Bijbelteksten over 'Bed'

Niemand steekt een lamp aan en bedekt die met een vat of… Lucas 8:16

Niemand steekt een lamp aan en bedekt die met een vat of zet haar onder een bed, maar hij zet haar op een standaard, opdat wie binnentreden het licht mogen zien. Lucas 8:16	En niemand die een lamp aansteekt, plaatst er een vat overheen of zet hem onder een bed, maar hij zet hem op een standaard, opdat zij die binnenkomen, het licht kunnen zien. eerlijkheid heiligheid licht
Het huwelijk zij in ere bij allen en het bed onbezoedeld, want hoereerders en echtbrekers zal God oordelen. Hebreeën 13:4	Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het huwelijksbed onbevlekt, want ontuchtplegers en overspelers zal God oordelen. huwelijk begeerte veroordeling
Here, red mij van de leugenlippen, van de bedrieglijke tong. Psalm 120:2	HEERE, red mijn ziel van de valse lippen, van de tong vol bedrog. spreken bevrijder ziel
Misleidt uzelf niet; slechte omgang bederft goede zeden. 1 Korintiërs 15:33	Dwaal niet: slecht gezelschap bederft goede zeden. kwaad goedheid vriendschap
Het losgeld voor iemands leven is zijn rijkdom, maar de arme krijgt geen bedreiging te horen. Spreuken 13:8	Het losgeld voor iemands leven is zijn rijkdom, maar een arme krijgt zelfs geen bedreiging te horen. geld materialisme angst
Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Kolossenzen 3:2	Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn. hemel verstand wereld
Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, maar een vrouw die de Here vreest, die is te prijzen. Spreuken 31:30	Bevalligheid is bedrieglijk en schoonheid vergankelijk, een vrouw die de HEERE vreest, die zal geprezen worden. ontzag schoonheid
De weg des Heren is een beschutting voor de oprechten, maar onheil voor de bedrijvers van ongerechtigheid. Spreuken 10:29	De weg van de HEERE is kracht voor de oprechte, maar de ondergang voor hen die onrecht bedrijven. zonde betrouwbaarheid wet
Welzalig hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. Psalm 32:1	Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven, van wie de zonde bedekt is. zonde vergeving zegen
Haat verwekt krakelen, maar liefde bedekt alle overtredingen. Spreuken 10:12	Haat wekt twisten op, maar liefde bedekt alle overtredingen. liefde boosheid kwaad
En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing. Efeziërs 4:30	En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. Heilige Geest verdriet wederkomst
Bewaar uw tong voor het kwade en uw lippen voor het spreken van bedrog. Psalm 34:14	Behoed je tong voor het kwaad en je lippen voor het spreken van bedrog. spreken kwaad waarheid
Een stad met omvergehaalde muren, zo is iemand die zijn geest niet in bedwang heeft. Spreuken 25:28	Zoals een opengebroken stad zonder muur, zo is een man die zijn geest niet in bedwang houdt. zelfbeheersing begeerte
In veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet, maar wie zijn lippen bedwingt, is verstandig. Spreuken 10:19	In de veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet, maar wie zijn lippen inhoudt, is verstandig. zonde spreken
En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit. Romeinen 8:27	En Hij Die de harten doorzoekt, weet wat het denken van de Geest is, omdat Hij naar de wil van God voor de heiligen pleit. Geest bemiddelaar
En dit alles is uit God, die door Christus ons met Zich verzoend heeft en ons de bediening der verzoening gegeven heeft. 2 Korintiërs 5:18	En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. verzoening evangelisatie
De dwaas laat zijn ganse toorn de vrije loop, maar de wijze houdt die in en doet hem bedaren. Spreuken 29:11	Een dwaas laat heel zijn geest de vrije loop, maar een wijze houdt die in toom. boosheid wijsheid zelfbeheersing
Als bedroefd, maar altijd blijde; als arm, maar velen rijk makend; als niets hebbend en toch alles bezittend. 2 Korintiërs 6:10	Als bedroefden, maar toch steeds blij; als armen, maar die toch velen rijk maken; als mensen die niets hebben en toch alles bezitten. verdriet vreugde geld
Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees. Galaten 5:16	Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. zonde Geest begeerte
Hebt bovenal bestendige liefde jegens elkander, want de liefde bedekt tal van zonden. 1 Petrus 4:8	Maar heb voor alles vurige liefde voor elkaar, want de liefde zal een menigte van zonden bedekken. zonde liefde naaste
Want krachtens de genade, die mij geschonken is, zeg ik een ieder onder u: koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van het geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld. Romeinen 12:3	Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld. genade geloof verstand
Een dwaas maakt zijn ergernis aanstonds bekend, maar een schrandere bedekt de smaad. Spreuken 12:16	De toorn van de dwaas wordt dezelfde dag bekend, maar wie schrander is, bedekt schande. boosheid zelfbeheersing wijsheid
Er is niets bedekt, of het zal geopenbaard worden, en verborgen, of het zal bekend worden. Lucas 12:2	Want er is niets bedekt wat niet geopenbaard zal worden, en er is niets verborgen wat niet bekend zal worden. waarheid eerlijkheid
(Bedenkt) dit: wie karig zaait, zal ook karig oogsten, en wie mildelijk zaait, zal ook mildelijk oogsten. 2 Korintiërs 9:6	En dit zeg ik: Wie karig zaait, zal ook karig oogsten; en wie zegenrijk zaait, zal ook zegenrijk oogsten. geven oogst vrijgevigheid
Bedrog is in het hart van wie kwaad smeden, maar voor wie tot vrede raden, is er vreugde. Spreuken 12:20	Bedrog is in het hart van wie kwaad smeden, maar wie vrede aanraden, hebben blijdschap. kwaad vreugde vrede

Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat.

Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten in uw hart zijn. U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat.

Lees meer...