God, u keek diep in ons hart. U wilde weten of we goed of slecht waren, en of we u trouw zouden blijven. | Want U hebt ons beproefd, o God, U hebt ons gelouterd, zoals men zilver loutert. |
Ik bad tot God en ik zong een lied om hem te eren. | Ik riep tot Hem met mijn mond, en Hij werd geroemd door mijn tong. |