give, not reluctantly or under compulsion, for God loves a cheerful giver. |
Hoe zouden ik en mijn volk U deze prachtige geschenken kunnen geven? Want het is allemaal al van U. We hebben het van U gekregen en we geven het weer aan U. | But who am I, and who are my people, that we should be able to give as generously as this? Everything comes from you, and we have given you only what comes from your hand. |
Door anderen om te kopen, kun je veel bereiken. Het brengt je bij belangrijke mensen die je anders nooit te spreken zou krijgen. | A gift opens the way and ushers the giver into the presence of the great. |
Als je goed bent voor anderen, zal het ook met jou goed gaan. Als je anderen helpt, zul je zelf ook geholpen worden. | A generous person will prosper; whoever refreshes others will be refreshed. |
Denk erom: als mensen graag willen geven, moeten ze niet méér geven dan ze kunnen. | For if the willingness is there, the gift is acceptable according to what one has, not according to what one does not have. |
Geef, dan zal er ook aan jou gegeven worden: een goed gevulde, aangedrukte, geschudde, overlopende maatbeker zullen de mensen je geven. Want de maat waarmee jij andere mensen meet, daarmee zul jij ook gemeten worden. | Give, and it will be given to you. A good measure, pressed down, shaken together and running over, will be poured into your lap. For with the measure you use, it will be measured to you. |
Geef de Heer van wat je bezit. Geef Hem het eerste deel van je oogst. | Honor the Lord with your wealth, with the firstfruits of all your crops. |
Zo zullen jullie steeds veel hebben om veel te kunnen weggeven. En daar zullen de mensen God voor prijzen. | You will be enriched in every way so that you can be generous on every occasion, and through us your generosity will result in thanksgiving to God. |
God geeft aan de zaaier zaad om te zaaien, maar ook brood om te eten. Net zo zal Hij 'zaad' aan jullie geven. Hij zal zelfs steeds méér 'zaad' geven. En Hij zal zorgen dat er ook een grote 'oogst' opkomt uit jullie goede daden. | Now he who supplies seed to the sower and bread for food will also supply and increase your store of seed and will enlarge the harvest of your righteousness. |
En God is in staat om jullie alles overvloedig te geven. Daardoor zullen jullie zelf in alle dingen op elk moment meer dan genoeg hebben. En daardoor kunnen jullie ook gul aan anderen geven. | And God is able to bless you abundantly, so that in all things at all times, having all that you need, you will abound in every good work. |
Geef iedereen waar hij recht op heeft, voor zo ver je dat kan. | Do not withhold good from those to whom it is due, when it is in your power to act. |
Breng liever alle gaven waar Ik recht op heb naar de voorraadkamer van mijn tempel, namelijk het tiende deel van jullie oogsten. Dan zullen mijn priesters te eten hebben. Probeer het maar. Dan zullen jullie zien dat Ik ervoor zal zorgen dat het goed met jullie gaat. Ik zal voldoende regen geven, zodat jullie grote oogsten zullen hebben. De oogsten zullen zó groot zijn, dat het allemaal niet meer in jullie schuren past. | “Bring the whole tithe into the storehouse, that there may be food in my house. Test me in this,” says the Lord Almighty, “and see if I will not throw open the floodgates of heaven and pour out so much blessing that there will not be room enough to store it.” |
Als je een bedelaar iets geeft, laat dat dan niet aan iedereen weten. De schijnheilige mensen in de synagogen en op straat doen dat wél. Want zij willen graag door de mensen geprezen worden. Luister goed! Ik zeg jullie dat ze hun hele beloning al hebben gekregen. | So when you give to the needy, do not announce it with trumpets, as the hypocrites do in the synagogues and on the streets, to be honored by others. Truly I tell you, they have received their reward in full. |
Als iemand iets van je wil lenen of van je afpakt, geef het hem dan en vraag het niet terug. | Give to everyone who asks you, and if anyone takes what belongs to you, do not demand it back. |
Blijf altijd dicht bij de Heer en geniet van Hem. Dan zal Hij je geven wat je van Hem vraagt. | Take delight in the Lord, and he will give you the desires of your heart. |
Sommige mensen willen altijd maar méér hebben. Maar goede mensen zijn gul en delen uit van wat ze hebben. | All day long he craves for more, but the righteous give without sparing. |
Jezus zei: "Als je volmaakt wil zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom dan hier en volg Mij." | Jesus answered, “If you want to be perfect, go, sell your possessions and give to the poor, and you will have treasure in heaven. Then come, follow me.” |
Stel dat ik alles wat ik had weggaf aan de arme mensen, en stel dat ik er trots op kon zijn dat ik mijn lichaam opofferde vanwege mijn geloof in de Heer. Maar als ik dat zonder liefde deed, had ik er niets aan. | If I give all I possess to the poor and give over my body to hardship that I may boast, but do not have love, I gain nothing. |
Slechte mensen vragen wel te leen, maar geven nooit iets terug. Maar goede mensen geven weg uit medelijden en vragen niets terug. | The wicked borrow and do not repay, but the righteous give generously. |
Maar als je een bedelaar iets geeft, zorg er dan voor dat je linkerhand niet weet wat je rechterhand doet. Zo is het geheim wat je gedaan hebt. En je Vader, die de verborgen dingen ziet, zal je er openlijk voor belonen. | But when you give to the needy, do not let your left hand know what your right hand is doing, so that your giving may be in secret. Then your Father, who sees what is done in secret, will reward you. |
Genees de zieken, maak doden weer levend, verjaag duivelse geesten. Jullie hebben niets voor deze macht hoeven betalen. Vraag er dus ook nooit een beloning voor. | Heal the sick, raise the dead, cleanse those who have leprosy, drive out demons. Freely you have received; freely give. |
Nehemia (de bestuurder van de provincie), Ezra (de priester en wetgeleerde) en de Levieten die het volk les gaven, zeiden tegen de mensen: "Vandaag vieren we feest voor jullie Heer God. Wees dus niet bedroefd en huil niet." Dat zeiden ze, omdat alle mensen huilden toen ze de wet hoorden. | Nehemiah said, “Go and enjoy choice food and sweet drinks, and send some to those who have nothing prepared. This day is holy to our Lord. Do not grieve, for the joy of the Lord is your strength.” |
Spreek, en oordeel rechtvaardig. Zorg dat de arme mensen een eerlijke rechtspraak krijgen. | Speak up and judge fairly; defend the rights of the poor and needy. |
Bedenk dit als je iets wil geven: iemand die zuinig zaait, zal ook weinig oogsten. En iemand die veel zaait, zal ook veel oogsten. | Remember this: Whoever sows sparingly will also reap sparingly, and whoever sows generously will also reap generously. |
Hij antwoordde: "Als je twee stel kleren hebt, moet je één stel geven aan iemand die geen kleren heeft. En als je eten in huis hebt, moet je dat delen met iemand die niets heeft." | John answered, “Anyone who has two shirts should share with the one who has none, and anyone who has food should do the same.” |