Toen ik dacht: Mijn voet glijdt weg, hield uw trouw mij staande, HEER. | Toen ik zei: Mijn voet wankelt, ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE. |
Toen ik door zorgen werd overstelpt, was uw troost de vreugde van mijn ziel. | Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden, verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel. |